‘Voor moslims is CD&V de logische keuze’

'Ik ben een absolute tegenstander van het referendum dat de N-VA over het circulatieplan wil houden.'

Haar partij riep haar onverwachts terug uit pensioen om lijsttrekker te worden bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2018. Toch weet Mieke Van Hecke nu al wat een van haar strijdpunten zal worden: ‘De armoedecijfers in deze stad zijn dramatisch.’

Voor CD&V leek Gent, waar de paars-groene coalitie zo stevig in het zadel zat, lange tijd een verloren strijd. Maar sinds de schandalen rond intercommunales en de roemloze aftocht van kandidaat-burgemeester Siegfried Bracke is er weer veel mogelijk. Het nieuws dat oudgediende Mieke Van Hecke (70) de Gentse CD&V-afdeling aanvoert, verleidde groene schepen Filip Watteeuw in dit blad al tot de bedenking dat zijn liberale coalitiepartner wel heel lang heeft vastgehouden aan de ‘paarse droom’. Watteeuw deed Van Hecke net geen aanzoek.

‘Het is geen geheim dat ik tot de linkerzijde van CD&V behoor’, vertelt Mieke Van Hecke in haar appartement in het centrum van Gent. Ze woont nog maar drie jaar terug in de stad waar ze opgroeide en genoot van welverdiende rust na tien jaar leiding te hebben gegeven aan het Katholiek Onderwijs Vlaanderen.

Mieke Van Hecke: ‘Ik was eigenlijk met pensioen, ja. Maar mijn partij heeft mij gevraagd. De Gentse CD&V had natuurlijk een immense dreun gekregen toen de persoon waar iedereen zijn hoop op had gesteld besloot om af te haken.’

Sarah Claerhout trok zich vorig jaar uit onvrede met de partij terug uit de campagne. Hebt u haar eigenlijk nog gehoord?

MIEKE VAN HECKE: Nee. Ik ben van plan om later, als de rust wat is teruggekeerd, contact met haar op te nemen. Ik kan me voorstellen dat ze nog met veel onverwerkte gevoelens zit over de partij. Ik heb haar vroeger enkele keren ontmoet en ze leek mij een goede kandidate.

Toen Kris Peeters in januari bekendmaakte dat hij in Antwerpen zou deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen, zei hij er meteen bij dat hij nog geen programma had. Hebt u er al één?

VAN HECKE: Ik ben in Gent drie jaar actief geweest in een armoedevereniging, en daar heb ik een grote verontwaardiging aan overgehouden. De armoedecijfers zijn nog altijd dramatisch: in deze stad groeit twintig procent van de kinderen op in een kansarm gezin. Ik wil respect vragen voor mensen in armoede, die vandaag geculpabiliseerd en gestigmatiseerd worden. Zelfs mensen die armen willen helpen, benaderen hen nog te vaak met een neerbuigende houding. We mogen arme mensen niet onderschatten. Ik heb in Gent een jonge dakloze leren kennen die elke dag om elf uur ’s ochtends naar opvanghuizen moet bellen om te vragen of er ’s avonds plaats voor hem is. Hij had vroeger in de bouw gewerkt, maar als hij langs een interimkantoor ging voor zo’n baantje, wilden ze hem niet helpen zolang hij geen adres kon voorleggen. Ze keken zelfs niet op van hun computer als die jongen binnenstapte. Pas als er een medewerker van de armoedeverenigingen bij was, sprong iedereen recht. Zulke er-varingen zijn ontzettend kwetsend. Arme mensen worden nog altijd als tweederangsburgers behandeld.

Bezondigt het Gentse stadsbestuur zich daar ook aan?

VAN HECKE: De Gentse lokettendiensten zijn daar wel anders in. Het personeel brengt veel geduld en respect op voor iedereen die er langs- komt. Maar Gent moet nog meer middelen vrijmaken voor armoedebestrijding. Dat moet een prioriteit worden. Vlaamse politici vinden het nodig om zwaar in te zetten op sociaal misbruik. Maar amper twee procent van wie zo’n uitkering krijgt, ontvangt dat geld onterecht. Terwijl zestig procent van de mensen die recht hebben op een leefloon daar géén gebruik van maakt. Laten we er alstublieft in de eerste plaats voor zorgen dat iedereen die daar recht op heeft ook echt een leefloon krijgt.

