Beestenboel: mopsvleermuizen zijn erin geslaagde defensie van nachtvlinders te omzeilen

© Arco / Sunbird Images
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Ze is niet moeders mooiste, met haar platgeslagen snuit en grote oren. Maar ze is wel een slimmerikske.

Vleermuizen vallen zelden in de prijzen om hun aantrekkelijkheid. Maar zelfs in de categorie lelijkaards valt de mopsvleermuis op: haar platgeslagen snuit – die haar, naar analogie van de mopshond, haar naam gaf – en haar grote oren maken dat de soort model zou kunnen staan voor een creatieveling die een échte slechterik nodig heeft voor een film of strip.

Zoals de mopshond, die door ‘hondenliefhebbers’ zo overgekweekt werd dat hij niet normaal kan leven, kent de mopsvleermuis door haar speciale fysiek beperkingen: ze kan uitsluitend insecten van minder dan 3 centimeter verorberen: grotere exemplaren krijgt ze niet in haar verwrongen mond. Maar het dier compenseert dat met een innovatieve evolutionaire oplossing, zo bleek uit een publicatie in het vakblad Functional Ecology. Het gaat om een techniek die je kunt vergelijken met de manier waarop stealthbommenwerpers zo goed als onzichtbaar gemaakt worden voor vijandige radars.

De mopsvleermuis voedt zich in een niche waar weinig andere vleermuizen van kunnen profiteren: ze prefereert nachtvlinders, die altijd ontsnappen als er andere vleermuizen in hun buurt komen. De motten hebben gevoelige gehoororganen ontwikkeld, waarmee ze de ultrasone geluiden kunnen horen die vleermuizen gebruiken om prooien op te sporen.

Ondanks haar vernuft is de mopsvleermuis in Vlaanderen zo goed als uitgestorven

Maar zodra een mopsvleermuis een prooi in het vizier heeft, verlaagt ze de intensiteit van haar geluidsgolven. Daardoor wordt de mot in de war gebracht over de afstand waarop de vleermuis zich bevindt. Als ze eenmaal doorheeft dat ze in de luren wordt gelegd, is het al te laat. Mopsvleermuizen zijn erin geslaagd – in een soort biologische wapenwedloop – de defensie van nachtvlinders te omzeilen.

Ondanks haar vernuft is de mopsvleermuis in Vlaanderen zo goed als uitgestorven. Ze heeft zelfs vijftien jaar als ‘uitgestorven’ geregistreerd gestaan. In het begin van deze eeuw was er nog een piepkleine populatie in een ruïne in het West-Vlaamse Beernem, maar nadat die verlaten werd, leek het bij ons afgelopen met de mopsvleermuis. Tot vleermuisexpert Joris Everaert van Natuurpunt en de vzw Durme er in 2014 toevallig eentje oppikte met zijn batdetector – een toestel om nachtelijke geluiden van vleermuizen, die wij niet kunnen horen, op te vangen. Dat was in de omgeving van Waasmunster. Later werden er nog enkele andere kolonies in het Waasland gevonden.

Een van die kolonies, met negentien diertjes, zat achter het luik van een huis. Een andere bevond zich onder de losgekomen schors van twee dode populieren. De gevonden kolonies waren in feite kraamkamers, waarin vrouwtjes in de zomer hun jongen baren. De mannetjes mogen er niet binnen – paringen gebeuren in de winterverblijven.

Het is niet duidelijk waarom de mopsvleermuis in de problemen is gekomen, want ze lijkt niet kieskeurig in haar levensvereisten. Natuurpunt Waasland liet onlangs weten dat er in de buurt van een bos met een kolonie mopsvleermuizen een klein windmolenpark gepland is. De vraag rijst of het wenselijk is dat voor vleermuizen gevaarlijke wieken zo dicht worden geplaatst bij een van de weinige plekken in Vlaanderen waar mopsvleermuizen voorkomen. Het dreigt het debat over de ‘wereldvreemdheid’ van natuurbeschermers weer te doen oplaaien. Maar ook lelijkaards als mopsvleermuizen hebben recht op leven.

Partner Content