Roel Deseyn

‘Krijgt de Belgische staat de belastingplichtigen die ze verdient?’

Roel Deseyn Federaal volksvertegenwoordiger voor CD&V

De Paradise Papers zijn het zoveelste signaal dat de Belgische politiek eindelijk eens werk moet maken van doortastende maatregelen, schrijft CD&V-kamerlid Roel Deseyn. ‘De politiek moet er klaar voor zijn, nu nog de miljardencowboys’.

Daar gaan we weer: een nieuw schandaal en nieuwe ontdekkingen. Dit keer zijn het de Paradise Papers die ons met de neus op de feiten drukken. Sommige belastingplichtigen gaan maniakaalals te werk om zwakke plekken in het wereldwijd systeem van belastingsregels te vinden. Het lijken wel hackers.

Zelfregulering als oplossing? Wie gelooft die mensen en voorstellen nog? In de bijzondere commissie Panama Papers was de verdedigingslijn van de banken klassiek: het waren eerdere feiten die onder de verantwoordelijkheid vielen van het vroegere management. We know from nothing, klonk het met de nodige portie zelfmedelijden.

Krijgt de Belgische Staat de belastingplichtigen die ze verdient?

Roel Deseyn

De Paradise Papers moeten absoluut een politiek vervolg kennen. We hebben geen nood aan een nieuwe onderzoekscommissie die tot dezelfde conclusies komt als die van de Panama Papers. We moeten daarentegen volop uitwerken van wat er de laatste maanden is voorbereid en bestudeerd. Laten we dus maar eens alle -meer dan 130 !- aanbevelingen uitvoeren om internationale fiscale fraude tegen te gaan. Straffere teksten hoeven echt niet.

Zij die smalend over een te weinig ambitieus rapport spreken, proberen zich een geweten aan te praten. Gelukkig keurde de oppositie meer dan 90% van de aanbevelingen goed. Wie echt een betere fiscale politiek wil, zal toch moeten leren om uit zijn pijp te komen, niet in het minst op Europees vlak. Het is pijnlijk om te zien hoe ons land soms de schijn wekt niet voluit voor alternatieve belastingvormen of maximale transparantie te gaan.

Met mijn partij, de CD&V, ben ik wel optimistisch over de initiatieven die op Europees en globaal vlak worden ontwikkeld. Het Base Erosion and Profit Shifting-project moet klaarheid brengen in de wirwar van winstverschuivingen. De Anti-Taksvermijdingsrichtlijn moet tot een betere uitwisseling van gegevens tussen de lidstaten leiden. Eenzelfde appreciatie drukken we uit voor het Europees voorstel van meldingsplicht voor financiële tussenpersonen en adviseurs.

Maar ook op nationaal vlak kunnen we de nodige stappen ondernemen: de dubbelbelastingverdragen, belastingverdragen die ons land bilateraal met andere landen sluit, zijn nu soms in die mate absurd dat ze leiden tot een dubbele niet-belasting. Het is de wereld op zijn kop. Ik vraag me als jong politicus af wie in de voorbije decennia toch allemaal bediend moest worden met zulke riante regimes. Om maar te zwijgen waarom dat precies moest gebeuren.

Pleiten voor een rechtvaardige fiscaliteit is geen links-rechts verhaal. Een goed uitgebalanceerd belastingsysteem kan de overheid performant laten werken en verlicht de druk voor de vele kmo’s in ons land. We kunnen de schizofrenie van bedrijven niet langer pikken die zich achter de Belgische vlag willen scharen op handelsmissies, maar al even snel een postbusvennootschap op Bermuda oprichten.

In de fiscale competitie zullen Europese lidstaten met een zwakke overheid of een mindere sociale zekerheid zich het meest kunnen profileren. Maar ten koste van wie en van wat moet dat gaan? We zien nu al hoe ons land onder druk komt te staan na het gewijzigde fiscaal beleid van Nederland. Een dergelijk kopieergedrag kan dan wel economisch onderbouwd zijn op nationaal niveau, het vergroot de budgettaire problemen aanzienlijk en hypothekeert de aantrekkelijkheid van België. Een grote schuldenlast is niet meteen een randvoorwaarde voor een duurzaam investeringsklimaat.