Zult u met een programma over armoedebestrijding wel een duidelijk verschil kunnen maken met het rood-groene kartel in de campagne?

VAN HECKE: Wij willen geen campagne voeren vanuit ons eigen grote gelijk, maar kijken waar we verbindend kunnen zijn en waar we onze eigen accenten kunnen leggen. Ik heb er uiteraard geen problemen mee om toe te geven dat het Gentse stadsbestuur ook goede beslissingen neemt, en de vier gemeenteraadsleden van CD&V voeren op een constructieve manier oppositie. Maar het is wel de bedoeling om na de verkiezingen in 2018 deel te nemen aan het bestuur.

Zou een CD&V’er als Pieter De Crem met zijn rechtse imago niet méér opvallen in de Gentse campagne?

VAN HECKE: Dat zou goed kunnen. Maar hij is gelukkig in Aalter, en heeft geen enkele ambitie om naar Gent te verhuizen. Het is ook niet zo dat wij het met bijna alles eens zijn wat deze coalitie doet. Het kan op vele punten beter. Dit bestuur heeft heel veel geïnvesteerd in het Gentse stadscentrum. Dat is een mooi uithangbord, maar er moet meer in de dienstverlening en de infrastructuur van de deelgemeenten worden geïnvesteerd.

Wat is uw mening over het circulatieplan?

VAN HECKE: Niemand kan tegen de doelstellingen van dat plan zijn. Er had wel een beter evenwicht gevonden moeten worden tussen de aandacht voor fietsers en voetgangers en de bereikbaarheid voor auto’s. Dat zal voor problemen zorgen, en ik ben er zeker van dat er bijsturingen nodig zullen zijn. De randvoorwaarden van parkeerplaatsen en openbaar vervoer zijn voorlopig ook niet vervuld, en dus wordt iedereen over de kleine ringweg (R40) gestuurd. Daar zullen de auto’s vaak gewoon stilstaan. Maar ik ben een absolute tegenstander van het referendum dat de N-VA wil. Het heeft geen zin om zulke complexe dossiers met een simplistisch ‘ja’ of ‘nee’ te beantwoorden.

Uw partij was niet betrokken bij de affaire van de intercommunales. Hoe hebt u daarnaar gekeken?

VAN HECKE: Ik heb nooit begrepen waarom Tom Balthazar moest opstappen. Ik denk dat de meeste politici en mandatarissen in die praktijken werden meegesleurd. Ik zal u het voorbeeld geven van een niet onbelangrijke organisatie die haar werknemers een tankkaart gaf. De bedoeling was dat daarmee getankt werd voor de bedrijfswagen, maar iedereen gebruikte die kaart voor het hele gezin. Ook nieuwe medewerkers deden dat eerst met schroom, maar raakten eraan gewend. Zo ging het ook in lokale besturen.

Hebt u het nu over het katholieke onderwijsnet?

VAN HECKE: Nee, nee. Ik had zelfs geen auto van de Guimardstraat. (lacht)

Het zijn wel zulke vormen van normvervaging die mensen doen besluiten dat politici allemaal misbruik maken van hun positie, nee?

VAN HECKE: Niet alle politici streven een mandaat na om zo veel mogelijk geld te verdienen. Ze nemen een engagement op en zien dat daar blijkbaar voordelen bij horen waar iedereen van profiteert. Net zoals dat bedrijf paal en perk heeft gesteld aan de tankkaarten, is er nu ook een catharsismoment in de politiek, waarna nieuwe regels moeten worden uitgewerkt voor heel Vlaanderen.

Aan welke regels denkt u dan?

VAN HECKE: Er moet een beperking van het aantal mandaten en een loonplafond komen. Maar we moeten wel sterke mensen met voldoende kwalificaties kunnen blijven aantrekken in de politiek. Daarom maak ik me zorgen over de vergiftigde reputatie van politici. Waarom zouden jongeren zich nog willen inzetten voor een betere samenleving? In privébedrijven krijgen ze beter betaald, terwijl ze als politicus misschien door hun vrienden worden verweten graaiers en schnabbelaars te zijn.

