N-VA-voorzitter Bart De Wever hecht naar eigen zeggen niet al te veel waarde aan de precieze cijfertjes uit peilingen.
“Je moet vooral naar de trends kijken”, zo reageerde hij vandaag in De Ochtend op de peiling van VRT en De Standaard. N-VA verliest daarin 6,1 procent ten opzichte van de laatste verkiezingen. De Wever roept de N-VA-achterban op om zich er niet blind op te staren.
Zelf blijft De Wever naar eigen zeggen optimistisch.
De Wever erkent dat deze peiling “niet zo goed” is voor zijn partij. Iets wat hem naar eigen zeggen verrast. “Sinds een half jaar waren we weer kiezers aan het terugwinnen in de peilingen”, zo verwees de N-VA-voorzitter naar een peiling van La Libre vorige maand, waarin zijn partij het met 28,3 procent weer 2 procentpunt beter deed dan in december.
“Met nominale cijfers uit peilingen moet je opletten”, aldus De Wever, wijzend op de foutenmarge bij elke bevraging. Niettemin creëert elke peiling een sfeer en zo een eigen realiteit, beseft hij. “Ik ga dat niet proberen keren, dat kan je toch niet. De media hebben die peiling duur betaald, zij gaan daar dus allerhande analyses over maken. Dat moet je over je heen laten gaan.”
Zelf blijft De Wever naar eigen zeggen optimistisch. Volgens hem zullen de federale en de Vlaamse regeringen in 2019 een “mooi palmares” kunnen voorleggen, weliswaar op voorwaarde dat ze blijven doorwerken en dat meerderheidsruzies zoals die rond staatssecretaris Zuhal Demir niet blijven aanslepen. “Ik denk dat we daar allemaal slecht uitkomen, van alle kanten moet dat ophouden en dan is volgens mij alles mogelijk.”
De slechte peiling strookt in elk geval niet met “het buikgevoel” van De Wever. “Dit klopt niet met het gevoel dat ik op straat krijg”, klonk het nog.
