Peter Mertens (PVDA)

‘Waarom links niet mag inbinden: de 30-urenweek is een blijver’

Peter Mertens (PVDA) Kamerlid PVDA

‘Het is niet omdat rechts nu wat blaft over de 30-uren-week dat links op de buik moet gaan liggen. Rechts heeft altijd geblaft. Links moet tegen de stroom durven ingaan’, schrijft Peter Mertens. Hij antwoordt daarmee ook op de afwijzing van Crombez en Almaci. Mertens pleit voor een sociaal testproject met de 30-uren-week in de Antwerpse rusthuizen.

‘Waar gaat dit stoppen?’ Zo riep de geschrokken baron Arnold t’Kint de Roodenbeke bij de oprichting van de Commissie voor Arbeid. ‘Enkele weken geleden eiste men nog een maximum van 12 uren; later van 10 uren; en aan de andere kant van de oceaan tekent zich er al een beweging af voor de 8-urenwerkdag. Waarom zou men uiteindelijk geen werkdag van 6, of misschien zelfs 5 uur durven eisen?’ Neen, dit soort debatten en eisen, voor de baron zouden ze zelfs niet mogen bestaan. Dat was 1886.

‘Waarom links niet mag inbinden: de 30-urenweek is een blijver’

De arbeidersbeweging liet zich echter niet voor één gat vangen. En al zeker niet voor het gat van zoetweerverkopers als baron Arnold t’Kint de Roodenbeke. ‘Trop is te veel’, aldus het salariaat. Te veel werklozen, te veel werkdruk, te veel werkongevallen, te weinig tijd voor gezin en ontspanning. En dus demonstreerden op 1 mei datzelfde jaar een half miljoen proleten in de Verenigde Staten voor een achturige werkdag. Ook in het geïndustrialiseerde België borrelden de stakingen over tot oproer, gesust met de eerste sociale wetten. De volksbeweging dwingt het verbod op kinderarbeid af en een prille arbeidsduurvermindering. Maar het zou nog 35 jaar duren vooraleer de ‘Wet tot invoering van de achturendag en van de achtenveertigurenweek’ gestemd zou geraken in het Belgische parlement.

‘Waar gaat dit stoppen?’ De verkrampte kreet van rechts op de voorstellen voor een 30-uren-week klinkt zoals honderddertig jaar geleden. En ook vandaag eisen de baronnen van het regime dat links plat op de buik gaat liggen. Maar het debat valt niet te stoppen. Het is terug van nooit weg geweest. En dat is volstrekt logisch in een samenleving waar de productiviteit zo is gestegen, stress-gebonden ziektes alle records scheren, en er tegelijkertijd massa-werkloosheid bestaat. En dan komt de robotisering er ook nog eens aan. Je zou het voor minder over arbeidsherverdeling hebben. Met behoud van loon, wel te verstaan. Op 1 mei 2015 startten wij onze campagne voor de 30-uren-week. Later schreef ik er een heel hoofdstuk over in mijn boek ‘Graailand’. De vrouwenorganisaties pleiten er al langer voor, ook als voorwaarde om tot meer gendergelijkheid te kúnnen komen. Jeremy Corbyn, de Britse Labour-leider, is onomwonden voorstander van een arbeidsdag van 6 uren. In Zweden zette men al een stap verder, en werden de eerste experimenten met een 30-urenweek positief geëvalueerd. En ondertussen legt ook de Duitse metaalbond IG Metall bij onderhandelingen steevast een forse arbeidsduurvermindering op tafel. ‘Waar gaat dit stoppen ‘Dat nu ook de – door crisis geplaagde – Parti Socialiste het idee overneemt, is alleen maar aan te moedigen. Het thema van de herverdeling van de arbeid verdient een breed debat.

‘Zelf kiezen?’

