Akkoord over ondersteuningsmodel M-decreet

Hilde Crevits: 'Hier zal nog een hartig woordje over gepraat worden.' © Belga

Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits timmert al langer aan een nieuw model voor de verdere uitvoering van het M-decreet. Dat moet jongeren met specifieke noden in het gewone onderwijs beter ondersteunen.

De Vlaamse meerderheidspartijen hebben een akkoord bereikt over het nieuwe ondersteuningsmodel voor leerlingen met specifieke noden in het gewone onderwijs. Dat nieuwe model moet ingaan vanaf 1 september 2017. Voor bepaalde groepen leerlingen (o.a. dove en blinde leerlingen) zal gewerkt worden met een financieel ‘rugzakje’ en er komt ook extra ondersteuning voor leerlingen met zorgnoden maar zonder medisch attest. Het is ook de bedoeling om de samenwerking over de netten heen te stimuleren.

Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits timmert al langer aan een nieuw model voor de verdere uitvoering van het M-decreet. Intussen is het budget voor het M-decreet opgetrokken van 92 naar bijna 117 miljoen euro, goed voor 300 voltijdse personeelsleden extra. Eerder deze week bereikte onderwijsminister Crevits een akkoord met de sociale partners.

Na intensief overleg ligt er nu ook een akkoord van de meerderheidspartijen (N-VA, CD&V en Open Vld) in het parlement op tafel. Minister Crevits schetste in het Vlaams Parlement de contouren van dat akkoord. Zo moet het nieuwe model zorgen voor meer flexibele ondersteuning op maat van elke leerling. De middelen moeten via de regionale ondersteuingsnetwerken ook maximaal terechtkomen op de klasvloer “en niet ergens blijven hangen”.

Wat de verdeling van die middelen betreft, zal een ‘voorafname’ gebeuren voor welbepaalde groepen leerlingen. Het gaat dan specifiek om leerlingen met een verstandelijke of motorische beperking en voor blinde of dove leerlingen (type 2,4,6 en 7). Voor hen wordt gewerkt met ‘rugzakfinanciering’. Voor de andere leerlingen met een ondersteuningsnood worden de middelen verdeeld volgens een 70/30-verdeelsleutel, 70 procent op basis van de leerlingenaantallen en 30 procent op basis van aantal geattesteerde zorgnoden.

Oppositiepartijen sp.a en Groen vinden dat de middelen door die verdeling onvoldoende terecht dreigen te komen bij de leerlingen met de grootste noden. Maar minister Crevits verdedigt de verdeling omdat ze bewust wil afstappen van de pure medische benadering. De redenering is dat ook veel kinderen zonder attest of label extra ondersteuning nodig hebben.

Bedoeling is ook om de samenwerking over de netten heen te stimuleren. Het is niet de bedoeling dat elk net zich terugplooit op eigen ondersteuningsnetwerken. Voor het officieel onderwijs (GO!, OVSG en POV) bevat het akkoord concrete afspraken om per logisch regionaal gebied te werken met één ondersteuningsnetwerk.

Partner Content