De regering-Michel heeft een truc toegepast die in elke begroting terugkomt: de ontvangsten opblazen

Johan Van Overtveldt (N-VA). © BelgaImage
Ewald Pironet

De regering-Michel heeft uitgepakt met goede cijfers over het begrotingstekort en de overheidsschuld, waar ze maar weinig verdienste aan heeft. En de verkiezingen van mei 2019 zijn nog ver weg.

Velen waren verrast toen de regering-Michel vorige week uitpakte met knappe budgettaire cijfers. Velen, behalve de Knack-lezers. In mei 2017 werd het op deze bladzijde al voorgerekend: de begrotingscijfers zouden veel beter uitvallen dan algemeen verwacht. Lang vond iedereen, met recht en reden, dat de regering-Michel niets bakte van de grote schoonmaak van de overheidsfinanciën, een van haar eigen voornaamste doelstellingen. Vorig jaar bleek voor de zomer al dat het in ijltempo de goede kant uitging.

In 2014 erfde de regering-Michel een schuldgraad van 106,5 procent. In 2016 werd afgesloten op 103 procent. En het zit er, zoals we hier aankondigden, dik in dat we tegen het einde van deze regeerperiode onder de psychologische drempel van de 100 procent zakken. Ondertussen werd het begrotingstekort afgebouwd van 3,1 procent in 2014 naar 1,1 procent in 2016, het kleinste tekort in negen jaar. Een begrotingsevenwicht: ook dat is nog mogelijk voor het einde van de regeerperiode.

De regering-Michel heeft een truc toegepast die in elke begroting terugkomt: de ontvangsten opblazen.

Hoe komt het dat het onze overheidsfinanciën zo zijn verbeterd? Ten eerste profiteert deze regering volop van de dalende rentelasten en de goede internationale conjunctuur, zaken die ze niet zelf in de hand heeft. Ten tweede heeft ze een truc toegepast die in elke begroting terugkomt: de ontvangsten opblazen. Deze keer stuwde ze de voorafbetaling van de vennootschapsbelasting eenmalig de hoogte in, door hogere boetes voor ondernemingen die niet of onvoldoende op voorhand betalen. Daardoor kwam er 3 miljard euro extra in kas. Het effect daarvan zal snel uitgewerkt zijn, waarna het tekort opnieuw zal stijgen. En ten slotte zijn de overheidscijfers beter dankzij de groei van het aantal banen. In 2016 en 2017 kwamen er netto 130.000 bij. De overheid moest daardoor minder uitkeren en kreeg meer binnen aan belastingen.

Dat het met onze overheidsfinanciën de goede kant opgaat, heeft met de regering-Michel weinig te maken. Niet voor niets was ‘Hoerenchance’ de titel van de analyse waarmee Knack in mei 2017 de betere budgettaire cijfers aankondigde. Heeft de regering dan helemaal níéts gedaan? Dat kun je ook niet zeggen. De loonhandicap die België sinds 1996 had opgebouwd, is weggewerkt. Zo kunnen we beter met andere landen concurreren. Dat komt onder andere dankzij de taxshift. Die was eigenlijk vooral een taxcut voor de bedrijven, en sloeg een gat in de begroting.

De regering kan alleen maar hopen dat de internationale goede conjunctuur nog een tijdje aanhoudt, opdat die ongefinancierde taxshift ons niet zuur opbreekt. ‘Nog een paar tienduizenden jobs en de begroting is in evenwicht’, zei minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) in een weekendinterview. Veel hangt af van internationale ontwikkelingen. En dus van iemand als president Donald Trump, die de Amerikaanse economie en meteen ook de wereldeconomie wist aan te jagen. Dat schetst meteen ook het risico: Trump is onvoorspelbaar. Morgen kan het feest voorbij zijn. Of we daarop voorbereid zijn, is zeer de vraag.

De regering-Michel heeft te weinig en te laat doortastende beslissingen genomen in fundamentele dossiers

Onze overheidsschuld is nog altijd erg hoog, maar kan snel onder de 100 procent duiken als de regering beslist om de staatsbank Belfius te verkopen. Dat dossier is gekoppeld aan de afwikkeling van het Arco-dossier, waarin bijna 800.000 coöperanten blijven wachten op de door ex-premier Yves Leterme (CD&V) beloofde compensatie voor de geleden verliezen tijdens de bankencrisis. Welke oplossing er ook komt: elke euro die zij krijgen, zal niet kunnen dienen om onze overheidsschuld te verlichten. De regering zal ook de vraag blijven krijgen waarom Arco-coöperanten wél met overheidsgeld vergoed worden en aandeelhouders van andere bankaandelen niet.

Tot slot: verbeterde overheidsfinanciën of niet, economisch presteren we minder dan onze buurlanden. De Belgische economie groeide vorig jaar met 1,7 procent, de Nederlandse met 3,5 procent. We moeten het bovendien vooral hebben van de gunstige internationale rugwind, die snel kan draaien. En dat de regering-Michel te weinig en te laat doortastende beslissingen heeft genomen in fundamentele dossiers, zoals de pensioenhervorming: ook dat kan ons nog duur komen te staan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content