Marleen de Vries

Hoe omgaan met hetzerige tweets, anonieme Facebook-bedreigingen en polarisatie? 11 lessen uit de 18e eeuw

Marleen de Vries Cultuurhistorica en auteur

11 lessen uit de 18e eeuw, waarin gescheld, leugens en polarisatie ook aan de orde van de dag waren.

Deze week leest u in Knack een interview met cultuurhistorica Marleen De Vries over haar essay Geen stijl of lange tenen? Daarin gaat ze na wat wij – in tijden van treitertweets, hetzerige Facebookposts en liegende politici – van de achttiende eeuw kunnen leren. Al die polarisatie is immers niet nieuw, schrijft ze: ‘Vandaag ziet iedereen er een nieuw fenomeen in, gelinkt aan de sociale media. Maar dat is het allerminst. In de achttiende eeuw kookten de potjes ook over.’

Hieronder leest u de 11 tips die De Vries als optimistisch besluit meegeeft: 11 lessen uit dat woelige einde van de achttiende eeuw, die kunnen helpen om de woelige aftrap van de 21e eeuw beter te begrijpen.

Geen stijl of lange tenen? van Marleen De Vries
Geen stijl of lange tenen? van Marleen De Vries© Uitgeverij Vantilt

Schrijver, filosoof en advocaat Johannes Kinker zag het eind achttiende eeuw somber in. Sloeg men elkaar na een paar eeuwen niet meer de hersenen in vanwege religieuze haat en nijd, gebeurde dat alsnog door ‘de Politieke scheuringen, die dagelijks grooter en grooter worden.‘ Hij vreesde dat het nageslacht niets anders zou erven van de achttiende eeuw ‘dan eene dubbele portie van onverdraagzaamheid, met een klein tinctuurtjen eener uitgewerkte Theorie over de Tolerantie.‘ Kinker kon niet vermoeden dat zo goed als niemand zich het einde van zijn eeuw herinnert, laat staan haar erfgoed, het bittere lot van de achttiende eeuw.

Schrijver Arnon Grunberg voorspelt dat PVV-politicus Geert Wilders ‘in de afvalbak van de geschiedenis’ zal belanden. Dat is geen opzienbarende voorspelling. Niet alleen Wilders, het hele begin van het nieuwe millennium zal over een paar honderd jaar zijn vergeten. Wellicht doen de moorden op Pim Fortuyn en Theo Van Gogh nog vaag ergens een belletje rinkelen, maar grosso modo zal de periode slechts door een handjevol specialisten gekend worden, in zoverre dat al mogelijk is.

Niet het roemloos verdwijnen van een periode uit het collectief geheugen is echter het onderwerp van dit essay maar een aantal frappante overeenkomsten tussen het begin van het tweede millennium en het einde van de achttiende eeuw. Beide periodes worden gekenmerkt door maatschappelijke onrust en door een klimaat van verharding en polarisatie, aangewakkerd door woedende burgers die met behulp van nieuwe media hun recht op vrijheid van meningsuiting claimen en uitbuiten. Beledigingen zijn en waren daarbij eerder regel dan uitzondering. Omdat het er niet naar uitziet dat het publieke debat binnen afzienbare tijd minder emotioneel zal worden, eindig ik Geen stijl of lange tenen? met enkele tips die de geschiedenis ons aanreikt. Wat kunnen we leren van de achttiende eeuw als het gaat om vrijheid van meningsuiting en (on)fatsoen in samenhang met grote maatschappelijke veranderingen?

