Angelique Van Ombergen

Getuigenis: ‘Het noodnummer 1722 is er gekomen na het overlijden van mijn nonkel’

Angelique Van Ombergen Onderzoeker aan het Antwerps Universitair Research centrum voor Evenwicht en Aerospace

In 2016 overleed de nonkel van Angelique Van Ombergen omdat hij tijdens een noodgeval het noodnummer 112 niet kon bereiken. Het was overbelast door oproepen rond stormschade en wateroverlast. Het nieuwe noodnummer 1722 werd in het leven geroepen om dit soort situaties in de toekomst te voorkomen. Een getuigenis.

‘In België werkt niks’, ‘In België krijgen ze niks gedaan’, ‘Dit kan alleen in België’… Dit zijn slechts enkele van de stellingen die de gemiddelde Facebooker graag vanuit zijn of haar luie zetel onder menig nieuwsbericht smijt dat op de sociale mediasite gepost wordt. En dan citeer ik slechts enkele van de beleefde commentaren.

Getuigenis: ‘Het noodnummer 1722 is er gekomen na het overlijden van mijn nonkel’

Misschien hebben ‘ze’ soms wel gelijk. België, Vlaanderen, Wallonië, het is een ingewikkeld boeltje dat vaak als een kluwen onontwarbaar in elkaar haakt. Een warboel die verzuipt onder administratieve regeltjes, bureaucratie en dan maar traag aanmoddert als een logge olifant. Een brij waarbinnen politici loze beloftes doen en het jaren duurt voor ze daadwerkelijk iets voor elkaar krijgen.

Maar in tijden waar de zuurpruimen van sociale media koning zijn en waar zagen, klagen en kritiek uiten nog nooit zo laagdrempelig was, is het misschien wel gepast stil te staan bij positieve verhalen. Want olifanten mogen dan wel logge beesten zijn, soms blijken ze snel te kunnen rennen.

Ik wil een positief verhaal delen over onze regering, meer specifiek over de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA).

Ik wil het graag met u even hebben over het noodnummer 1722, u misschien nog niet bekend (al hoop ik van wel). Het noodnummer werd in het leven geroepen op 1 augustus 2017 door de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken om als centrale te dienen in gevallen van ‘minder dringende’ nood, zoals wateroverlast en stormschade.

Het nummer zag het levenslicht nadat in juni 2016 een man overleed omdat hij de dienst 112 niet te pakken kreeg wegens overbelasting van dat noodnummer. Op dat moment woedde er immers hevig onweer in bepaalde delen van ons land, waardoor de 112 noodcentrale ‘overstroomd’ werd met oproepen over wateroverlast en stormschade. Tragisch? Zeker en vast.

Juni 2016 was ook het moment waarop mijn familie en ik heel onverwacht afscheid hebben moeten nemen van mijn nonkel. Een geval van hartfalen. Tevergeefs had hij niet één, niet twee, maar wel drie keer het noodnummer 112 proberen te bereiken. Telkens werd hij minutenlang in wacht gezet. Tragisch? Ja, zeker en vast. Onbegrijpelijk? Nog veel meer. Een gemis, een leegte die we nooit meer volledig zullen kunnen dichten.

Hoe kan het immers dat een medische noodsituatie, een hartfalen, even hoog scoort op de urgentieschaal als een met water ondergelopen kelder? Weegt die kelder op tegen een mensenleven? Ik heb recht van spreken, ook mijn huis heeft al onder water gestaan en ik mag die vraag dus beantwoorden.

Mijn antwoord is rotsvast ‘neen’. Ik zou met plezier de komende jaren enkel nog ‘water in de kelder’-broeken (ik geloof dat de correcte term een 7/8 broek is) dragen en op een kromgetrokken parket stappen als dit zou betekenen dat ik de schaterlach van mijn nonkel nog zou kunnen horen. Maar tot het overlijden van mijn nonkel werden noodoproepen dus over dezelfde kam geschoren en kwamen ze terecht bij één en hetzelfde adres: 112. Met alle gevolgen van dien.

