John Crombez (SP.A)

‘Het is geen onvermijdelijke natuurwet dat we mensen in de kou moeten laten staan’

John Crombez (SP.A) Kamerlid en gewezen voorzitter SP.A

SP.A-voorzitter John Crombez stelt een socialistische Toekomstbegroting voor: ‘De toekomst verhoudt zich niet tot een cijfer, maar wel tot de samenleving die we willen zijn.’

Nieuwe tijden noem ik het. Tijden waarin we om de zoveel maanden geconfronteerd worden met een bikkelharde realiteit waarin economische grootmachten miljarden winst opstrijken en tegelijk duizenden werknemers op straat zetten.

Nieuwe tijden waarin robotisering en digitalisering onze bedrijven voor enorme uitdagingen plaatst, maar al te vaak samen een spreidstand vormen die eindigt met een C4.

Nieuwe tijden waarin werkgevers terecht steen en been klagen over de miljarden verlies door het fileleed in ons land, maar waar we blijkbaar toch niet fundamenteel durven in te grijpen.

Nieuwe tijden ook waarin de zorgnood alsmaar toeneemt, net als de ongelijkheid tussen kinderen. Of moeten we het normaal vinden dat een moeder van twee – die deeltijds ging werken om voor haar zieke man te zorgen omdat de overheid dat niet doet of kan – op het einde van de maand plots minder overhoudt? Moeten we het normaal vinden dat een kind van drie, dat naar de crèche ging, 700 woorden meer kent dan een kind van drie dat niet naar de crèche ging? Moeten we het normaal vinden dat een gast van zeventien die maaltijden bezorgt met de fiets minder verzekerd is dan de auto waartegen hij zopas gebotst is?

Wel, ik vind dat niet normaal. En velen samen met mij. Het is niet de eerste keer in de geschiedenis dat jobs verdwijnen en andere ontstaan. Het is niet de eerste keer dat vooruitgang ons voor dilemma’s plaatst. Wel, laat ons van die dilemma’s kansen maken. Zo kunnen we er perfect voor kiezen om te investeren in alle kinderen en leerkrachten. Zo kunnen we er perfect voor kiezen om te investeren in zorg en verplegers. Zo kunnen we er perfect voor kiezen om te investeren in een minimumpensioen van 1.500 euro. De toekomst verhoudt zich niet tot een cijfer, maar wel tot de samenleving die we willen zijn. Zorgen voor nieuwe bescherming en nieuwe gelijkheid, dat kan wel degelijk.

Het is geen onvermijdelijke natuurwet dat we mensen in de kou moeten laten staan.

Meer nog, beiden zijn een noodzakelijke voorwaarde voor een economie die voor iédereen draait, in plaats van voor enkelen. Wees gerust: zelfs een socialist weet dat de economie dé garantie is om het sociaal model van de eenentwintigste eeuw uit te tekenen. Het is geen of-of-verhaal, maar een én-én-verhaal. Om die reden hebben overheid, werkgevers en werknemers na de Tweede Wereldoorlog de krachten gebundeld om samen de sociale zekerheid uit de bouwen. Precies omdat ze wisten dat alleen zo iedereen kon winnen. Zo’n pact moeten we nu, in deze nieuwe tijden, opnieuw op poten zetten. Met een visie die verder reikt dan het volgende nachtelijke begrotingsconclaaf of de volgende verkiezingen.

Een visie die investeert in de toekomst in plaats van in stilstand. Een visie die bestaande noden op het terrein – in de eerste plaats in ons onderwijs en in onze zorg – lenigt. Een visie die werk maakt van gerichte en betere opleidingen voor zij die niet aan de bak komen, in plaats van elke dag te laten weerklinken dat 10.000 vacatures niet ingevuld raken. Een visie die kiest voor sterke infrastructuur voor de toekomst in plaats van 300.000 bedrijfswagens per jaar extra te subsidiëren. Een visie die van het huidige fiscaal kluwen naar een eenvoudige, eerlijke en efficiënte fiscaliteit van de toekomst gaat. Een fiscaliteit waar de belastingbrief overbodig wordt, waar iedereen naar eigen draagkracht eerlijk bijdraagt, die de administratieve kost tot een minimum beperkt, en die zeker en voorspelbaar is voor iedereen die wil ondernemen in dit land. Het goeie is dus dat we helemaal niet machteloos hoeven toe te kijken.

‘Allemaal goed en wel, die nieuwe tijden en die nieuwe oplossingen. Maar hoe gaan jullie dat nieuw socialisme betalen?’ Die vraag stelden verschillende journalisten mij meteen na mijn Nieuwjaarsspeech in Bredene. En terecht.

Met onze Toekomstbegroting heb ik daar klaar en duidelijk op geantwoord. Een Toekomstbegroting die tot 2060 reikt én die in evenwicht is. De vraag over de betaalbaarheid is in die optiek niet meer dan een valse keuze. De enige vraag die er wel toe doet is welke samenleving we over twintig jaar willen zijn en wat ons dat – als samenleving – waard is.

Wie bepaalt er dat we over tien jaar maximaal X aantal euro’s aan zorg, onderwijs en pensioen mogen investeren en dat alles wat daar dan bovenop komt als ‘onbetaalbaar’ moet worden gelabeld? Het is geen onvermijdelijke natuurwet dat we mensen in de kou ‘moeten’ laten staan. Bovendien blijft de vergrijzingsfactuur niet oplopen, in tegenstelling tot wat anderen zo graag roepen. In vergelijking met eerdere prognoses voor 2060 is dat bedrag zelfs al met 20 miljard (!) bijgesteld – naar beneden wel te verstaan. De tijd is gekomen om luid te roepen dat jongeren – met onze keuzes – zeker kunnen zijn van hun pensioen.

Een huis bouwen doe je niet in één dag. Een huis bouwen doe je niet alleen. Dat doe je als betrouwbare partners die inkomsten en uitgaven precies in evenwicht houden. Wij spelen geen verstoppertje, wij leggen onze kaarten op tafel en iedereen mag en kan ze hier zien. Met onze Toekomstbegroting reiken wij de hand aan iedereen die mee wil bouwen.

Lees ook het interview met John Crombez naar aanleiding van de Toekomstbegroting: De toekomstplannen van John Crombez: Investeren in zorg, onderwijs en pensioenen, én minder belastingen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content