Kinderrechtencommissariaat pleit voor stemrecht vanaf 16 jaar

Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen © Belga

Het Kinderrechtencommissariaat wil jongeren vanaf 16 jaar de kans geven om tijdens de volgende provincie- en gemeenteraadsverkiezingen in 2018 naar het stemhokje te trekken. Dat blijkt uit een nieuw advies van de Kinderrechtencommissaris aan het Vlaams Parlement. De bespreking van het kiesdecreet staat gepland voor einde deze maand.

Nadat eerder al de Vlaamse Jeugdraad en de jongerenafdeling van alle Vlaamse partijen, uitgezonderd N-VA en Vlaams Belang, zich hadden opgeworpen als voorstanders van stemrecht op 16 jaar, heeft nu ook de Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen partij gekozen.

Na een eerste hoorzitting op 17 mei vindt een kleine twee weken later, op 30 mei, de bespreking plaats binnen de commissie Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid over het al dan niet wijzigen van het lokaal en provinciaal kiesdecreet.

Het Kinderrechtencommissariaat heeft nu een geactualiseerde versie naar buiten gebracht van een advies dat al in 2001 verleend werd. ‘Stemrecht op zestien is een logische volgende stap in het concretiseren van de jongerenparticipatie aan onze samenleving’, zegt de Kinderrechtencommissaris Vanobbergen. ‘Waar eerder al het decreet integrale jeugdhulp en de wet patiëntenrechten al meer inspraak aan jongeren hebben gegeven, moeten we die inspraak nu ook mogelijk maken in de samenleving.’

‘Jongeren zijn ervaringsdeskundigen’

De inbreng van jongeren mag niet onderschat worden, vindt Vanobbergen. ‘Het zijn ervaringsdeskundigen op domeinen die hen zelf aanbelangen, zoals onderwijs, jeugdbeleid, sport en cultuur. Door hen ook te laten deelnemen aan de verkiezingen kunnen die thema’s hoger op de politieke agenda worden geplaatst.’

Dat jongeren niet geïnteresseerd zijn in politiek of niet genoeg geïnformeerd zijn, gaat volgens de Kinderrechtencommissaris niet enkel op voor minderjarigen. ‘Ik hoor van tegenstanders dat jongeren niet competent genoeg zijn om te stemmen, dat ze te beïnvloedbaar zijn ook. Maar dat zijn argumenten die voor redelijk wat volwassenen ook op gaan’, zegt Vanobbergen. ‘Het verstevigen van de burgerzin van jongeren zou net het vertrekpunt moeten zijn’, besluit Vanobbergen.

Partner Content