Geens wil cursus deradicalisering kunnen verplichten bij penitentiair verlof

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V). © BelgaImage

‘Ik heb niet het gevoel dat er fouten zijn gemaakt die absoluut vermeden hadden kunnen worden,’ zei minister Geens over het penitentiair verlof van Benjamin Herman, die in Luik drie mensen vermoordde.

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) wil aan geradicaliseerde gedetineerden een deradicaliseringscursus kunnen opleggen als voorwaarde voor het verkrijgen van een penitentiair verlof, een uitgaansverlof of een beperkte detentie. ‘Nu kan dat niet dwingend opgelegd worden en wordt het overgelaten aan de bereidwilligheid van de gedetineerde. Dat beangstigt me.’

Tijdens een gedachtewisseling in de Kamer, over de schietpartij in Luik, gaf Geens de Kamerleden een gedetailleerd overzicht van het penitentiaire parcours van de dader. Dat overzicht geeft een beeld van hoe verschillende diensten hebben geoordeeld over de uitgaansverloven, penitentiaire verloven en de beperkte detentie van de dader.

Volgens Geens hebben de verschillende diensten telkens ‘in eer en geweten’ beslissingen genomen op basis van de beschikbare informatie. Geens: ‘De vraag is niet: hebben die mensen een verkeerde beslissing genomen, maar wel of zij die incorrect hebben genomen op basis van onvoldoende gegevens of in weerwil van een bestaande politiek. Ik denk dat het antwoord daarop niet positief is’.

‘Ik heb niet het gevoel dat er fouten zijn gemaakt die absoluut vermeden hadden kunnen worden’, zo concludeerde Geens, zonder daarbij de ‘verschrikkelijke feiten’ te willen minimaliseren.

Toch erkent Geens dat er op verschillende vlakken stappen vooruit kunnen gezet worden. Zo wordt er bijvoorbeeld gewerkt aan een striktere strafuitvoering.

Verder moet de fysieke en mentale gezondheid binnen de gevangenissen dringend verbeteren. ‘Misschien moeten we kijken of we aan onze gevangenissen het statuut van wijkgezondheidscentra moeten geven. Nu is één op de drie in de gevangenis zwaar zorgbehoevend.’ Geens dringt daarom aan op extra verpleegkundigen en psychologen, met name om mensen met een ‘zwak psychologisch profiel’ (zoals de dader van de schietpartij in Luik) beter op te volgen.

De justitieminister hamert daarbij ook op het belang van het psychiatrisch observatiecentrum. Dat centrum zou ook gedetineerden met psychiatrische problemen kunnen onderzoeken voor hun vrijlating. Op die manier zouden bepaalde gedetineerden met psychiatrische problemen geïnterneerd kunnen worden.

Geens legde zelf ook een suggestie op tafel. Nu kunnen geradicaliseerden niet gedwongen worden om een cursus of opleiding te volgen. ‘Veel wordt overgelaten aan de bereidheid van de persoon. Dat stoort me en beangstigt me’, aldus Geens. Zo’n dwingende maatregel kan in de huidige regelgeving enkel voor seksuele delinquenten. Als het van Geens afhangt, moet men ook aan geradicaliseerden een dwingende cursus of opleiding opleggen vooraleer hij/zij recht kan krijgen op penitentiar verlof, uitgaansverlof of beperkte detentie.

Open VLD-voorzitter Gwendolyn Rutten suggereerde afgelopen weekend om beslissingen over penitentiaire verloven voortaan over te laten aan de strafuitvoeringsrechtbanken in plaats van de administratie Justitie. Minister Geens is daar op zich niet tegen. ‘Maar dan moet je daar middelen tegenover zetten, want het gaat om duizenden beslissingen per jaar’, klinkt het. Bovendien is Geens er niet van overtuigd dat de strafuitvoeringsrechtbanken ‘strengere beslissingen’ zouden nemen.

Verschillende parlementsleden wilden ook meer weten over het feit dat de dader genoemd wordt in twee rapporten van de Staatsveiligheid en in een informatierapport van de politie. Volgens Geens dateren de nota’s van de Staatsveiligheid van mei en augustus 2017 en wordt Benjamin Herman daarin enkel zijdelings vermeld omdat hij zich bekeerd had en omdat er bij hem een mogelijk ‘radicaliseringsproces zou kunnen voltrekken’.

Maar die informatie, net als de informatie uit het politierapport, woog naar verluidt niet zwaar genoeg door om de betrokkene op de OCAD-lijst van geradicaliseerden te zetten. En OCAD neemt zo’n beslissing niet lichtzinnig, meent Geens. ‘Als OCAD die beoordeling maakt, is dat een signaal’, aldus Geens.

Partner Content