Vrije Tribune

‘Wie het zelf goed heeft, moet zeer voorzichtig zijn met uitspraken over mensen in armoede’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

‘U bent van harte welkom op het OCMW van Leuven om eens een dag mee te lopen met de maatschappelijk werkers die dag in dag uit mensen die het moeilijk hebben’, schrijft Leuvens OCMW-raadslid Pieter Vandenbroucke (SP.A) aan vicerector Danny Pieters (N-VA).

Geachte professor Pieters,

Ruim 10 jaar geleden nodigde u me uit aan de universiteit. Ik wilde uw toelating hebben om uw vak “sociale zekerheidsrecht” te mogen volgen als student economie. Ik heb veel van u geleerd tijdens die lessen. Sindsdien en misschien wel dankzij u, ben ik altijd professioneel met sociale zekerheid bezig geweest. Eerst aan de universiteit en vandaag als ondervoorzitter van het OCMW van onze stad, Leuven.

‘Wie het zelf goed heeft, moet zeer voorzichtig zijn met uitspraken over mensen in armoede’

Ik ben ontgoocheld en verontwaardigd over uw recente interview in Knack. Niet zozeer omdat we er een andere mening op na houden over de toekomst van onze sociale zekerheid. Ik denk niet dat we moeten evolueren naar een systeem waar alleen bijdragen op loon moeten dienen om de sociale zekerheidsuitgaven mee te spijzen. Ik vind immers dat de druk op onze arbeidsinkomens al hoog genoeg is. En ook niet omdat u twijfel zaait of armoede wel relatief is. De armoedemeting is relatief in de zin dat er gekeken wordt naar hoeveel inkomen nodig is om een fractie van de gemiddelde levensstandaard in een samenleving te bereiken. Dat is effectief iets anders in België dan in Bulgarije, maar dat zijn ook 2 compleet verschillende samenlevingen op vlak van levensstandaard.

U bent inconsistent als verdediger van de verzekeringsgedachte. U stelt terecht dat de sociale zekerheid ook moet verzekeren tegen ongeluk, en dus een relatieve uitkering betalen die verband houdt met de levensstandaard van de betrokkene. Wie de Belgische levensstandaard wilt verzekeren, zou armoede net wél als relatief moeten beschouwen. Mensen moeten immers verzekerd zijn dat ze mee kunnen in hun samenleving.

Wat me echt tegen de borst stoot is uw denigrerende opmerkingen over mensen in armoede. U zegt dat mensen in armoede min of meer treffelijk arm kunnen zijn als ze maar gebruik maken van alle mogelijkheden die hen worden aangereikt. In Leuven zijn er ongeveer 1600 mensen die beroep doen op een uitkering van het OCMW, het zogenaamde leefloon, wat vaak bestempeld wordt als het sluitstuk van de sociale zekerheid, het laatste vangnet. Deze 1600 mensen leven erg vaak in armoede, en dat geldt ook voor hun kinderen. Dat heeft alles te maken met de hoogte van het leefloon. Voor een gezin met kinderen bedraagt dit leefloon slechts 1156 euro.

Eenoudergezinnen zijn geen modeverschijnsel

Het OCMW van Leuven verhoogt het bedrag van het leefloon en doet daarmee meer dan het zou moeten en zorgt er actief voor dat alle rechten uitgeput worden. En toch wordt dit gezin beschouwd als bestaansonzeker, of wordt er gezegd dat het gezin een verhoogd armoederisico heeft: het beschikt over te weinig middelen om een gezond leven uit te bouwen in onze samenleving. De maatschappelijk werkers van het OCMW van Leuven zeggen me dat deze gezinnen eerder overleven dan dat ze echt deel uitmaken van onze samenleving. Ik vind dat mensen die het financieel goed hebben, en ik ga ervan uit dat dat geldt voor vice-rectoren, erg voorzichtig moeten zijn met uitspraken over het leven van mensen in armoede. Dit als “treffelijk” omschrijven, getuigt van weinig empathie en kennis van de realiteit, ook in Leuven.

Er moet mij nog iets van het hart. Alleen kinderen opvoeden wordt in de sociologische academische literatuur beschreven als “nieuw sociaal risico”. Eenoudergezinnen zijn dan ook geen modeverschijnsel zoals u zegt, maar een realiteit die we als samenleving meer dan 50 jaren kennen. In onze stad zijn er meer dan 3000 ouders die alleen staan voor de opvoeding van de kinderen en die alleen staan om een inkomen te verwerven. Het feit dat de sociale zekerheid er nog altijd niet in geslaagd is om die “nieuwe sociale risico” béter te verzekeren, zou eenieder die de verzekeringsgedachte genegen is, aan het werk moeten zetten om de sociale zekerheid voor deze groep te verbeteren. En dus schiet uw stelling om dit af te doen als modeverschijnsel bij mij echt in het verkeerde keelgat. Het getuigt van verregaand conservatisme, zelfs van enige wereldvreemdheid, dat u deze maatschappelijke realiteit de voorbije 50 jaren gemist lijkt te hebben.

Professor Pieters, we willen allebei werken aan een betere sociale zekerheid. Ik wil u deze keer uitnodigen bij mij. U bent van harte welkom op het OCMW van Leuven om eens een dag mee te lopen met de maatschappelijk werkers die dag in dag uit mensen die het moeilijk hebben in Leuven te helpen een woning zoeken of een job, en elke maand opnieuw de eindjes aan mekaar moeten knopen. Of om eens een week met het budget van een persoon die bij ons aanklopt te overleven. Ik ben er zeker van dat u er veel van kan leren.

Met vriendelijke groeten,

Pieter Vandenbroucke

SP.A-raadslid

OCMW Leuven

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content