Vrije Tribune

‘Echt werk voor mensen met Downsyndroom is fictie’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

‘Ongetwijfeld worden in Tytgat Chocolat bakens verzet wat beeldvorming over personen met een handicap betreft’, schrijft Patrick Vandelanotte van vzw Grip. ‘Maar toch is het interessant om even stil te staan bij wat we te zien krijgen.’

Op zondagavond kunnen we 7 weken lang genieten van ‘Tytgat Chocolat’ op Eén. Door in prime time acteurs met het Downsyndroom of een andere handicap te laten zien, worden zeker bakens verzet op het vlak van beeldvorming. Nog nooit kwamen mensen met Downsyndroom op zo’n manier in beeld. Maar het is interessant om even stil te staan bij wat we daar te zien krijgen: een werkplaats waar mensen met Downsyndroom tewerkgesteld worden. Werken mensen met Downsyndroom echt?

‘Tytgat Chocolat’ speelt zich af in het decor van een maatwerkbedrijf, of zoals men dit tot voor kort noemde: een beschutte werkplaats. ‘Tytgat Chocolat’ is fictie. Maar hoe staat het eigenlijk met de tewerkstelling van personen met een verstandelijke beperking, of meer concreet van mensen met een Downsyndroom?

Onze stelling is dat echt werk voor mensen met Downsyndroom in Vlaanderen fictie is. Pure fictie. Want in de realiteit werken mensen met een verstandelijke handicap in Vlaanderen niet. Toch niet in de volle betekenis van het woord werken.

Inclusief werk is een recht

Onder echt werk verstaan we bij GRIP werk in een reguliere werksetting met een volwaardig arbeidscontract en een gelijkwaardige verloning. Inclusief werk noemen we dit dan.

Dit is ook waar het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap naar verwijst in artikel 27 over het recht op werk.

VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met een Handicap art. 27:

‘het recht van personen met een handicap op werk, op voet van gelijkheid met anderen; dit omvat het recht op de mogelijkheid in het levensonderhoud te voorzien door middel van in vrijheid gekozen af aanvaard werk op een arbeidsmarkt en in een werkomgeving die open zijn, waarbij niemand wordt uitgesloten, en die toegankelijk zijn voor personen met een handicap’.

België heeft dit VN-Verdrag acht jaar geleden geratificeerd en moet ook periodiek rapporteren aan het VN-comité in Genève welke stappen gezet worden om die rechten waar te maken.

Inclusie als streefdoel

Uit de inclusiespiegel 2016 van GRIP blijkt duidelijk dat de arbeidsparticipatie van personen met een arbeidshandicap in het algemeen blijft achterlopen op de algemene tewerkstelling. De werkzaamheidsgraad van personen met een arbeidshandicap schommelt momenteel rond 43%, heel wat lager dus dan de ‘werkzaamheidsgraad van personen zonder handicap van 77%’.

De tewerkstelling van personen met een verstandelijke beperking ligt het laagst. Volgens een schatting gaat het maar 5,9 %. Wij houden niet van labels, maar we gaan er van uit dat dit voornamelijk mensen zijn met een ‘lichte’ verstandelijke handicap.

Volgens de schatting uit de inclusiespiegel was in 2013 ongeveer 7% van de actieve personen met een handicap aan de slag in een beschutte werkplaats.

Tewerkstelling van mensen met Downsyndroom in Vlaanderen = 0

Wanneer we dit even concreet maken: in Vlaanderen kennen wij geen mensen met Downsyndroom die een gewoon arbeidscontract hebben.

Het beeld dat we in ‘Tytgat Chocola’t te zien krijgen klopt zeker ook niet met de realiteit. Meer dan de helft van de werknemers van de inpakafdeling zijn mensen met Downsyndroom. In realiteit worden mensen met Downsyndroom, meer algemeen mensen met een matige of ernstige verstandelijke beperking, niet in die verhouding tewerkgesteld in een maatwerkbedrijf. De meeste personen met Downsyndroom gaan naar een dagcentrum. Vanuit de inclusiebeweging merken we de laatste jaren wel dat sommige jongeren met Downsyndroom vrijwilligerswerk opnemen of begeleid werk.