Toen ik kort na het overlijden van mijn nonkel in een vlaag van onmacht contact opnam met de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en het kabinet van minister Jambon, had ik niet verwacht dat ik een antwoord zou krijgen. Laat staan dat dit onder de vorm zou zijn van zijn kabinetsverantwoordelijke die mij meedeelde dat de minister ons persoonlijk wou ontmoeten.

‘Om oprechte excuses aan te bieden en om een uiteenzetting te geven van de mogelijke opties om voorvallen zoals deze in de toekomst te vermijden.’ Enkele dagen later zat minister Jambon ook effectief aan onze keukentafel, op slechts een paar meter van ons nieuw tuinterras dat mijn nonkel enkele weken ervoor nog had gelegd.

De minister bood zijn oprechte excuses aan en stelde aan ons de optie voor om een nieuw noodnummer in te voeren, dat zou kunnen geactiveerd worden in tijdelijke gevallen zoals bijvoorbeeld een hevig onweer.

Het was een kort en formeel bezoek, verplichte kost, zoals de minister er waarschijnlijk velen doet. Maar – en dan nu met de positieve bril op – minister Jambon had wel de moeite genomen om op zíjn zonnige zondag begin juli 2016 aan ónze keukentafel te komen zitten.

Het voorstel voor het initiëren van een nieuw noodnummer, wat aan onze keukentafel toen niet meer dan een loze belofte leek, is ondertussen al enkele maanden in voege.

Een evidentie zegt u? Het minste wat hij kon doen? Ja, misschien wel, maar toch blijft het een evidentie die ik toch niet zo evident acht. En zijn voorstel voor het initiëren van een nieuw noodnummer, wat aan onze keukentafel toen niet meer dan een loze belofte leek, is ondertussen al enkele maanden in voege. En met succes, zo blijkt.

We zijn 2018 ingewaaid, figuurlijk én letterlijk met hevige rukwinden, stormweer en code oranje. Toen ik de op de radio de avond voor de storm de oproep hoorde om meldingen over wateroverlast en stormschade naar het speciale noodnummer 1722 te richten was ik verdrietig én voldaan.

Verdrietig omdat ik weer met mijn neus op de feiten gedrukt werd. Het noodnummer 1722 is er pas gekomen na het overlijden van mijn nonkel en het bijhorende dagelijkse gemis.

Voldaan omdat het overlijden van mijn nonkel dus niet voor niets geweest is en de belofte die uitgesproken werd aan onze keukentafel op die zonnige zondag in juli 2016 ook echt werd nagekomen. Het was een magere troost, maar wel een troost.

Toen ik gisteren vernam dat het noodnummer 1722 een groot aantal oproepen binnengekregen heeft, was ik pas oprecht tevreden en voldaan. Volgens de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken zijn er woensdag alleen al maar liefst 5516 oproepen binnengekomen.

Zonder dat ik de vaak ernstige en urgente gevolgen van wateroverlast en stormschade wil minimaliseren (uiteraard omvat stormschade meer dan enkel ondergelopen kelders), wil ik dieper ingaan op het cijfer.

5516 oproepen naar het speciale noodnummer 1722. Dat zijn 5516 oproepen minder aan het adres van het noodnummer 112. Dat zijn 5516 ‘ondergelopen kelders’ die geen competitie meer voeren met medische urgenties en andere kritieke situaties. Dat zijn 5516 ‘ondergelopen kelders’ die geen mogelijke bedreiging meer vormen voor een mensenleven. Dat is 5516 keer het gevoel ‘dat het niet voor niets geweest is’. En dat is 5516 keer een logge olifant die toont dat ook hij soms kan hardlopen.

In tijden waar zagen, klagen en kritiek uiten nog nooit zo laagdrempelig en gemakkelijk was, wil ik toch graag even stilstaan bij de positieve kanten van het logge systeem dat onze regering is. En in tijden waar de zuurpruimen van sociale media koning zijn, geef ik graag een ‘like‘, een virtuele pluim zeg maar, aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, aan minister Jambon en zijn kabinet. Een pluim omdat ze woord bij daad gevoerd hebben, en omdat de dood van mijn nonkel niet voor niks geweest is.

1722, het is een nummer dat ik nooit zal vergeten. Net zoals ik nooit mijn nonkel en zijn schaterlach zal vergeten. Hopelijk u ook niet.

Partner Content