Onmiddellijk na de boekvoorstelling vorige week van Elio Di Rupo brak het debat los. Enfin, juist niet eigenlijk. Allerlei goedbetaalde angstpredikers kwamen meteen vertellen hoe gevaarlijk zo’n voorstellen wel zijn. ‘Extremisme’, ‘communisme’, ‘land failliet’, ‘Venezuela revisited’, kortom alle diertjes uit Dantes hel werden losgelaten. Nieuw is dat natuurlijk niet. Tientallen baronnen zoals Arnold t’Kint de Roodenbeke deden het al voor. Dat rechts op haar achterste poten gaat staan bij het horen van écht linkse voorstellen hoeft niet te verwonderen. Rechts heeft altijd geblaft dat linkse voorstellen niet mogelijk zijn. Maar het is niet omdat rechts wat blaft, dat links meteen met de buik op de grond moet gaan liggen.

John Crombez was er als de kippen bij om het voorstel van Di Rupo (en dus ook van Corbyn & Co) af te branden. ‘De recepten die Elio voorstelt, wijken sterk van de onze af.’ Crombez vervolgde: ‘Wij zijn geen voorstander van een veralgeming van de werkweek van vier dagen. De huidige economie vraagt een vorm van flexibiliteit aan de werknemers. (…) Ons uitgangspunt is dat werknemers zelf moeten kunnen kiezen hoeveel ze willen werken. ‘

‘Het zijn niet de loontrekkenden die hun werkweek of hun werkritme bepalen. Die worden bepaald door de werkgever en door de verhoudingen op de arbeidsmarkt.’

Klinkt wel goed: ‘zelf kiezen’. Alleen: het zijn niet de loontrekkenden die hun werkweek of hun werkritme bepalen. Die worden bepaald door de werkgever en door de verhoudingen op de arbeidsmarkt. Indien zottigheden zoals nul-urencontracten, jojo-contracten, of levenslang interimwerk de norm zijn, bepaal je flexibiliteit dan maar eens zelf. Dat gaat niet. Als een stabiele 30-uren-week de norm wordt, dan heb je veel meer slagkracht om wel meester te worden van je eigen leven en keuzes. Kortom, wie meester wil worden over zijn of jaar leven en ook ‘zelf’ wil kiezen doet er goed aan om een stabiele arbeidsnorm te creëren in de chaotische zee van flexibiliteit. Dat heb ik destijds ook geantwoord aan Gwendolyn Rutten van Open VLD, toen zij het had over ‘de vrijheid om zelf te bepalen’.

Jammer genoeg voegde ook Groen zich snel bij het afwijskoor. Op de radio herhaalde voorzitster Meyrem Almaci de woorden van Crombez : ‘Mensen moeten zelf kunnen kiezen hoe lang ze werken.’ Dat zou inderdaad goed zijn. En daarom moeten we zo snel mogelijk af van de huidige flexverslaving waarin werknemers zo goed als niets meer te zeggen hebben en Deliveroo-gewijs moeten dansen op het fluitsignaal van allerlei flexbureaus en fastfoodketens. Maar dan zei de Groen-voorzitster het volgende: ‘Als een vierdagenwerkweek ook volgepropt is, dan staan we niet veel verder. Het is voor ons dus geen prioriteit.’

Dat is pas een sofisme: de 30-uren-week gaat nog erger zijn, dus zijn we er tegen. Tja. Dat is wel heel erg ver van de waarheid. Alle voorstellen die nu worden uitgewerkt zijn uiteraard voorstellen om de arbeid te herverdelen. Dat wil zeggen dat er bijkomende aanwervingen zijn, en dat mensen dus minder werken. Alle ervaringen op het terrein tonen dat ook aan: minder overuren, minder stress, meer regelmaat, meer rust in het leven. Kortom, precies het tegendeel van wat Almaci beweert. Het is dus hoog tijd om nog eens vier ijzersterke argumenten voor de 30-uren-week in de verf te zetten.

1. Arbeidsherverdeling: geen utopie, maar een concreet instrument tegen stress en burn-out

In Göteborg, de stad aan de westkust van Zweden, werd de voorbije jaren een innovatief experiment uitgevoerd in het rusthuis Svartedalen. Het verplegende personeel werkte voortaan slechts 30 uur per week.

