Afval belegt de boterham

Beheer van afval en secundaire grondstoffen (die gewonnen worden uit afval) wordt een steeds belangrijkere economische activiteit. Het is een sector die in toenemende mate aan belang wint en extra banen creëert.

De groeiende aandacht voor milieu, klimaat en algemene levenskwaliteit leidt tot een stijging van het aantal bedrijven dat in de sector van afvalbeheer, recyclage en hergebruik van materialen actief is. Hoewel er geen exacte cijfers bestaan voor Vlaanderen, is het duidelijk dat ook daar de branche booming business is. De sector levert bovendien niet alleen directe jobs en omzet, maar ook een belangrijke bijdrage aan de economie door indirecte banen te creëren. Ook het toenemend belang van de circulaire economie, die de Vlaamse regering volop stimuleert, valt niet te onderschatten. In tegenstelling tot de lineaire, zet de circulaire economie maximaal in op de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen.

Het is niet makkelijk om de sector in Vlaanderen in banen en omzet te vatten. Statistieken beperken zich meestal tot het nationale of Europese niveau. Maar de studie ‘Verkennende analyse van het economisch belang van afvalbeheer, recyclage en de circulaire economie in Vlaanderen’ van Steunpunt Duurzaam Materialenbeheer (waarin de Leuvense, Antwerpse, Gentse en Hasseltse universiteit, de Hogeschool-Universiteit Brussel en Vito participeren) uit 2014 geeft toch interessante cijfers voor Vlaanderen. De auteurs van de studie schatten de directe werkgelegenheid in de afval- en recyclagesector op 12.000 banen (cijfers van 2014, dat aantal moet inmiddels verder gestegen zijn), wat overeenkomt met 0,5 procent van de Vlaamse werkgelegenheid. Een zeshonderd-tal bedrijven genereert ongeveer 3,7 miljard euro omzet en 0,8 miljard euro toegevoegde waarde.

De directe werkgelegenheid in de afval-en recyclagesector komt overeen met 0,5 procent van de Vlaamse werkgelegenheid.

Stevige concurrentiepositie

Bovendien levert de sector heel wat indirecte banen op: elke directe job is goed voor 1,3 indirecte banen elders in de economie. Ook de groei van deze economische branche is opvallend: meer dan 5 procent per jaar. “Rekening houdend met de ontwikkelingen van de markt op internationaal niveau kunnen gelijkaardige groeicurves worden verwacht in de toekomst, als Vlaanderen erin slaagt om zijn concurrentiepositie te behouden en te verstevigen”, staat in de studie. Ook internationaal zijn er heel wat kansen voor de sector. Europa bekleedt op de internationale markt een sterke concurrentiepositie in de technologie en diensten voor afvalbeheer en recyclage.

Toch dreigen groeilanden als Rusland, Brazilië, India en China die dominante Europese positie op termijn in het gedrang te brengen. Om dat te vermijden is een aangepast innovatief beleid vereist. België en Vlaanderen hebben nu al een belangrijke rol in de Europese markt voor afvalbeheer en recyclage. Duurzaam beleid en innovatie zijn onontbeerlijk om die rol te kunnen blijven spelen. De kennis en het gebruik van gerecycleerde materialen dragen bovendien bij tot een Vlaamse verankering van sectoren zoals metaalverwerking en kunststofproductie.

Elke directe job in de afval-en recyclagesector is goed voor 1,3 indirecte bannen elders in de economie.

De Vlaamse regering wijst op het belang van een transitie naar een circulaire economie. Daarom zijn sinds 1 januari de drie pijlers van het vroegere Vlaamse Materialenprogramma (Plan C, SuMMa en Agenda 2020) bij de OVAM samengebracht onder de noemer ‘Vlaanderen Circulair’. Dat moet het knooppunt, de inspirator en bemiddelaar zijn voor de circulaire economie in Vlaanderen. In ‘Vlaanderen Circulair’ zitten overheden, bedrijven, middenveld en kenniswereld verenigd. Circulaire economie levert enerzijds winsten en besparingen op, en anderzijds minder gebruik van grondstoffen en een lagere uitstoot van CO2. In Europa loopt de nettokostenbesparing in productiesectoren op die manier op tot 345 miljard euro en in een verder gevorderd scenario zelfs tot 572 miljard euro per jaar. Bovendien kan de circulaire economie volgens schattingen tegen 2030 in Europa ongeveer 1,2 tot 3 miljoen extra banen creëren.

2,3 miljard euro toegevoegde waarde

Geëxtrapoleerd naar Vlaanderen zou het in een transitiescenario 3,4 miljard euro kunnen besparen aan materiaalkosten door de overgang naar de circulaire economie te ondersteunen. Dat is 2 procent van het Vlaamse bbp. In een meer ambitieus scenario met snellere wijzigingen zouden de besparingen zelfs 6,1 miljard euro kunnen bedragen, wat overeenkomt met 3,5 procent van het Vlaamse bbp.

Volgens berekeningen kan de circulaire economie 2,3 miljard euro toegevoegde waarde voor Vlaanderen genereren. Daarbij zouden tot 27.000 nieuwe banen gecreëerd kunnen worden, wat overeenstemt met 1 procent van de werkgelegenheid in Vlaanderen. Bij de productieprocessen van kmo’s komt gemiddeld 18 procent van de aangekochte grondstoffen uiteindelijk niet in een verkoopbaar product terecht. Het verlies aan grondstoffen met 10 procent terugdringen, kan gemiddeld 2 procent van de totale productiekosten uitsparen. “Deze cijfers moeten niet als exacte voorspellingen geïnterpreteerd worden, maar kunnen wel dienen om het belang van vernieuwende concepten en beleidskeuzes te onderstrepen”, besluiten de auteurs van de studie van Steunpunt Duurzaam Materiaalbeheer.

Lees hier de andere artikels van dit dossier.