Plasticvervuiling heeft de Zuidpool bereikt

Een stormbandpinguïn op Antarctica © Christian Åslund/Greenpeace

Microplastics en persistente chemicaliën zijn ook aanwezig in de afgelegen wateren rond de Antarctica. Dat blijkt uit de analyse van stalen tijdens een Greenpeace-expeditie.

Zeven van de acht oppervlaktestalen bleken microplastics te bevatten zoals microvezels. Van de negen sneeuwstalen bleken er zeven besmet met persistente chemicaliën zoals per- en polyfluoroalkyl stoffen. Dergelijke chemicaliën worden op grote schaal gebruikt in veel industriële processen en consumentenproducten. Ze worden in verband gebracht met voortplantings- en ontwikkelingsproblemen bij wilde dieren.

‘We zien Antarctica als een verafgelegen en ongerepte wildernis, maar ook daar is de afdruk van de mens duidelijk zichtbaar: van vervuiling tot klimaatverandering tot industriële visvangst’, zegt Frida Bengtsson van Greenpeace. ‘Deze resultaten tonen aan dat zelfs de meest geïsoleerde habitats in Antarctica vervuild zijn met microplastics en persistente, gevaarlijke chemicaliën. Er is actie nodig bij de bron om die vervuiling te stoppen, en er is behoefte aan een reservaat om de pinguïns, walvissen en het hele ecosysteem ruimte te geven om te herstellen van die bedreigingen.’

Tijdens de expeditie stelden de onderzoekers ook andere vervuiling vast, met name door de visserij. ‘We zagen allerlei boeien, netten en zeilen drijven tussen de ijsbergen’, zegt Bengtsson. ‘We haalden die uit het water, maar het maakte me duidelijk dat we grote delen van dit gebied moeten afsluiten voor menselijke activiteit als we de ongelooflijke natuur van Antarctica willen beschermen.’

De nieuwe vaststellingen komen bovenop eerdere vondsten van plastic in het noordpoolgebied en zelfs het diepste punt van de oceanen, de Mariana Trench. Volgens Greenpeace is het duidelijk dat snel actie moet worden ondernomen om te vermijden dat er nog meer plastic in de zee terechtkomt, en zijn er grote zeereservaten nodig.

Partner Content