Johan Vande Lanotte (SP.A): ‘Ik heb nooit de wereld willen verbeteren’

Johan Vande Lanotte. © Jelle Vermeersch
Jan Lippens & Peter Casteels Medewerkers bij Knack

Met een nieuw pamflet gooit SP.A-boegbeeld Johan Vande Lanotte zich voluit in de Oostendse politiek. Knack sprak met de burgervader over zijn Stadslijst, de crisis bij de socialisten, de pensioenen en een heftig twitterende staatssecretaris. ‘Natuurlijk is Theo Francken geen racist.’

In de hal bij het kantoor van Johan Vande Lanotte staat een bananenplant. Van die plant, zo vertelt hij ons, sterft de oude stam na enkele jaren af, waardoor nieuwe scheuten de ruimte krijgen. Die plantjes hebben exact hetzelfde DNA als de oude stam, klinkt het nog. Ze zijn een wel érg dankbare metafoor voor de verbredende Stadslijst waarmee Vande Lanotte volgend jaar in Oostende naar de kiezer wil trekken. Is die lijst oude wijn in nieuwe zakken? Wat de ‘keizer van Oostende’ ook mag beweren, zijn critici zullen moeilijk geloven dat hij de geneugten van de partijverbreding en zelfs de participatieve democratie heeft ontdekt. Vanzelfsprekend is hij het daarmee gloeiend oneens: ‘Allee! Ik probeer een heel bloemenveld aan te leggen. Een plek waar net veel verschillende soorten planten kunnen groeien.’

Sinds begin dit jaar is Johan Vande Lanotte alleen nog burgemeester van Oostende. Voor een man die jarenlang als machtspoliticus is afgeschilderd, houdt hij er inderdaad vreemde gewoonten op na. Wekelijks maakt hij zes tot acht uur vrij voor huisbezoeken. Hij legde er al tweeduizend af, en hoopt er daar tegen 14 oktober 2018 nog eens tweeduizend aan toe te voegen. Van ongeveer de helft van de huizen gaat de deur voor hem open. Vande Lanotte begrijpt niet waarom niet meer partijgenoten hetzelfde doen: ‘Als mensen me vertellen dat er iets misloopt in hun buurt, kan ik vaak echt helpen. Ik leer mijn stad ook beter kennen. De eenzaamheid waarvan veel mensen last hebben, is me ontzettend opgevallen.’

Hoe overstijg je het wij-zijdenken? Het kan soms eenvoudig. Organiseer een straatbarbecue

In uw nieuwe pamflet De stad is de wereld citeert u uit de Stadsmonitor, die onder meer peilt naar de leefkwaliteit van de Vlaamse centrumsteden: ook daaruit spreekt een treurig beeld van de Oostendenaar.

Johan Vande Lanotte: Een sluitende verklaring heb ik daar niet voor. Veel Oostendenaars hebben weinig of geen contact met familie of vrienden. Er zijn ook veel alleenstaanden. Voor een deel heeft dat te maken met de stad aan zee als eindhalte. Andere kustgemeenten zien hetzelfde: mensen willen hun oude dag aan zee slijten, maar hun familie en kennissenkring blijft wel achter in het binnenland. Dat gebrek aan sociaal contact voedt ook de angst voor andere, onbekende inwoners.

Is dat niet eigen aan álle steden?

Vande Lanotte: Die uitleg is te gemakkelijk. Je vindt die polarisatie evengoed in kleine landelijke gemeenten. Het is zelfs een West-Europees probleem. Bas Heijne heeft in zijn pamflet Staat van Nederland een analyse van de Nederlandse samenleving gemaakt die net zo goed opgaat voor ons land. Ze heeft mij in ieder geval geïnspireerd. Nederland en België zijn rijke landen, de welvaart wordt er vrij goed verdeeld, de ongelijkheid is er niet zo torenhoog als in vele anderen landen, enzovoort. En toch heerst er ontevredenheid, een gevoel van onbehagen en zelfs angst. Kijk maar alleen al naar West-Vlaanderen: een rijke provincie, maar wel met de hoogste zelfmoordcijfers.

Draait die polarisatie toch niet vooral rond vreemdelingen en de islam?

