De betonmolens van de N-VA

Walter Pauli is redacteur van Knack.

Van het ontslag van Hendrik Vuye en Veerle Wouters tot de tranen van Bart De Wever: vorige week leken de N-VA-politici op acteurs in een Grieks drama, met een slechte afloop voor iedereen. Toch is het gevecht tussen de partijvoorzitter en zijn opstandige parlementsleden niet de belangrijkste inzet van het conflict, stelt Walter Pauli. Waar het echt om gaat, is de vraag of de Vlaamse Beweging binnen het kader van de grondwet moet opereren.

Het blijft ironisch dat de kwestie die het hele Vlaams-nationalistische kamp nu al een paar weken verdeelt, in een stroomversnelling kwam na een interview met Bart De Wever in de Franstalige zakenkrant L’Echo, een van de huisbladen van de laatste beheerders van le Belgique à papa. Het vraaggesprek was ook bedoeld voor dat segment van het Franstalige publiek waarvan De Wever mocht aannemen dat het de regering-Michel steunt. Als het bemiddelde publiek van beleggers en spaarders al niet meer centrumrechts stemt, welke Franstalige dan nog wel?

Voor de lezers van L’Echo, in meerderheid MR-kiezers, herhaalde De Wever dat de PS wat hem betreft ook de volgende vijf jaar aan de oppositiebanken mag worden vastgenageld. De gemiddelde lezer moest al goed ingewijd zijn in de finesses van communautaire onderhandelingen om de consequenties te begrijpen van wat er gezegd werd. Want op het eerste gezicht zette De Wever de deur naar communautaire onderhandelingen wel degelijk open: ‘Als de kiezer het toelaat, zullen we verder gaan zonder de PS. En als de kiezer eist dat we met de PS moeten onderhandelen, zullen we afkomen met ons communautair programma. C’est assez simple.’

Zo bedrieglijk eenvoudig waren die woorden, dat L’Echo het interview een ‘brave’ kop meegaf over de begroting (‘Bart De Wever: ‘Mon seul point d’insatisfaction avec ce gouvernement, c’est le budget.‘). Alleen de zéér goede lezer had dus begrepen dat het écht niet de bedoeling van De Wever was om te onderhandelen – hij is namelijk niet meer zomaar bereid om zaken te doen met de PS. En volgens die logica ligt de voorzitter van de N-VA ook niet meer snel wakker van nieuwe communautaire stappen.

Het was alleen even schrikken dat uitgerekend De Morgen een grote zaak maakte van de woorden van de N-VA-voorzitter. De krant wees met een priemende vinger op de consequenties van De Wevers betoog, want volgens commentator Bart Eeckhout ‘verloochent de N-VA zo de kern van haar bestaan’. De Wever en co hadden al veel meegemaakt, maar niet dat De Morgen hen ervan beschuldigt de Vlamingen een kaakslag te hebben toegediend.

Verre utopie

Naar vaste gewoonte werd fractieleider Peter De Roover uitgestuurd als troubleshooter. Op zijn weblog waarschuwde hij dat men vooral niet moest meegaan in de framing van De Morgen. De Roover is een intelligent man, maar ditmaal overtuigde zijn betoog niet echt. Diezelfde ochtend had de Leuvense politicoloog Bart Maddens Vlaanderen al gewaarschuwd dat er onheil dreigt: ‘Straks wordt het confederalisme een verre utopie.’ De onvermijdelijke Bart Maddens, moeten ze bij de N-VA tandenknarsend hebben gedacht, want de Leuvense politicoloog is de meest gezaghebbende stem van wat nog rest van de Vlaamse Beweging. Met zijn conclusie dat ‘als het enigszins kan, de N-VA opnieuw voor een regering zonder PS én zonder staatshervorming gaat’, prikte hij in een open zenuw. Hoe rechts en antisocialistisch de gemiddelde ‘radicale Vlaming’ ook is, níéts is hem dierbaarder dan Vlaamse onafhankelijkheid. Daar kan zelfs de uitleg van Peter De Roover niet tegenop.

Wie de opiniestukken van Maddens en De Roover aandachtig leest, ziet de contouren opduiken van een fundamenteel meningsverschil. Zo stipt Peter De Roover tussen neus en lippen aan: ‘Kalashnikovs zitten niet in ons arsenaal. Als democratische politieke partij werken wij uiteraard binnen de structuren van een parlementair systeem waarin de kiezer de getalsmatige verhoudingen bepaalt.’ Voor de argeloze lezer komt dit over als volstrekt redelijk: De Roover legt uit dat de N-VA een partij is die binnen het grondwettelijke kader opereert.

