‘Het gewoon en het buitengewoon onderwijs moeten opgaan in één systeem’

ÌNCLUSIEF ONDERWIJS: 'De overheid beweert voor inclusie te gaan, maar houdt tegelijk de segregatie in stand.'
Ann Peuteman

Unia, het Interfederaal Gelijkekansencentrum, blijft achter het verguisde M-decreet staan. Maar alleen als het een eerste stap zal zijn naar een nieuw onderwijssysteem. Een systeem waarin van gewone en buitengewone scholen geen sprake meer zal zijn.

‘Vijftien jaar hebben we op het M-decreet moeten wachten’, zegt Unia-directeur Els Keytsman. ‘Laten we het alsjeblieft niet uithollen omdat het zoveel kritiek krijgt. Als we nu aan details beginnen te sleutelen, zouden we belangrijke verworvenheden kunnen verliezen. Dat zou een ramp zijn.’ Door het veelbesproken M-decreet kunnen kinderen met een handicap, die vroeger vooral in het buitengewoon onderwijs terechtkwamen, sinds vorig schooljaar naar een gewone school gaan. De Vlaamse regering voerde de nieuwe regels onder lichte druk in: ze moest dringend tegemoetkomen aan een VN-verdrag dat het recht garandeert op kwaliteitsvol onderwijs in scholen waar iedereen welkom is. Op dat vlak deed Vlaanderen het al jaren minder goed. ‘In de praktijk is er nog altijd geen breed draagvlak voor het M-decreet’, zegt Keytsman. ‘Niet in de publieke opinie, niet in het onderwijs, niet in de politiek. Geen wonder dat het decreet geen succes is.’ Toch neemt ze de verdediging ervan graag op zich. ‘In theorie is het goede wetgeving. Het is niet omdat de uitvoering mank loopt, dat het moet worden afgevoerd.’

De problemen op het terrein zijn anders niet min. Ondanks het inschrijvingsrecht kunnen heel wat ouders hun kind met een handicap niet naar een gewone school sturen. Unia ontving daarover het voorbije schooljaar een veertigtal meldingen, en dat zou maar het topje van de ijsberg zijn. ‘Het grootste probleem is dat veel scholen en leerkrachten nog op hun buikgevoel afgaan’, aldus Keytsman. ‘Het decreet bepaalt bijvoorbeeld dat elke school zogenoemde ‘redelijke aanpassingen’ moet doorvoeren voor leerlingen met een handicap. Maar wat is redelijk? Een begeleider die van ’s morgens tot ’s avonds naast je staat? In de hele school hellende vlakken voor rolstoelen? Er zijn wel criteria vastgelegd, en afgelopen vrijdag heeft de VN het recht op inclusief onderwijs verder toegelicht. Maar scholen, leraren en Centra voor Leerlingenbegeleiding blijven met vragen zitten. Gevolg: ze interpreteren het decreet te vaak naar eigen goeddunken.’

Dat blijkt uit de meldingen bij Unia: sommige schooldirecties zijn echt bereid om naar oplossingen te zoeken, andere wijken geen duimbreed. De ouders van Maxim, een jongen met het syndroom van Down, ondervonden het aan den lijve. Hun zoon ging naar een gewone basisschool, tot het voltallige lerarenkorps hem niet meer in de klas wou. Bemiddelingspogingen liepen op niets uit; Maxim moest naar een andere school. ‘Zoiets kan natuurlijk niet’, zegt Keytsman.

Nogal wat scholen zeggen dat ze niet genoeg geld hebben om hun werking en infrastructuur op kinderen met een handicap af te stemmen. Die klacht is deels terecht: het buitengewoon onderwijs heeft nog altijd veel meer middelen voor leerlingen met specifieke behoeften, en die worden maar mondjesmaat naar het gewoon onderwijs doorgeschoven. Keytsman: ‘Door het buitengewoon en gewoon onderwijs naast elkaar te laten bestaan en apart te financieren, geeft de overheid een dubbele boodschap. Ze beweert voor inclusie te gaan, maar houdt tegelijk de segregatie in stand. Daarom mag het M-decreet niet meer zijn dan een eerste stap op weg naar volwaardig inclusief onderwijs, waarbij scholen niet meer van slag raken als een leerling met een handicap bij hen aanklopt. Daartoe zou het buitengewoon onderwijs samen met het gewoon onderwijs in een nieuw systeem moeten opgaan. Dan zouden leraren en scholen weten waar ze aan toe zijn, ook financieel. En dan keert de rust misschien terug.’

Ann Peuteman

Maxim, een jongen met het downsyndroom, ging naar een gewone school. Tot het lerarenkorps hem niet meer wou.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content