In maart van dit jaar werd het langverwachte evaluatierapport van dit experiment publiek gemaakt. De belangrijkste lessen: betere gezondheid, betere levenskwaliteit en meer arbeidsvreugde bij het verplegend personeel. De werknemers van Svartedalen waren beduidend minder vaak ziek dan voor het experiment begon. Ze namen 4,7 procent minder ziekteverlof. Dat resultaat is nog opvallender als je weet dat de werknemers van Solängen, het referentierusthuis waar er geen arbeidsherverdeling was doorgevoerd, in dezelfde periode net 62,5 procent meer ziekteverlog opnamen. Kortom de 30-uren-week is een blijver. Dat zegt ook de verantwoordelijke voor de ouderenzorg in Götbeorg, Daniel Bernmar, in een video-boodschap voor ons.

Niet alleen de gezondheid en levenskwaliteit gaan erop vooruit. Het is ook gewoon aangenamer werken sinds het experiment begon. Aangenamer werken, mag het ? En kijk : met iets meer tijd en minder stress is het personeel beter beginnen samenwerken. Complexe problemen oplossen en taken afwerken gaat beter, nu er een grotere mate van persoonlijke ontwikkeling en gezamenlijke ondersteuning is op de werkvloer. Arbeidsherverdeling en een kortere werkweek leiden tot een grotere persoonlijke ontwikkeling. Dat zou elke liberaal toch moeten kunnen smaken?

2. Arbeidsherverdeling : niet over wat jij of ik wil, maar over hoe we de productiviteitswinsten verdelen

Gedurende heel de 20ste eeuw hebben voorstanders van de kortere arbeidsduur het idee verdedigd dat de toename van de welvaart zich niet enkel moest vertalen in hogere lonen, maar ook in meer tijd om van het leven te genieten. Een bijzonder krachtig idee, zo blijkt. Het is dankzij hun volgehouden strijd dat de arbeidsduur tussen 1950 en 1993, een periode waarin we met z’n allen vier keer meer zijn gaan produceren, met 29 procent daalde. Dit gebeurde voornamelijk via collectieve arbeidersduurvermindering tot in de jaren ’80 en nadien, op een veel bescheidener tempo, via individuele arbeidsduurvermindering (vooral tijdskrediet).

Sinds 1993 is deze arbeidsduurvermindering vrijwel volledig stilgevallen of zelfs teruggedraaid. Maar ondertussen is de rijkdom geproduceerd per inwoner wel opnieuw met 37 procent gestegen. Het loon steeg in diezelfde periode slechts met 13 procent. De werknemers hebben maar dus maar heel beperkt geprofiteerd van de stijgende productiviteit van de laatste jaren. Jawel, er is dus ruimte voor een aanzienlijke arbeidsduurvermindering.

Steeds meer mensen werken zich te pletter en het aantal burn-outs stijgt zienderorgen. Wie vandaag noodgedwongen deeltijds gaat werken om bijvoorbeeld arbeid en gezin te combineren, betaalt dat cash. Met minder loon, minder carrièrekansen, minder sociale bescherming en minder pensioen. Een collectieve arbeidsduurvermindering, met loonbehoud zoals in Svartedalen, gebruikt de extra productiviteitswinsten en niet de portemonnee, de carrièrekansen of het pensioen van de individuele werknemers. Dat is een pak eerlijker.

3. Arbeidsherverdeling : alvast stukken goedkoper dan de huidige fiscale cadeau-politiek

Hoe zit het met de kosten van zo’n collectieve arbeidsduurvermindering ? Opnieuw naar Svartedalen. Om de 30-urenweek rond te krijgen, werden daar 17 nieuwe voltijdse jobs gecreëerd op een personeelsbestand van een zestigtal medewerkers. Daar hangt inderdaad een kostenplaatje aan vast. De stad Göteborg trok voor het project een budget uit van ongeveer 1.310.000 euro. De helft van het bedrag kreeg de overheid meteen terug doordat ze minder werkloosheidsuitkeringen moest uitbetalen. Als we de som maken, betekent het dat elke nieuwe job in Svartedalen ongeveer 20.840 euro per jaar heeft gekost.