  1. Polarisatie – hoe ontregelend ook – is niet per definitie slecht. Zonder de opruiende en beledigende pamfletten en opiniebladen uit het laatste kwart van de eeuw, geen revolutie. Zonder de invloed van de nieuwe media geen eenheidsstaat, geen begin van een democratie, geen mensenrechten, geen grondwet en geen scheiding tussen kerk en staat.
  2. Beknot vrijheid van meningsuiting niet. Hadden achttiende-eeuwse revolutionairen geen absolute vrijheid opgeëist dan was er weinig veranderd. Daarom verankerden ze haar in de mensenrechten en de grondwet om een vrije uitwisseling van gedachten blijvend te garanderen. Ondanks het gegeven dat de helft van de bevolking na 1795 in een grafstemming verkeerde.
  3. 3. Doe niet aan censuur of zelfcensuur. Matig slechts de toon van een stuk. Hou het luchtig en Sterniaans, adviseerde hoogleraar, politicus en rasprovocateur Rijklof Michael van Goens.
  4. Maak burgers aansprakelijk voor hun uitspraken. Vrijheid van meningsuiting kan het slechtste in de mens naar boven halen. Achttiende-eeuwers bestreden uiteraard elkaars gedachten maar probeerden elkaar ook aansprakelijk te maken voor uitspraken door te wijzen op verantwoordelijkheden.
  5. Verbied anonieme publicaties, ook op internet. Smaad en laster waren altijd al verboden in de achttiende eeuw, maar rechtszaken werden omzeild door anoniem te publiceren. Eind achttiende eeuw werd daarom in de grondwet vastgelegd dat publicaties niet meer anoniem mochten verschijnen.
  6. Verander het culturele klimaat. Dat deed de achttiende-eeuwse intellectuele elite om de sociale harmonie te bevorderen. Het vergt lange-termijn-denken, maar dan heb je ook wat. Naast nieuwe media – genootschappen, briefromans, tijdschriften – introduceerde men nieuwe morele concepten in de publieke taal. Het bekendste woord dat dat heeft opgeleverd is ‘fatsoen’. Als Lodewijk Asscher fatsoen tot een pijler maakte van het verkiezingsprogramma van de PvdA – ‘ik denk dat er heel veel behoefte is aan fatsoen in de samenleving’ – gebruikt hij het begrip in die nieuwe, empathische betekenis die de achttiende eeuw eraan heeft gegeven.
  7. Introduceer nieuwe morele gevoelsconcepten en vraag jezelf als seculier land af: wat zijn de woorden van de toekomst? Is dat ‘empathie’, ‘sociaal’, ‘oprecht’ of ‘het aardige ‘verschillig’ dat de VARA als slogan gebruikt?
  8. Accepteer dat in de politiek en in de samenleving emoties het doorgaans winnen van verstand. ‘Gevoelens en meeningen’, in die volgorde, hadden despoten in de achttiende eeuw ten val gebracht, aldus De Democraten. Voltaire omschreef emoties als ‘de belangrijkste bron van orde die we heden ten dage in de wereld aantreffen.’
  9. Gebruik theatrale media om persoonlijke, emotionele boodschappen over te brengen en reserveer kranten voor feitelijke informatie.
  10. Geloof in de kracht van literatuur, film, muziek, cabaret, documentaires, theater en cultuur in het algemeen om inzichten te laten neerdalen. Een documentaire als ‘Fuocoammare’ maakt meer indruk dan het zoveelste journaal-item over bootvluchtelingen. Achttiende-eeuwers maakten voortdurend gebruik van toneel, avonturenromans, genootschappelijke poëzie, briefromans en literaire tijdschriften om maatschappelijke ontwikkelingen te spiegelen. In de revolutionaire periode was de invloed van literatuur misschien nog wel groter dan die van de bijbel. De Amerikaanse historica Lynn Hunt stelt onomwonden dat achttiende-eeuwse briefromans door het opwekken van empathie bijdroegen aan een nieuwe sociale en politieke orde. Het woord ‘cultuur’ kreeg overigens zijn huidige betekenis, alweer, eind achttiende eeuw.
  11. Ten slotte: wees optimistisch. Het optimisme van de achttiende-eeuwer lijkt begin eenentwintigste eeuw ver te zoeken. Cynisme heeft zijn intrede gedaan. Marktwaarde is belangrijker geworden dan welke andere waarde ook. De nieuwe digitale media hebben de wereld nog complexer gemaakt dan hij al was. Zo bezien staat de hedendaagse mens voor meer uitdagingen dan zijn verlichte voorvaders. Het republikeinse stelsel heeft de Napoleontische woelingen niet overleefd. Sinds 1815 is Nederland een monarchie. De woorden blijken taaier en zijn er nog. Ze proberen te voorkomen dat er op al te lange tenen wordt getrapt. Dat dat nog steeds nodig is, geeft aan dat stijlloosheid van alle tijden is. Maar de wereld is nog niet af en wat we kunnen leren van onze voorvaders is: denk kritisch, bekijk zaken niet alleen juridisch, draag nieuwe taalconcepten aan die voor solidariteit zorgen, gebruik de kracht en schoonheid van literatuur en cultuur, wees creatief en empathisch en vrees de revolutie niet!

Marleen De Vries, Geen stijl of lange tenen?, Uitgeverij Vantilt, 80 blz., €13,50

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content