Ludo Bekkers

Paul Van den Abeele: een fotograaf zonder kapsones

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

Het houdt niet op. Dit jaar was een annus horribilis voor de Vlaamse cultuurwereld. Museum- en operadirecteurs, volkszangers, kunstenaars, zowel beeldende als litteraire gingen het graf in. En nu weer Paul Van den Abeele.

Fotografen worden geacht niet te sterven omdat zij zo verweven zijn met het leven. Welk genre zij ook kozen, altijd hebben zij een of andere vorm van de schepping nodig om hun visie daarop te interpreteren.

Paul Van den Abeele (1928) behoorde tot een apart ras van fotografen. Hij was journalist omdat hij voor een krant werkte en de actualiteit moest volgen maar in feite was hij er te gevoelig voor want hij was een kunstenaar. Hij had dan ook een opleiding als schilder achter de rug en begon met het retoucheren voor een fotograaf. In de digitale tijd die we nu kennen is retoucheren met de hand allang geen beroep meer maar het was vaak noodzakelijk om fouten te verdoezelen en het beeld wat mooier te maken. Zo werd hij fotograaf.

Hoeveel duizenden beelden hij geschoten heeft is waarschijnlijk bij benadering niet te schatten. Hij liep mee met de grote verslaggevers naar alle uithoeken van het land en daarbuiten om gebeurtenissen vast te leggen of portretten te maken van bekende personaliteiten. Zelfs in de meest dramatische situaties wist hij een beeldhoek, een lichtinval te vinden die de foto een meerwaarde gaf op esthetisch vlak.

Je zou kunnen zeggen dat de meesten van zijn foto’s gecomponeerd zijn als schilderijtjes. Hij kon uit een simpel maar ook uit een ruw onderwerp een soort poëzie puren die zijn foto letterlijk uniek maakte. Het had zijn signatuur en dat is uiteraard het kenmerk van iedere klasse fotograaf.

Bovendien was hij bescheiden en nederig en liep hij, klein van gestalte, nooit in de weg. Hij had ook een filosofisch inzicht in het leven en alles wat daarmee te maken had, ook de actualiteit waarbij hij, noodgedwongen, op de eerste rij stond.

Kapsones waren hem vreemd, hij deed zijn werk, punt uit en ging daarna naar huis in Erembodegem om in zijn atelier tekeningen, gouaches of schilderijen te maken, zonder pretentie en met een soort naïveteit die hij bij zijn geliefde Edgard Tytgat had gezien.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content