Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘Veel vliegroutes hebben meer met de woonplaatsen van politici te maken dan met veiligheid’

‘Het huidig debat over de nachtvluchten heeft in eerste instantie niets met veiligheid en lawaaihinder te maken, maar is de zoveelste carrousel in een politieke vaudeville’, schrijft Jean-Marie Dedecker.

De luchthaven van Zaventem ligt er al een eeuw, sedert de Belgische luchtmacht een oude zeppelinloods van de Duitse bezetter overnam op het einde van WO I. De huidige terminal met de Z-structuur van startbanen werd al ingehuldigd in 1958. Wie er is komen wonen, wordt verondersteld dit te weten. De vliegtuigen zijn bovendien minder lawaaierig dan toen en het aantal vliegbewegingen is vandaag ook niet hoger dan 15 jaar geleden. Het huidig debat over de nachtvluchten heeft in eerste instantie niets met veiligheid en lawaaihinder te maken, maar is de zoveelste carrousel in een politieke vaudeville.

De hele zaak heeft al langer veel weg van een platte communautaire machtsstrijd, waarin de Stadstaat Brussel met haar politieke baronieën enkel de lusten van een nationale luchthaven wil, maar niet de lasten. Daar bovenop komt dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gedirigeerd wordt door een coalitie van PS, cdH en DéFi, aangevuld met het vaste quantité négligeable van de drie traditionele Vlaamse partijen. Deze bonte verzameling staat haaks op de samenstelling van de federale regering, die verantwoordelijk is voor de vliegroutes. De bedoeling van de Brusselaars lijkt mij eerder rancuneuze profileringsdrang dan een duurzame oplossing. Extra addertje onder het gras is een transfer van de economische activiteit van Zaventem naar Luik en Charleroi.

‘Veel vliegroutes hebben meer met de woonplaatsen van politici te maken dan met veiligheid’

Toen Isabelle Durant (Ecolo) minister van Transport en Mobiliteit werd in de regering Verhofstadt I, werden de geluidsnormen geregionaliseerd. Die beslissing betekende de opening van de doos van Pandora. Omdat er in ons land geen hiërarchie der wetten is, kan een federale wet de regionale materies niet overrulen. In de senaat werden eind 2003 en begin 2004 diverse hoorzittingen gehouden over het probleem van de nachtvluchten en de geluidsoverlast met luchtvaartspecialisten uit gans Europa, onder andere uit Parijs en het Londense Heathrow. Het rapport over die getuigenissen mocht door de regering nooit ter stemming worden gebracht in de Senaat: het lag communautair te gevoelig. De conclusies waren echter unaniem:

De meest veilige, geluidsarme en energiezuinigste weg om op te stijgen is tegen de wind in en rechtdoor, zonder de scherpe bochten die men nu moet maken met loeiende motoren boven de Oost- en de Noordrand. Als men veiligheid prioritair zou stellen dan werd er in 70 tot 80% van de gevallen boven Brussel gevlogen, want de wind in ons land waait hoofdzakelijk uit zuidwestelijke richting.

De rest is dictatuur van de minderheden en van de drukkingsgroepen, evenals van politieke willekeur. Veel vliegroutes (of liever het vermijden er van) hebben decennialang al meer met de woonplaatsen van de regerende politici te maken dan met veiligheidsoverwegingen. Zo bestond de Chabert-route om vluchten boven zijn villa in Meise te vermijden toen hij minister was, en de Onkelinx-route moest Schaarbeek ontzien. Zelfs wijlen Luc Coene wendde zijn invloed aan zodat men niet boven zijn stulpje in Tervuren zou vliegen toen hij kabinetschef van Guy Verhofstadt was. Het Not In My Backyard-syndroom fluctueert op de breuklijnen van de politieke macht. Eigen kiesdistrict en nachtrust eerst.

Pragmatische Britten

De Britten daarentegen houden het nochtans zeer pragmatisch als het over hun luchtvaart gaat. Toen een vliegtuig uit veiligheidsoverwegingen zijn brandstof moest lozen vooraleer op Heathrow te landen, kreeg de piloot het verbod om dit boven Buckingham Palace te doen. Hij negeerde het bevel met Britse flegma: ” Tell the Queen if she wants my airplane on her table, or my gasoline in her soup“. In hun onstuitbare drang naar uniformiteit bemoeien onze Europese regelneven zich met het suikergehalte van ons krentenbrood en de etiketten op ons patersbier, maar de regulering van het vliegverkeer wordt overgelaten aan de willekeur van enkele koddebeiers van een stadstaat.