Vande Lanotte: Tussen ouderen en jongeren zie je ook een breuklijn, of tussen buren waarvan de één het voetpad schoonveegt en de ander niet. Maar ook vreemdelingen en de islam spelen een belangrijke rol, ja. En dat is eigenlijk nogal logisch.

Hoezo?

Vande Lanotte: Toen ik minister was en geregeld op televisie kwam, vroeg ik ’s avonds thuis weleens: ‘Wat heb ik zoal verteld op het scherm?’ Dat wisten mijn vrouw of kinderen vaak niet. Ze herinnerden zich wel of ik vriendelijk of bezorgd had gekeken, en of ik er fris of moe had uitgezien. Welnu, als je vier, vijf jaar lang om de oren wordt geslagen met beelden van extreem geweld en gruwel, en die beelden direct worden gelinkt aan één godsdienst, dan is het logisch dat de mensen ‘islam’ en ‘moslims’ gaan gelijkschakelen met ‘geweld’. Punt uit.

Vergelijk het met de pedofilieschandalen in de kerk. Nadat die verhalen waren bovengekomen, en dag na dag breed in de media waren uitgesmeerd, werden zowat alle katholieke priesters anders bekeken.

U vindt dat allemaal onterecht?

Vande Lanotte: Nee, want in die beeldvorming zit wel een element van waarheid. Dat geweld in naam van de islam is realiteit, hè.

Hoe gaat u die polarisatie oplossen in Oostende?

Vande Lanotte: Als federaal minister weet je wat je te doen staat. Je vertegenwoordigt je partij en discussieert en onderhandelt au fond over de herverdeling van geld: geven we dat aan gevechtsvliegtuigen of aan de sociale zekerheid? In een stad of gemeente is dat helemaal anders. Ik heb weinig middelen om te herverdelen. Hier is de fundamentele vraag: hoe kunnen we mensen beter laten samenleven? Ik probeer vandaag uit te zoeken hoe ik als burgemeester daartoe kan bijdragen. En de stad, de wijk, de straat lijkt mij een ideaal startpunt om gemeenschapsgevoel te creëren en onbehagen weg te nemen. Hoe overstijg je dat wij-zijdenken? Het kan soms eenvoudig. Organiseer een straatbarbecue: dan telt niet meer of je lang gestudeerd hebt of niet, jong of oud bent en moslim of niet. Nee, dan telt of je meedoet en meewerkt of niet. Of je deel bent van je buurtgemeenschap of niet.

Johan Vande Lanotte (SP.A): 'Ik heb nooit de wereld willen verbeteren'
© Jelle Vermeersch

Barbecueën tegen de polarisatie: u meent het!

Vande Lanotte: U moet daar niet zo schamper over doen. Ik doe in mijn boekje nog enkele praktische en haalbare voorstellen die het samenzijn bevorderen. Zal ik daarmee de wereld verbeteren? Nee. Dat is ook nooit mijn ambitie geweest. De grote wereldverbeteraars hebben meestal alleen oorlog en ellende veroorzaakt. Ik wil dingen ten goede veranderen, maar op een pragmatische en realistische manier.

Uw rist voorstellen herinnert bij momenten aan het gratisbeleid van wijlen Steve Stevaert: er zijn maar weinig Oostendenaars die niet op een subsidie zullen kunnen rekenen. Hoe u daarvoor zult betalen, schrijft u er niet bij.

Vande Lanotte: Enfin! (loopt de lijst met voorstellen af) Van de negen ideeën komen er misschien drie neer op een subsidie. Alles bij elkaar gaat het over het verschuiven van 2 à 3 procent van de Oostendse begroting van 150 miljoen euro. En dat bedrag moeten we elk jaar wel ergens voor vinden en vrijmaken. Wat is dan het probleem?

Uw voorstellen voor verbondenheid, uw pleidooi om als burgemeester ‘midden de mensen’ te staan: het had evengoed uit de koker van een CD&V’er kunnen komen.