VAN HECKE: Ik denk dat we in Gent beter kunnen scoren dan in 2012. Het verhaal van een diverse samenleving waarin iedereen zijn verantwoordelijkheid opneemt, heeft natuurlijk een toekomst in de stad. Dat is ook het discours van onze voorzitter Wouter Beke. Enkel in zo’n warme en open samenleving kunnen mensen zich veilig voelen. Dat is ook belangrijk voor Gent, waar mensen zich te veel achter muren en rolluiken hebben opgesloten. Een stad moet ervoor zorgen dat iedereen naar buiten komt en elkaar ontmoet. Maar het klopt dat ook CD&V kansen laat liggen. We hebben de aansluiting met nieuwe burgerinitiatieven gemist, omdat het klassieke middenveld daar aanvankelijk misschien te argwanend tegenover stond. En ook nieuwe doelgroepen weten wij onvoldoende aan te spreken.

CD&V is een confessionele partij. Zou uw partij niet de logische keuze voor moslims zijn?

VAN HECKE: Ik vind van wel. Net zoals katholieke scholen de natuurlijke omgeving voor moslims moeten zijn. Daar blijft religie tenminste een belangrijk aspect van je persoonlijke ontwikkeling.

Maar toen uw opvolger Lieven Boeve met dialoogscholen een opening naar moslims maakte, kreeg hij van Bart De Wever de wind van voren.

VAN HECKE: Ik praat niet meer over onderwijsdossiers, Lieven moet het woord daarover voeren. Maar ik heb altijd gezegd dat ik mij in één dossier mislukt voel, en dat is dat mijn scholen de hoofddoek hebben verboden. Wij hadden die moeten toelaten, zolang ouders zich willen inzetten voor het religieus geïnspireerde project waar katholieke scholen voor staan.

Nu denken moslims en allochtonen erover om eigen partijen te beginnen. Doet CD&V voldoende om hen aan te trekken?

VAN HECKE: Alle partijen moeten meer doen. Maar in Gent hebben wij een fractieleider (Veli Yüksel, nvdr) die overtuigd moslim en christendemocraat is. Het is dus niet zo dat wij een akte van geloof vragen aan onze politici.

U partijgenote en minister van Onderwijs Hilde Crevits stelde allochtone ouders onlangs mee verantwoordelijk voor de ondermaatse prestaties van hun kinderen.

VAN HECKE: Ik heb haar daarover op de radio gehoord, en daar zei ze dat het zowel van de scholen als de ouders de opdracht is om bruggen te bouwen. Ik merkte helaas dat in Het Nieuwsblad enkel het deel over de ouders is verschenen.

‘We moeten onze Vlaamse identiteit en onze normen en waarden durven te benoemen. Dat mis ik soms een beetje’, zei ze ook in de krant. Zo gaf ze wel heel erg de indruk dat ze de rechterkant van haar partij wilde afdekken.

VAN HECKE: Waarom zou ze dat doen? CD&V is een centrumpartij, en er zijn andere mensen die die vleugel beter kunnen aanspreken dan Hilde. Ik geloof dus echt niet dat zij daar in haar achterhoofd mee bezig is, en ik geloof al helemaal niet dat Wouter Beke onze partij om electorale redenen naar rechts wil opschuiven.

En u vindt ook niet dat we onze normen en waarden beter moeten durven te benoemen?

VAN HECKE: Als onze normen en waarden onder druk staan, komt dat door de grote onverschilligheid. In plaats van ze consequent in te vullen, veronachtzamen we ze. Maar bij het kleinste windstootje uit een andere richting voelen we ons meteen bedreigd. Wat zijn onze gemeenschappelijke waarden? Verdraagzaamheid, solidariteit en vredelievendheid. Als alle Vlamingen daar echt van vervuld zijn, begrijp ik niet waarom onze samenleving zo hard zou moeten zijn.

Het komende anderhalf jaar voert u campagne. Maar gaat u daarna ook zes jaar in de gemeenteraad zitten?

VAN HECKE: Ik zal zeker een mandaat opnemen. Niemand weet wat er daarna zal gebeuren, en dat is voorlopig ook volstrekt irrelevant.

Door PETER CASTEELS, foto WOUTER VAN VOOREN

‘Zestig procent van de mensen die recht hebben op een leefloon maakt daar géén gebruik van.’

‘Ik voel mij in één dossier mislukt, en dat is dat mijn scholen de hoofddoek hebben verboden.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content