Maar voor de radicale Vlaming is het helemaal niet vanzelfsprekend om dat grondwettelijke kader te aanvaarden. Niet omdat hij tegen de grondwet is, maar omdat die grondwet Belgisch is. En van dat Belgische kader wil hij zich nu net bevrijden.

Zeker, ook artikel één van de N-VA-statuten bepaalt dat de partij streeft naar een onafhankelijke republiek Vlaanderen. Alleen zwijgen de N-VA-statuten over de weg daarnaartoe. Peter De Roover maakt dat nu expliciet: die weg kan moeilijk anders dan grondwettelijk zijn. En voorlopig dus Belgisch.

Eenzijdige stappen

Een aanzienlijk deel van de Vlaamse Beweging denkt daar helemaal anders over. Gerolf Annemans (Vlaams Belang) tekende al in 2010 in het boek Naar een ordelijke opdeling van België een stappenplan uit naar een eenzijdige Vlaamse onafhankelijkheidsverklaring. Bart De Valck, de voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging, herhaalt dat ‘het duidelijk is dat we er binnen het Belgische bestel niet gaan komen. We moeten buiten de grondwet durven treden en zelf beslissen.’ De redactie van de Vlaams-nationalistische website Doorbraak.be jubelt bij elke, liefst eenzijdige stap naar meer onafhankelijkheid van Catalanen of Schotten. Dat die daarbij soms balanceren op de rand van de grondwettelijkheid, is geen punt. Ook binnen de N-VA heeft die strekking aanhang. Bij het nu onafhankelijke Kamerlid Hendrik Vuye, bijvoorbeeld. Al blijft het merkwaardig om uitgerekend een constitutionalist als Vuye tégen de Belgische grondwet te horen pleiten. En vooral: het komt neer op de negatie van de stelling van Peter De Roover.

Ook Bart Maddens lijkt van oordeel dat de politici van de N-VA België eigenlijk geen diensten mogen bewijzen. Zelfs niet de N-VA-ministers in de federale regering. Maddens aanvaardt wel dat de N-VA als federale regeringspartij gemachtigd is ‘op de meubels te letten’ van de Belgische staat. Alleen, stelt hij met enige huivering vast, doen de N-VA ministers hun werk té goed. Ze passen niet alleen op het Belgische huishouden, ze laten zelfs ‘de betonmolens aanrukken om de bestaande woning zo veel mogelijk te versterken’. En dat kan blijkbaar niet de bedoeling zijn.

Wat kan Maddens’ onrust eigenlijk hebben doen toenemen? Dat Johan Van Overtveldt de publieke financiën onder controle probeert te krijgen? Dat Jan Jambon zijn best doet om te verhinderen dat er in dit land nog meer dodelijke aanslagen worden gepleegd? Dat hij de burgers zo goed mogelijk probeert te beschermen tegen de IS-terreur? Dat Theo Francken ervoor zorgt dat er in België geen tweede Calais ontstaat? Is het welzijn van de Vlaamse burgers – toch op korte termijn – echt ondergeschikt aan de Vlaamse onafhankelijkheid? Is dat de ethische imperatief van de Vlaamse Beweging?

Daar lijkt het op. In het fameuze interview in De Morgen waarmee Kamerleden Hendrik Vuye en Veerle Wouters hun lot in de N-VA bezegelden, onderstreepte Vuye nog eens het dwingende kader waarbinnen de N-VA’ers horen te opereren, ook de ministers: ‘Ik begrijp wel dat ze niet constant de Vlaamse onafhankelijkheid kunnen bepleiten. Al moet dat wel de innerlijke overtuiging blijven.’

Dat heeft iets weg van conservatieve katholieken die tegenwoordig met luide stem laten weten dat Rome niet mag afwijken van hún lijn. Het ware geloof behoort Franciscus niet meer toe, maar wel hen die heiliger zijn dan de paus.

Café Treurenberg is een etablissement in de buurt van het parlement. In het café kijkt Walter Pauli naar de Wetstraat en de wereld.

Voor de radicale Vlaming is het helemaal niet vanzelfsprekend om het grondwettelijke kader te aanvaarden.

Is het welzijn van de Vlaamse burgers echt ondergeschikt aan de Vlaamse onafhankelijkheid?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content