Vande Lanotte: Misschien, maar dan wel door een sterk sociaal voelende en vernieuwende CD&V’er. (lacht) Lokale democratie is minder ideologisch dan de nationale politiek. Ik beweer niet dat ik met recepten of projecten uitpak die alleen van SP.A’ers kunnen komen. Alle democratische partijen hebben burgemeesters die in dezelfde richting denken. Ik heb de indruk dat vooral sommige lokale N-VA-besturen hun inwoners liever verdelen dan verbinden – en zelfs dat zullen uitzonderingen zijn.

De stad is de wereld is ook het officiële startpunt van de Stadslijst, waarmee u bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 wilt uitpakken. Hoe geloofwaardig is een voormalig SP.A-topminister als trekker van een niet-partijgebonden lokale lijst?

Vande Lanotte: Over het lijsttrekkerschap moeten we het nog hebben.

Werkelijk?

Vande Lanotte: Ja. En voor alle duidelijkheid: lid zijn van de SP.A, daar is niets mis mee. Ik zal het altijd blijven.

Zal uw partijvoorzitter en Oostends gemeenteraadslid John Crombez ook op de Stadslijst staan?

Vande Lanotte: Uiteraard. We zullen nu een programma proberen te schrijven. Daarvoor organiseren we een aantal bijeenkomsten met ruim honderd niet-SP.A-leden. Pas daarna praten we over wie op de lijst wil staan. Partij-etiketten zullen geen rol spelen. Onderschat niet wat we nu doen – de socialisten zijn hier tenslotte vierentwintig jaar aan de macht geweest.

Waarom die moeilijke en electoraal onzekere oefening als u misschien evengoed, zoals in Gent, een kartel met Groen had kunnen vormen?

Vande Lanotte:It takes two to tango. In 2000, 2006 en 2012 hebben we aan de groenen voorgesteld om een kartel te vormen. Twee keer hadden we zelf al een absolute meerderheid. Telkens weigerden ze. Dat is uiteraard hun goed recht.

Ik heb de indruk dat vooral sommige lokale N-VA-besturen hun inwoners liever verdelen dan verbinden

Dus is de Stadslijst een noodoplossing?

Vande Lanotte: Nee, we maken gewoon een fundamenteel andere keuze. Ik vind het nu ook een bétere keuze dan een kartel.

U dacht niet: ‘De peilingen zijn zo slecht voor de SP.A dat ik daar in Oostende maar beter zo weinig mogelijk mee geassocieerd kan worden’?

Vande Lanotte:(luid) Maar nee! De Stadslijst heeft niets met zulke berekeningen te maken. Geen enkele betrokkene krijgt beloftes over wat voor functie of plaats dan ook. En ik evenmin. Als de uitslag tegenvalt, zal ik mijn conclusies wel trekken.

Laten we het eens over uw partij hebben: die stelt het niet goed.

Vande Lanotte: Wat wilt u weten? Wat de SP.A vandaag doormaakt, was perfect te voorspellen. Ik heb dat ook tegen John gezegd: ‘Wat je de eerste drie jaar als voorzitter ook doet: het zal nooit goed zijn.’ Die periode is nodig, maar levert ons niets op. De CVP had na 1999 zes jaar in de oppositie nodig om te recupereren van vijftig jaar regeren. Wij hebben in de perceptie van de mensen – ook al klopt dat niet helemaal – vijfentwintig jaar bestuurd, dus zullen wij ongeveer drie jaar nodig hebben. Pin me niet vast op zo’n grove berekening. Die herbronning kan ook vijf jaar duren. En dan zullen we er pas bij de verkiezingen van 2024 weer staan.

Waarom kondigt John Crombez dan nu al aan dat hij opstapt als de uitslag in 2019 tegenvalt?

Vande Lanotte: Hij heeft dat gezegd toen de SP.A in de peilingen op 9 procent stond. Met zo’n uitslag kan geen enkele partijvoorzitter aanblijven. Zal in 2019 dezelfde score als in 2014 (8,8 procent, nvdr.) of zelfs een lichte achteruitgang John ten kwade worden geduid? Ik denk het niet.

Dit jaar vieren we tien jaar crisis bij de SP.A: na de verkiezingsnederlaag van 2007, onder uw voorzitterschap, is het alleen maar slechter gegaan. Voor de uitslag die u toen haalde – iets meer dan 16 procent – zou John Crombez vandaag tekenen.