De vergelijking met de Belgische jobcreatie dringt zich op. Het Belgische planbureau gaat uit van een nettocreatie van 40.000 jobs tussen 2016 en 2020 als resultaat van de taxshift. Deze nieuwe jobs kosten in totaal 3 miljard euro oftewel 75.000 euro per job. Dat is een pak meer dan in Göteborg. En hoewel de Belgische regering dat geld al heeft uitgegeven, is de jobcreatie nog erg onzeker. Moraal van het verhaal: beter één zekere arbeidsherverdeling (met alle terugverdieneffecten) in de hand, dan tien fiscale tax-shifts (zonder enige jobgarantie) in de lucht.

4. Arbeidsherverdeling : modern antwoord op technologische ontwikkeling

Volgens een studie van ING België dreigen door automatisering en robotisering de komende twintig jaar 2,2 miljoen, of 49 procent van alle jobs in ons land, overbodig te worden.

Maar wat zullen we doen met al deze technologie? Zal de werkloosheid steeds verder blijven groeien ? Of zullen we deze technologie gebruiken om de arbeid te herverdelen ? De technologische ontwikkeling stelt ons vandaag nog veel scherper voor dezelfde uitdaging: de arbeidsorganisatie en verdeling van het werk aanpassen aan de maatschappij van de 21ste eeuw. Ofwel proberen we hardleers vast te houden aan de werkorganisatie van een tijdperk dat voorbij is, en laten we de werkloosheid verder exploderen. Ofwel kiezen we ervoor om samen de steeds hogere productiviteitswinsten te herverdelen door middel van een arbeidsduurvermindering.

Tot hetzelfde besluit komt ook editorialist Luc Van Der Kelen in Het Laatste Nieuws: ‘Wat is er nu zo verbazend aan de voorstellen van Elio Di Rupo, dat zijn Vlaamse collega Crombez van zijn stoel viel? Wat Di Rupo voorstelt, is in linkse kringen mainstream. Pensioen op 65? Tenslotte gaan verreweg de meeste mensen nu nog voor hun 65ste met pensioen! De vierdaagse werkweek dan? Dat is niet voor direct, maar wie de linkse lijn van de werktijdverkortingen in de laatste halve eeuw doortrekt, komt daar automatisch bij uit in een wereld die snel robotiseert.’

Een sociaal testproject met de 30-uren-week in de Antwerpse rusthuizen

De reacties op de PS-voorstellen spreiden een gebrek aan historisch en vergelijkend inzicht tentoon, zijn vooral een afspiegeling van de verrechtsing die zich de afgelopen decennia heeft voorgedaan, en getuigen van een betreurenswaardig gebrek aan verbeelding ‘, schrijft Sacha Dierckx, kernlid van de progressieve denktnak Minerva, in een bijdrage voor De Morgen. Dat is de nagel op de kop.

Laat rechts maar blaffen. Links heeft moed nodig. Om tegen de stroom in te gaan in plaats van met de concurrentiewolven mee te huilen. Om verbeelding aan de dag te leggen en offensieve eisen te stellen die botsen op het huidige denkkader. En dus niet om continu te zoeken naar dat wat aanvaardbaar is voor het huidige winstsysteem. Natuurlijk is arbeidsherverdeling een goed antwoord op het zotte arbeidsritme, op massa-werkloosheid en op genderongelijkheid. Misschien heeft ons land gewoon haar eigen Svartedalen nodig om dat aan te tonen. In plaats van te experimenteren met de privatisering van de daklozenopvang of de privatisering van de forensisch psychiatrische opvang, het ongezonde rechts-experimentisme van vandaag, zouden we een sociaal, productief en gendergelijk experiment op touw kunnen zetten. Een proefproject met de 30-uren-week in alle Antwerpse rust- en verzorgingsinstellingen, va 2018. Wie kan daar tegen zijn?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content