Wallonië is een syndicaal paradijs op een economisch kerkhof en Brussel een multicultureel walhalla van werkloosheid en armoede. Het wil de hoofdstad van Europa zijn, maar hun politici hebben er de economische dynamiek van een Ardeens boerendorp. In 2009 schreef ik in mijn boek Hoofddoek of blinddoek: “Kuregem, een vrijstaat van Anderlecht: de wereld op een vaatdoek. 21.000 inwoners, 83% allochtonen, 160 nationaliteiten. De helft jonger dan 25 jaar. 80% werkloos. Bendes regeren de straat en de lokale economie, agenten willen of mogen er niet meer komen. Het ontbreken van recht, orde en van een echte economie hebben er een informeel systeem gecreëerd gebaseerd op diefstal en drugshandel. Enkele kilometers verder in Zaventem staan er 1300 vacatures open voor laaggeschoolden, van bordenwasser tot heftruckwerker. Dagelijks worden er arbeidskrachten met bussen aangevoerd uit Noord-Frankrijk naar onze Nationale luchthaven. De Brusselse ring is blijkbaar een moeilijker te nemen obstakel dan de grens tussen Frankrijk en België. Het feit dat 95% van de Brusselse werklozen niet tweetalig Frans/Nederlands is wordt eerder als een excuus gebruikt dan als een uitdaging. Eén op de drie Waalse kinderen heeft zelfs nooit elementair Nederlands gekregen. Eentaligheid gaat er samen met ongeletterdheid. Gebrekkig hoofdstedelijk onderwijs en de syndicale pampercultuur nekken de zelfredzaamheidgraad van de jongeren.” Acht jaar later en een veel incidenten verder heeft men in het hellhole nog niet begrepen dat arbeid adelt.

Dat de Franstalige politici de stilte van hun begraafplaats willen koesteren – ten koste van, en gesubsidieerd door Vlaanderen – is onaanvaardbaar. Het nepotisme van de Franstalige Brusselse regenten kan welig blijven tieren omdat het recht evenredig is met de slaafsheid van de Vlaamse ministers in hun regentenraad. Ze fungeren er enkel als Flamands de service. Brussels minister van (im)mobiliteit, de SP.A-er Pascal Smet, is al tevreden als hij op het PS-congres de ‘Intercommunale‘ mee mag neuriën als minister van ingestorte tunnels en verloederde voetgangerszones.

‘Wie in Brussel als Vlaming een paar duizend stemmen behaalt bij een traditionele partij is er minister voor het leven, op voorwaarde dat hij aan de leiband loopt van zijn Franstalige meesters. Wie enkele honderden bolletjes achter zijn naam krijgt, kan zich zelfs levenslang nestelen in het pluche van het hoofdstedelijk parlement.’

Open Vld-er Guy Vanhengel begon zijn carrière als woordvoerder van Guy Verhofstadt. Woordvoerders zijn wel vaker de buiksprekers en handpoppen van hun broodheer. Vanhengel is nu al 20 jaar Brussels ministeriële polichinel, maar dan aan de touwtjes van de PS, de cdH of de MR. Wie in Brussel als Vlaming een paar duizend stemmen behaalt bij een traditionele partij is er minister voor het leven, op voorwaarde dat hij aan de leiband loopt van zijn Franstalige meesters. Wie enkele honderden bolletjes achter zijn naam krijgt, kan zich zelfs levenslang nestelen in het pluche van het hoofdstedelijk parlement. Het Brussels blauw ketje heult dan ook olijk mee in het koor van de macht, als het nu om een overbodig voetbalstadion gaat of een boycot van onze nationale luchthaven. Vanhengels enige zorg is door een jonge blauwe hond van tafel gejaagd te worden.

Zijn troonopvolger Sven Gatz werd er zo moedeloos van dat hij in 2011 de brui gaf aan zijn parlementaire carrière en tijdelijk brouwer werd. Sven werd in 2014 in allerijl terug vanuit de biertonnen opgevist omdat er volgens de wet ook een Bruxellois de service moet zetelen in de Vlaamse Regering, toen Noël Slangen niet tijdig van zijn cruiseschip geraakte om zijn domicilie naar Brussel te veranderen, en zo minister van Cultuur te kunnen worden.

Vlaamse afkoopsom

Wat geldt voor het Hoofdstedelijk Gewest geldt ook voor de gemeentebesturen. Geertrui Windels, Flamande de service als schepen in Sint-Genesius-Rode, had genoeg van het treitergedrag van haar collega’s en leverde haar sjerp in. Ironisch genoeg oogstte ze zo wat de club van haar man, Herman van Rompuy, via een kluwen van staatshervormingen heeft gezaaid.

Uiteindelijk zal Vlaanderen terug een afkoopsom betalen om het hoofdstedelijk wanbeleid te financieren in ruil voor communautaire stilte rond de luchthaven. Of wordt het Eurostadion als wisselgeld opgediend? Telkens wij het bloed van onder onze nagels gepest worden, klauwen we niet terug, maar knippen we onze nagels.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content