Vande Lanotte: In 2007 bestond de N-VA nog niet echt, en vandaag zijn er gewoon geen grote partijen meer. Behalve eentje, ja. Maar ik deel uw pessimisme over mijn partij niet.

Kijk naar wat we sinds 2000 in de regering hebben verwezenlijkt: we hebben de welvaart verhoogd, de sociale zekerheid verstevigd en de ongelijkheid niet laten toenemen – in tegenstelling tot alle andere landen. Mijn partij heeft daardoor inderdaad stemmen verloren, net zoals we door de goedkeuring van het migrantenstemrecht misschien wel 4 procent zijn kwijtgeraakt. Maar gaat het daarom slecht met ons? Gaat het alleen goed met partijen die verkiezingen winnen zonder met die stemmen ook iets te dóén, zonder de samenleving beter te maken? Op die manier wil ik niet aan politiek doen. Wij hebben met goede reden stemmen verloren, en we moeten die in de oppositie terugwinnen.

Dat lukt voorlopig niet. Er zijn nogal wat mensen, ook binnen uw partij, die beginnen te denken: ‘Misschien ligt het aan de voorzitter.’

Vande Lanotte: In 2002 stonden we op 17 procent in de peilingen. Toen hoorde je ook: ‘Steve Stevaert is niet goed bezig’ – waarop we, in 2003, 24 procent haalden. Ik heb geleerd dat zulke voorspellingen volledig onbetrouwbaar zijn. Eén element kan een hele campagne omgooien. Toen de Open VLD in 2010 de stekker uit de regering-Leterme trok, kreeg N-VA er in één week 8 procent bij. En bij ons ging er in 1999 in één klap 5 procent af, door de dioxinecrisis.

Johan Vande Lanotte (SP.A): 'Ik heb nooit de wereld willen verbeteren'
© Jelle Vermeersch

U noemde uw eigen voorzitterschap destijds mislukt omdat u liefst nauwgezet dossiers bestudeerde en niet in oneliners kon praten. De gelijkenissen met Crombez zijn zo groot dat u ze misschien ook ziet.

Vande Lanotte: Er is één belangrijk verschil: ik had anderhalf jaar om als een voorzitter te leren communiceren. Dat is me niet gelukt. John heeft nu vijf jaar. Het kan nog beter, dat geef ik toe. Maar hij traint zichzelf daar ook in.

Over een jaar komen er wel al gemeenteraadsverkiezingen aan.

Vande Lanotte: John daarop afrekenen zou oneerlijk zijn. In 2006 heeft de SP.A de gemeenteraadsverkiezingen gewonnen. Ik was toen voorzitter, en niemand heeft die uitslag verklaard door naar mijn ‘genie’ te verwijzen. De lokale democratie is sterk genoeg om los te staan van de nationale politiek.

SP.A-coryfee Louis Tobback vond dat John Crombez de pedalen kwijt was omdat hij de voorbije zomer Nouvelles conquêtes afschoot, het pamflet van PS-voorzitter Elio Di Rupo. Daar stonden anders frisse linkse ideeën in, zoals de vierdagenwerkweek.

Vande Lanotte: Vindt u dat een fris idee? In 1990 heeft de studiedienst van onze partij zich daarover gebogen. We kwamen erop uit dat zo’n voorstel geen oplossing was om werklozen aan het werk te helpen: daarvoor is de mismatch te groot tussen de werklozen en de beschikbare jobs. Het is niet omdat iedereen minder gaat werken dat de werklozen van vandaag meteen aan een baan zullen raken. Ze hebben meestal een betere opleiding nodig.

Uw partij pleit anders ook voor de dertigurenweek.

Vande Lanotte: Dát is iets anders. Dat is een keuze die mensen moeten kunnen maken, en waardoor ze ook minder zullen verdienen. In het voorstel van Di Rupo behoudt iedereen een volledig loon. Dat is gewoon onrealistisch.

Crombez liep twee weken lang het vuur uit zijn sloffen tegen het voornemen van de federale regering om het pensioen van werkloze vijftigplussers te verlagen. Was dat zo’n voor de peilingen beslissend moment?

