Hendrik Vuye & Veerle Wouters

‘Hoe de regering voor het blok staat in het dossier van de RIZIV-nummers’

Hendrik Vuye & Veerle Wouters Hoogleraar (UNamur) en lector (Hogeschool PXL), voormalige V-Kamerleden

De Raad van State heeft de regering-Michel voor het blok gezet in het dossier van de RIZIV-nummers. Maar beseft ze het wel? Gaan de Vlaamse partijen nu toegeven? Komt er een voor Vlaanderen ongunstige verdeelsleutel? Het kan ook anders, stellen Veerle Wouters en Hendrik Vuye.

‘Hallelujah! Na twintig hele lange jaren ligt er eindelijk een ingangsexamen klaar aan Franstalige kant’. Dit zijn de woorden van een lid van de meerderheid in de plenaire vergadering van de Kamer. Eigenlijk moet het zijn: ‘mea culpa, want de federale regering heeft nog geen quota vastgelegd voor 2022’. En die quota moesten er zijn voor het begin van het academiejaar 2016-’17 … voor september 2016 dus. Het is zelfs hoog tijd om de quota 2023 vast te leggen.

Het heden is de totaalsom van de geschiedenis

Minister Marcourt (PS) maakt eindelijk werk van een toelatingsproef artsen en tandartsen in de Franse Gemeenschap. Dan wel met twintig jaar vertraging, want zo’n proef bestaat in Vlaanderen sedert 1997.

2017 lijkt een remake van 2015. Ook toen was er een decreet-Marcourt. Dan verklaart PS bij monde van André Frédéric dat de Franse Gemeenschap alle verbintenissen is nagekomen en dat de federale regering maar over de brug moet komen met RIZIV-nummers. Maar deze toelatingsproef wordt in de zomer van 2016 aan flarden geschoten door de Raad van State. Nu komt er een tweede decreet. Biedt dit rechtszekerheid? Geenszins. Het decreet zal ongetwijfeld worden aangevochten voor het Grondwettelijk Hof. En dan begint het pas. Een voorbeeld. Het eerste decreet-Marcourt wordt gepubliceerd in het staatsblad van 19 juli 2015. Het arrest komt er op 19 januari 2017. Het Hof stelt bovendien gewoon vast dat het geding wordt stopgezet, want intussen heeft de Raad van State de toelatingsproef al naar de prullenmand verwezen.

Nu is er een tweede decreet-Marcourt. Ditmaal is het Laurette Onkelinx (PS) die argumenteert dat de Franse Gemeenschap aan al haar verplichtingen heeft voldaan. Franstalige studenten geneeskunde kondigen opnieuw aan naar het Grondwettelijk Hof te trekken. Rechtszekerheid biedt de formule-Marcourt dus niet. De RIZIV-saga lijkt verdacht veel op F.C. De Kampioenen, steeds weer herhalingen.

En … federale regering, waar blijven de quota?

De artsenquota 2022 moesten er zijn voor september 2016. Hiervoor is een koninklijk besluit nodig. We wachten nog steeds, niet op Godot, maar op Maggie. De Raad van State stelt dan maar voor om de quota 2022 bij wet vast te leggen. Dit is een mogelijke oplossing om de laattijdigheid van het K.B. weg te werken. Alleen verwijst De Block deze oplossing naar de prullenmand wegens ’technisch onmogelijk’. Juister is om te stellen dat de regering-Michel dit heeft geprobeerd, maar niet tot een akkoord is gekomen wegens ‘politiek onmogelijk’.

In september 2016 heeft de regering-Michel nochtans aangekondigd dat er een akkoord is over de artsenquota 2022. Het aantal gegadigden voor een RIZIV-nummer bedraagt 1320, waarvan 792 voor de Vlaamse Gemeenschap en 528 voor de Franse Gemeenschap. De verdeelsleutel 60/40 blijft behouden.

Maar er is een kink in de kabel. De planningscommissie heeft een verdeelsleutel 56,5/43,5 voorgesteld voor 2022. Een voor Vlaanderen nadelige verdeelsleutel. Deze commissie bestaat uit vertegenwoordigers van universiteiten, ziekenfondsen, gemeenschappen, RIZIV, …

En de planningscommissie gaat verder op haar élan. Dit weekend titelt La Libre Belgique: ‘Les experts réclament (à nouveau) davantage de médecins francophones’. Blijkt dat de planningscommissie voor de jaren 2023 tot 2026 een verdeelsleutel voorstelt van 58/42. Bovendien verhoogt het aantal gegadigden tot 1445, waarvan 838 in de Vlaamse Gemeenschap en 607 in de Franse Gemeenschap. In 2021 waren dat er 1230 en in de periode 2008-’11 slechts 757. Besparingen, dacht U? 60/40, dacht U?

