Beestenboel: ‘Nijlganzen zijn berucht om hun slecht karakter. Ze gedragen zich als echte eikels’

© .
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

In het Oude Egypte werd ze als heilig beschouwd, maar bij ons kan de nochtans mooi gekleurde nijlgans niet op veel begrip rekenen. Ze is een migrant.

Of je nu langs een parkvijver in een stad wandelt, of op een wegeltje door eindeloze polders fietst, overal kun je tegenwoordig nijlganzen zien. Meestal verspreid in koppeltjes, soms met honderden tegelijk. De nijlgans is in oorsprong een Afrikaanse vogel. Ze was belangrijk in de cultuur van het Oude Egypte. De Oude Grieken en Romeinen domesticeerden haar, hoewel haar vlees naar verluidt niet erg lekker is, toch niet naar onze normen.

Nijlganzen zijn berucht om hun slecht karakter. Ze gedragen zich als echte eikels

Omdat het een mooie vogel is, werd hij in Europa ingevoerd als sieraad voor parkvijvers en dierentuinen. Van daaruit begon hij de brede omgeving te verkennen. In Vlaanderen dateert de eerste waarneming van nijlganzen ‘in het wild’ uit 1870, in de regio Antwerpen – mogelijk ging het om vogels die ontsnapten uit de Zoo. De soort bleef schaars, tot in het laatste kwart van de 20e eeuw het aantal nijlganzen opeens fors toenam. Niemand weet hoeveel er vandaag in Vlaanderen broeden, maar het zijn er zeker vele duizenden.

Het is aannemelijk dat de klimaatopwarming het succes van de soort in de hand heeft gewerkt. Als tropische vogel is de nijlgans vrij gevoelig voor strenge winters, en aangezien de frequentie van strenge winters afneemt, ligt de sterfte van de vogels nu waarschijnlijk een stuk lager dan in het begin van het kolonisatieproces. De nijlgans kan zelfs al in de winter beginnen te broeden, zodat ze soms in januari al jongen heeft.

De vogels kunnen vreemde verplaatsingen maken, waarbij ze zich soms als een stadsparkdier gedragen en soms alsof ze echt wild zijn. Op 27 mei 2016 markeerde iemand een jonge nijlgans op een parkvijver in het Nederlandse Den Haag met een goed herkenbare kleurringcombinatie. In september 2016 vertoefde het dier in onze Waaslandpolders. In november zat het in een Oost-Vlaams landbouwgebied, in december ten noorden van Amsterdam en in januari 2017 op het Nederlandse Waddeneiland Texel. Een echte zwerver dus, zonder uitgesproken biotoopvoorkeur.

Veel ornithologen hebben een eigen verhaal over nijlganzen, die berucht zijn om hun slecht karakter. Ze jagen reigers weg uit de weilanden waarin ze zitten. Ze pikken broedkasten voor torenvalken in. Ze hameren met hun snavel zeldzame jonge visdiefjes dood. Ze halen ook elkaar het bloed van onder de nagels. Ze gedragen zich als echte eikels.

Strijd tegen nijlganzen lijkt dus een kwestie van onverdroten inzet

Zelfs in hun oorspronkelijke Afrikaanse leefgebied kunnen ze wrevel opwekken. The Journal of Wildlife Management beschreef pogingen om nijlganzen weg te houden van golfterreinen in het Zuid-Afrikaanse Kaapstad. Het lukte door dagelijks een getrainde grote roofvogel over het gebied te laten vliegen. Maar minder dan twee maanden nadat de actie gestopt was, waren de dieren terug. Strijd tegen nijlganzen lijkt dus een kwestie van onverdroten inzet.

Ook wij moeten ons geen illusies maken. Net als menselijke migranten uit Afrika is de nijlgans hier om te blijven. We krijgen ze nooit meer weg en kunnen er dus maar beter mee leren leven. Het is wel een vreemd gevoel dat we een vogel in zijn Afrikaanse biotoop om zijn schoonheid bewonderen, maar hem met minder clementie bejegenen in onze Vlaamse leefomgeving waar hij een pest blijkt te zijn voor de lokale vogelsoorten. Volgens sommigen neigt dat naar een extreemrechtse attitude.

Partner Content