Vande Lanotte: Dat kan ik natuurlijk niet voorspellen. Maar het ging om een grote onrechtvaardigheid. Ik geef in mijn boekje het voorbeeld van een landbouwingenieur die zijn job kwijt was. Bij geen enkele werkgever mocht hij op gesprek komen, tot ik hem aanraadde om zijn leeftijd achterwege te laten op zijn sollicitatiebrief. Meteen werd hij overal uitgenodigd. Zelfs iemand van 52 jaar moet al veel chance hebben om nog aan een job te raken.

Die maatregel ging over 20 miljoen euro – kruimels, binnen een miljardenbegroting. Hoe kan het dat een regering daar wekenlang over moet ruziën?

Vande Lanotte:(lacht smakelijk) Niet te geloven, hè? De federale coalitiepartners gunnen elkaar niets, het is een treurig schouwspel. Maar ik denk dat er in dit geval ook een misverstand heerste. Gwendolyn Rutten zat in De zevende dag en had misschien gewoon niet begrepen wat haar eigen regering had beslist. Kan gebeuren. Maar dan moet ze daar achteraf niet onnozel over doen. Die 20 miljoen euro in de begroting moest érgens vandaan komen.

Veel politici hebben de vergroening van de samenleving totaal gemist, terwijl de grootste uitdaging dáár ligt

Samen met voormalig SP.A-minister van Pensioenen Frank Vandenbroucke schreef u jaren geleden een open brief waarin u zich bezorgd toonde over de betaalbaarheid van onze pensioenen. Is dat stelsel ondertussen voldoende verstevigd?

Vande Lanotte: Iedereen was toen geobsedeerd door de vergrijzing, en velen zijn dat nog altijd. Ik ben daar anders over gaan denken in 2009, toen bleek dat we onvoldoende schoolgebouwen hadden voor onze kleuters. Veel politici hebben de vergroening van de samenleving totaal gemist, terwijl de grootste uitdaging dáár ligt. We moeten jonge mensen alle kansen geven. Net zoals we voor ouderen, mensen met een beperking en allochtonen extra maatregelen moeten nemen. Ik zeg: geef die verschillende groepen een specifieke lastenverlaging. Alleen als je dat miljoen mensen in onze samenleving integreert, kun je de pensioenen blijven betalen. Maar daar doet deze regering niet aan. Ze denkt dat ze alleen maar op de pensioenen kan besparen, dat ze niets anders kan doen: dat kun je zelfs geen hervorming noemen. Ik begrijp dat pessimisme écht niet. Ja, we zullen de komende decennia 3 of 4 procent van het bruto binnenlands product extra aan de pensioenen moeten besteden. Maar tussen 1980 en 2000 is het budget van de sociale zekerheid nog wel meer gestegen. En dat hebben we ook allemaal overleefd – toch?

Met dat inzicht had u zich de ellende van het Zilverfonds, dat bedoeld was om de vergrijzingskosten op te vangen maar op een mislukking zou uitdraaien, misschien niet op de hals hoeven te halen.

Vande Lanotte: Ellende? Begin jaren 2000 was het Zilverfonds de ideale formule. De regeringen-Dehaene en -Verhofstadt, waar ik in zat, hebben de Belgische schuld met 40 procentpunten teruggebracht, tot 87 procent van het bnp in 2007. Uiteindelijk zouden we overschotten geboekt hebben die voor de vergrijzing hadden kunnen dienen. Na de financiële crisis zijn de tijden helaas veranderd.

Ter vergelijking: de huidige regering zal op het einde van de rit één procentje van de schuld hebben weggewerkt. Proficiat, zeg. Ik hoef het u niet te vertellen: als de socialisten zo’n resultaat zouden voorleggen, zou het kot te klein zijn.

U bent als minister van Binnenlandse Zaken in de jaren negentig ook bevoegd geweest voor asiel en migratie. Doen we de waarheid geweld aan als we zeggen dat uw beleid niet zo veel verschilde van dat van N-VA-staatssecretaris Theo Francken?