Maggie voor het blok?

Er is meer aan de hand. Veel meer. De regering-Michel heeft zich vastgereden in de modder van de RIZIV-nummers. Wie de arresten van de Raad van State van de zomer 2016 leest, kan men er niet naast kijken. Ze gaan over de quota 2021, vastgelegd volgens de verdeelsleutel 60/40. Een Franstalige kamer van de Raad van State stelt dat deze verdeelsleutel arbitrair is en dus onwettig. Volgens de Raad heeft de verdeelsleutel niets te maken met de planning van het medische aanbod.

Indien de 60/40 verdeelsleutel voor 2021 arbitrair is, dan heeft dit ook gevolgen voor 2022 (en de volgende jaren). Ook die verdeelsleutel van 60/40 is dan arbitrair, zeker nu minister De Block het advies van de planningscommissie voor dat jaar naast zich heeft neergelegd.

Komt er toch een K.B. met quota, dan volstaat het dat één student naar de Raad van State stapt en … exit het K.B. en de quota. En voor wie denkt dat we doemdenkers zijn, het Comité Inter-Universitaire des étudiants en Médecine (CIUM) kondigt nu al aan naar de Raad van State te trekken.

Het zijn Franstalige kamers van de Raad van State die de regering-Michel voor het blok zetten. Ofwel komt er een voor Vlaanderen ongunstige verdeelsleutel, ofwel wordt het K.B. van tafel geveegd. Is dat de reden waarom De Block niet langer spreekt van een K.B. maar op parlementaire vragen gewoon nog antwoordt: ‘Er wordt nu gewerkt aan een globale en duurzame oplossing binnen de kortst mogelijke termijn’. Heeft de regering-Michel begrepen dat ze voor schut staat?

Zou dit communautair geladen rechtspraak kunnen zijn van Franstalige kamers van de Raad van State? Natuurlijk! Recht is geen positieve wetenschap. De Raad van State heeft zelf ooit geschreven dat ingeval van ‘ernstige problemen welke de Belgische samenleving verdelen … een sterke persoonlijke betrokkenheid bij die tegenstellingen onvermijdelijk aanwezig is’ bij de staatsraden. Dat Franstaligen en Vlamingen een andere kijk hebben op de organisatie van de geneeskunde is onbetwistbaar. Al twintig jaar proberen de Vlamingen de kosten in de hand te houden met een toelatingsproef, al twintig jaar verzetten Franstaligen zich tegen een toelatingsproef. Quo usque tandem abutere patientia nostra?

Defederaliseren als oplossing

En dan is er nog de kers op de taart. Gedurende twintig jaar is er geen ingangsexamen in de Franse Gemeenschap. Hoe lost men dat dan op? Heel eenvoudig, men lost het niet op. Men doet gewoon een voorafname op toekomstige Riziv-nummers. In het Frans klinkt deze holdup heel onschuldig: ‘le système de lissage’. De Vlaamse partijen van de regering-Michel hebben steeds beloofd dat dit zou worden gecompenseerd. Volgens onze informatie stelt de planningscommissie voor om deze compensatie te spreiden over 15 jaar. Studenten die in september 2017 aan hun studie beginnen krijgen dan een RIZIV-nummer in 2023, wat betekent dat de compensatieregeling loopt tot 2038. Een eeuwigheid. Korter zou niet kunnen, want dan komen enkele Franstalige universiteiten in de problemen.

Ingeval van ‘ernstige problemen welke de Belgische samenleving verdelen’ is er maar één oplossing: defederaliseren. Het kan. En daar hoeft zelfs geen meerderheid van twee derden voor gezocht. De rijke Belgische geschiedenis van communautaire compromissen toont de weg. De nationale economische sectoren zijn het communautaire dossier bij uitstek van het begin van de jaren 80 van vorige eeuw, net als de RIZIV-nummers nu.

Hoe heeft men dit toen opgelost? Binnen de federale regering komt er een ministerieel comité voor de nationale sectoren in het Vlaamse Gewest en een ministerieel comité voor de nationale sectoren in het Waalse Gewest. Bij (gewone) wet worden twee vennootschappen opgericht, elk bevoegd voor een gewest. De financiële middelen komen voort uit de in het gewest geïnde successierechten. Zo kan, per gewest, een afzonderlijk beleid worden gevoerd, met eigen geld.

Dergelijke formule van voorlopige defederalisering is ook nu mogelijk en dit kan met een gewone meerderheid. Dit is geen staatshervorming, maar een herschikken van bevoegdheden binnen de federale regering. Communautaire standstill of niet, het kan. Zo krijgen Nederlandstaligen en Franstaligen wat ze willen en draagt elk de verantwoordelijkheid voor zijn beleid. Dat is pas eerlijk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content