OV2 is de onderwijsvorm in het buitengewoon onderwijs die normaal gezien toeleidt naar beschutte tewerkstelling. Men stelt evenwel vast dat de relatie tussen OV2 opleiding en tewerkstelling in een maatwerkbedrijf niet zo rechtlijnig is. Zo kunnen heel wat jongeren die uitstromen uit OV2 toch niet terecht in een maatwerkbedrijf, onder meer omdat er een wachtlijst van meer dan 5000 wachtenden is ontstaan. Ook binnen maatwerkbedrijven worden er eisen gesteld aan de werknemers, waardoor de lat voor sommige mensen met Downsyndroom te hoog ligt, ondanks het werk op maat en de constante begeleiding die maatwerkbedrijven beogen.

Droom die werkelijkheid wordt?

In de perstekst van ‘Tytgat Chocolat’ lezen we het volgende:

Jasper Vloemans, een charmante jongeman met het syndroom van Down, vat zijn eerste werkdag aan. Hij ziet z’n job als inpakker bij chocoladebedrijf Tytgat Chocolat als een grote stap naar onafhankelijkheid. Een droom die werkelijkheid wordt…

Helaas gaat de werkelijkheid ook als volgt: Niels Q., een charmante jongeman met het syndroom van Down, ging na zijn middelbare (inclusieve) school op zoek naar werk als kinderverzorger. Hij merkte echter dat de begeleidende diensten onvoldoende inspanningen leverden om echte tewerkstelling te realiseren en steevast doorverwezen naar een dagcentrum of vrijwilligerswerk. Na tal van pogingen om een gewone, betaalde job te vinden, gooide hij de handdoek in de ring en nu doet hij drie halve dagen vrijwilligerswerk in een kinderopvang. Wegens het volledig ontbreken van ondersteuning, kan hij dit evenwel niet meer doen dan drie halve dagen per week. Niels heeft ook een droom… maar die wordt geen werkelijkheid.

Professionele acteurs?

De meeste acteurs met een handicap in Tytgat Chocolat zijn actief bij Theater Stap. Theater Stap brengt “professioneel theater” in die zin dat theater gemaakt wordt met een professionele omkadering. Maar de acteurs van Theater Stap worden niet betaald voor hun acteurprestaties. Zij ‘gaan naar het dagcentrum’ en de activiteit van dit dagcentrum (dagcentrum Kasteel) is theater maken. Ze ontvangen geen loon, maar een loonsvervangende tegemoetkoming. Dus geen loon naar werken.

De verantwoordelijkheid hiervoor ligt niet bij het productiehuis of bij Theater Stap, maar bij de overheid. Tot op dit moment is het immers zo dat in Vlaanderen de nodige maatregelen ontbreken om personen met een een verstandelijke handicap echt tewerk te stellen in de reguliere economie, met een loon naar werken.

Werk maken van echt werk voor personen met een handicap

Echt werk blijft voor veel mensen met een handicap in Vlaanderen fictie. De vaststelling is duidelijk. De vraag is of er ambitie is om dit te veranderen. Dit is ons niet zo duidelijk. Niemand zal het streven naar inclusie afkeuren, maar we merken dat er weinig initiatieven zijn om echte inclusie waar te maken. Het gevaar is dus dat er wel een VN-Verdrag is goedgekeurd dat het recht op werk scherp stelt, maar dat er nauwelijks stappen worden ondernomen om het waar te maken.

Gelijke Rechten voor Iedere Persoon met een handicap (GRIP) is een burgerrechtenorganisatie, die streeft naar gelijke rechten én kansen voor iedereen. GRIP richt zich in de eerste plaats tot mensen met een handicap.

Partner Content