Vande Lanotte: Ik heb de wet ook altijd streng toegepast, ja. Ik zal nooit kritiek op Francken geven: ik weet hoe extreem moeilijk het is, in zijn rol, om goed te doen. Ik heb wel altijd de mensen ontvangen die ik het land uitzette. Elke week kwamen er tientallen mij om uitleg vragen.

Zou u dat Francken ook aanraden?

Vande Lanotte: Ik raad niemand iets aan. Ik vond dat ik dat móést doen: mensen over wiens leven ik zo’n ingrijpende beslissing had genomen, hadden het recht om me daar vragen over te stellen. Maar het was verschrikkelijk moeilijk. Als je zoiets vier uur had gedaan, was je de rest van de dag onaanspreekbaar.

Johan Vande Lanotte, , Polis, 96 blz., € 15.
Johan Vande Lanotte, , Polis, 96 blz., € 15.

Werd u daar milder van?

Vande Lanotte: Nee. Ik hield er alleen een heel onbehaaglijk gevoel aan over. Er is weleens iemand uit het raam gesprongen nadat hij te horen had gekregen dat hij terug moest. Ik had die bevoegdheid geen tweede keer op me kunnen nemen.

De communicatie van Theo Francken is een andere zaak. Ik zou nooit over mensen spreken of twitteren zoals hij soms doet. Tussen asielzoekers zitten zowel profiteurs als mensen die in wanhoop verkeren. Zowel goede als slechte mensen. Maar het zijn wel allemaal mensen. Waarom gaat Francken zo uit de bocht? Dat kan alleen Vlaams Belang weer de wind in de zeilen geven.

Vorige maand noemde PS-boegbeeld Laurette Onkelinx hem in Humo onomwonden een racist.

Vande Lanotte: Ik zal nooit iets slechts over Laurette zeggen. Ik heb haar altijd als een vriendin beschouwd. Maar in dit geval heeft ze echt wel ongelijk: Theo Francken is natuurlijk geen racist.

Het voorbije jaar kwamen heel wat politici in opspraak – over geld, belangenvermenging, mandaten enzovoort. Hun verdediging was weleens, net zoals de uwe als ‘keizer van Oostende’: ‘Ik heb nooit één regel geschonden.’ Maar dat excuus pikken de mensen niet per se meer.

Vande Lanotte: Ik heb alles altijd volgens de wettelijke bepalingen gedaan. En ik heb mezelf nooit persoonlijk verrijkt. Ik zie dus nog altijd geen ethisch probleem. Ik heb ervoor gezorgd dat Vlaanderen meespeelt op Europees niveau als het over hernieuwbare energie en offshorewindmolenparken gaat. Dat ondertussen mijn imago averij opgelopen heeft? Het zal wel. Maar wie daarmee rekening houdt, doet nooit iets als politicus.

Als oud-parlementslid had u, net zoals Louis Tobback, recht op een pensioen. U hebt dat aan u laten voorbijgaan, in tegenstelling tot de Leuvense burgemeester.

Vande Lanotte: De reden daarvoor was simpel: ik ben nog maar 62. Werkende mensen kunnen pas vanaf hun 65e een bijverdienste met een pensioen combineren. Louis is die leeftijd al lang gepasseerd. Wat zou ik gedaan hebben als ik zo oud als hij was? Ik zou het niet weten. Maar ook aan dat pensioen is eigenlijk niets onethisch, zolang we het inkomensplafond niet overschrijden waarover de SP.A heeft beslist.

Tobback ergerde zich eraan dat John Crombez katholieker dan de paus wil zijn als het over geld en ethiek gaat. U ook?

Vande Lanotte: John had geen keuze. Het is niet zo dat hij even heeft beslist om van 2017 een themajaar over de zeden in de politiek te maken. Zal ons dat stemmen opleveren? Nee. Maar als we het niet hadden gedaan, zou uw vraag geweest zijn: ‘Hebben de socialisten in dat hele debat geen voortrekkersrol te spelen?’ Of niet, soms?

Johan Vande Lanotte, De stad is de wereld. Wat we vandaag delen, Polis, 96 blz., 15 euro.

Dit artikel verschijnt vanaf 4/10 in Knack.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content