760 gepensioneerden toch weer voor de klas

© Belga

Sinds 2009 kunnen leerkrachten ook na hun 65ste aan de slag blijven als onderwijzend personeel.

Het aantal gepensioneerden dat daarop intekent, is jaar na jaar toegenomen. Vorig schooljaar stonden er 760 voor de klas: een ruime verdubbeling tegenover het schooljaar 2009-2010, toen het systeem in werking trad.

In totaal zijn sindsdien al 1.753 gepensioneerde leerkrachten aan het werk geweest, ruim de helft van hen in het basis­onderwijs. De duur van hun opdrachten bedroeg gemiddeld 32 dagen. Dat blijkt uit cijfers van Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V), die parlementslid Elisabeth Meuleman (Groen) opvroeg en die maandag in De Standaard staan. Vanaf 2019 zal de jaarlijkse vraag naar nieuwe leerkrachten stijgen van 5.000 naar 6.000 tot 7.000 voltijdse krachten per jaar.

Zowel minister Crevits als Meuleman zijn tevreden dat gepensioneerde leerkrachten bereid zijn de krapte op de arbeidsmarkt aan te vullen. ‘Zo kunnen ze hun expertise en ervaring doorgeven’, zegt Meuleman. ‘Maar op lange termijn is dat natuurlijk geen structurele oplossing.’ De minister benadrukt dat ze via de nieuwe onderwijs-cao probeert de nood aan nieuwe leraren duurzaam het hoofd te bieden. Zo komt er een betere aanvangsbeleiding voor starters, zodat ze via intensieve coaching geleidelijk in de job kunnen ingroeien en de competenties als leerkracht verder kunnen ontwikkelen of bijsturen.

Daarnaast komen er leerkrachtenplatforms voor vervangende leerkrachten. Wie via zo’n platform ergens aan de slag gaat, moet voor minstens 85 procent worden ingezet in de klas. De leerkrachten kunnen afwezige leerkrachten ontvangen, maar ook de plaats innemen van ervaren leerkrachten die zelf voor een andere opdracht kiezen, zoals co-teaching of begeleiding.

Partner Content