We kunnen de schizofrenie van bedrijven niet langer pikken die zich achter de Belgische vlag willen scharen op handelsmissies, maar al even snel een postbusvennootschap op Bermuda oprichten.

Daarom zijn Europese afspraken en minimumdrempels een dringende zaak op de Europese agenda. Europees Commissaris Marianne Thyssen toonde de weg voor de aanpak van sociale dumping, het is nu aan haar collega-Commissarissen bevoegd voor Handel, Mededinging en Financiën om op het gaspedaal te duwen.

De Belgische politiek is zeker niet berustend: de verstrenging van de Kaaimantaks, de speurtocht naar de ultieme begunstigden, de datamining door de fiscus, de automatische uitwisseling van bankgegevens … zijn een greep uit de genomen maatregelen. Maar er moet nog zoveel meer gebeuren.

Een ambtenaar op Financiën heeft toch een serieus terugverdieneffect. In andere contexten is het fameuze terugverdieneffect vaak een eerst gehoord argument. Waarom is een personeelsuitbreiding daar dan zo’n taboe? Met CD&V pleiten we al langer voor een krachtige ondersteuning van fiscale experten op het ministerie van Justitie. Stevige afspraken tussen de ambtenaren en de parketten in het zogenaamde una via overleg moet tot een slagkrachtig optreden leiden.

Krijgt de Belgische Staat de belastingplichtigen die ze verdient? Een bedrijf dat zoveel staatssteun heeft gekregen voor onderzoek en innovatie meent dat dat bedrijf op een fatsoenlijke wijze handel moet drijven. Deontologie in fiscale zaken lijkt natuurlijk erg wishful thinking. Daarom zal de wereldwijde gemeenschap de belastingplichtige moeten ‘boetseren’ tot een structuur die transparantie moet genereren.

Op Belgisch vlak komt er best snel een soort comité F. CD&V pleit al een hele tijd voor een systematisch rapportering aan het parlement over fiscale interpretaties en toegestane kwalificaties via de Dienst Voorafgaande Beslissingen, de zogenaamde rulingcommissie. Anders wordt de facto een niet verkozen wetgevend orgaan geïnstalleerd, ver weg van alle controle.

De politiek moet er klaar voor zijn, nu nog de miljardencowboys.

Het siert bedrijven dat ze zich willen inpassen in de Belgische regels. In de Paradise Papers gaan de geciteerde bedrijven gewoon voorbij aan de Belgische toepassing, men laat het geld toertjes draaien tot het fiscaal plat geërodeerd is.

Voor sommige Belgische politici lijkt het wel of het een ‘moral duty’ is om het minimum minimorum aan belastingen te betalen. Dit is wel een heel enge visie op vennootschapsbestuur. Een stakeholdersbenadering is ook economisch aan de orde. Zonder een faire return voor mens en maatschappij dreigt het economisch klimaat an sich bewolkt te worden.

Wie de ambitie heeft om de schuldgraad onder de 100% te krijgen (het zou onder de 60% moeten zijn, nog 180 miljard te gaan), zal zich niet kunnen tevreden stellen met een tijdelijke uitverkoop. Structurele maatregelen die focussen op fraudebestrijding en zo tot reële bijdragen van de meest vermogende groepen komen, zijn dan ook een noodzaak.

De conclusies van de Panama Papers komen binnenkort in de Plenaire Vergadering van de Kamer. Men kan er niet smalend om doen: ze bieden alle handvaten om in de toekomst beter te doen. Eén van die handvaten is om de economische activiteit als fiscaal ankerpunt te nemen. Daar waar de bedrijfsactiviteit zich realiseert, daar moet getaxeerd worden. De politiek moet er klaar voor zijn, nu nog de miljardencowboys.

Partner Content