Machtsverschuivingen in Europa: de opmars van Mark Rutte

De Franse president Emmanuel Macron, Duits bondskanselier Angela Merkel en de Nederlandse premier Mark Rutte © REUTERS
Naomi Skoutariotis
Naomi Skoutariotis Redactrice Knack.be

De politieke ontwikkelingen in verscheidene Europese landen hebben ook invloed op de machtsverhoudingen binnen de Europese Unie. Nederland slaagt erin zich te profileren als sterke partner voor de Frans-Duitse as. ‘Premier Mark Rutte is nu de eerste met wie de Fransen en de Duitsers rond de tafel gaan zitten.’

Terwijl bondskanselier Angela Merkel een halfjaar aan een nieuwe Duitse regering timmerde, heeft de Franse president Emmanuel Macron de gelegenheid aangegrepen om zich op te werpen als voortrekker van de Europese Unie. De jongste tijd lijkt hij een gelijkgezinde gevonden te hebben in de Nederlandse premier Mark Rutte, die Nederland op Europees niveau terug op de kaart wil zetten.

Naast het prille Frans-Nederlandse bondgenootschap, ontvouwt zich een generatie lidstaten met een alternatieve visie. De ambitie van Macron delen ze niet, maar ze zijn evenmin anti-Europees. Waar staan ze dan wél voor? Een gesprek met Mathieu Segers, hoogleraar Europese geschiedenis aan Maastricht University.

Waarom wil Mark Rutte weer een grotere rol spelen op het Europese toneel?

MATHIEU SEGERS: Nederland heeft zich decennialang achter het Verenigd Koninkrijk verscholen, en is door de brexit in een existentiële crisis beland. Uiteindelijk hebben de Nederlanders beslist: de toekomst van ons land ligt binnen de Europese Unie. Dat is een grote en betekenisvolle stap. Door de brexit wordt Europa namelijk kleiner, minder protestants en meer continentaal – allemaal dingen waar Nederlanders zich doorgaans moeilijk mee kunnen associëren.

Wat Merkel, Rutte en Macron nu gemeenschappelijk hebben, is dat ze de Duitse sociaaldemocraten moeten afremmen.

Rutte heeft zich afgewend van de brexit. Hij wil een constructieve partner zijn in de Unie en is voorstander van een meer intergouvernementele koers. Hij vindt dat de eurozone meer op de lidstaten moet steunen dan op de Europese instellingen. Op dat vlak heeft hij common ground met Macron: de Fransen zijn van oudsher geen voorstander van supranationale instituten, in tegenstelling tot de Duitsers.

Kan Nederland een verlengstuk van de Frans-Duitse as worden?

SEGERS: Voor Frankrijk en Duitsland is Rutte nu de eerste partner met wie ze rond de tafel te gaan zitten. Beide landen kunnen hem trouwens goed gebruiken. De Italianen zijn door interne economische en politieke problemen weggevallen als Franse bondgenoot. Ook de situatie in Duitsland is veranderd: de Duitse sociaaldemocraten (SPD) zijn als het ware Franser dan de Fransen: ze hebben Macrons agenda met zo veel passie omarmd dat hij er zelf van geschrokken is. SPD wil de EU met volle kracht verdiepen. Wat Merkel, Rutte en Macron nu gemeenschappelijk hebben, is dat ze die partij moeten afremmen.

Tegelijk biedt Rutte tegenwicht. Hij liet onlangs optekenen dat dat EU-lidstaten ‘niet zomaar alles zouden goedkeuren’ wat Duitsland en Frankrijk zouden beslissen.

SEGERS: Die houding is historisch consistent. Macron blijft een Fransman en Rutte een Nederlander: het wantrouwen is groot, aan beide kanten. Warm zal hun relatie niet worden.

Zijn het ook die drie landen die op de Europese top de houding van de EU zullen bepalen?

SEGERS: De oude stichters – de Benelux, Frankrijk, Duitsland en Italië, als dat land weer op de been is – zullen zowel in de eurozone als in andere dossiers het voorbeeld geven. Macron zal ervoor ijveren om met een groep Europese landen voorop te lopen. Dat is eigenlijk het zogenoemde ‘Europa van verschillende snelheden’, gebouwd rond wat de Duitse oud-minister van Financiën Wolfgang Schäuble (SPD) in de jaren negentig het ‘kern-Europa’ genoemd heeft.

Doordat jongere lidstaten geen historische band met de EU hebben, hebben ze een bepaalde mentale vrijheid.

U noemt Italië bij de landen die voorop zullen lopen. Verwacht u dan niet dat de het land, gezien de electorale winst van de anti-Europese partijen, een eurokritische houding zal aannemen?

SEGERS: Het zal interessant zijn om te zien hoe de Oostenrijkse premier Sebastian Kurz het Europees voorzitterschap zal invullen, in de tweede helft van 2018. Tegenover de Europese founding fathers van de EU staat een nieuwe beweging die niet anti-Europees is, maar wel kritisch is voor veel aspecten van de Unie. Ze staat voor een alternatief. De potentiële leider van die koers is Kurz.

Doordat jongere lidstaten – Oostenrijk is pas toegetreden in 1995 – geen historische band met de EU hebben, hebben ze een bepaalde mentale vrijheid. Als Kurz, met de steun van Oost-Europa, een agenda kan bepalen die meer leunt op de lidstaten en tegen de Europese instituten gericht is, wordt het – ook door de centrale ligging van Oostenrijk – interessant om te zien hoe landen als Italië daarop zullen reageren.

Na bijna 6 maanden regeringsvorming is Angela Merkel terug. Zal ze een prominente rol blijven spelen op het Europese toneel, of is het nu aan een nieuwe generatie?

SEGERS: Emmanuel Macron is het nieuwe symbool van de Europese eenheid. Hij heeft het voor elkaar gekregen om de verkiezingen te winnen met een pro-Europese campagne: dat heeft niemand anders gedurfd en gepresteerd. Dat gezegd zijnde, is Merkel zeker niet uitgespeeld. Het wordt interessant om te zien hoe ze zich zal positioneren tegenover Macron. Merkel is het altijd gewend geweest- zeker in de periode dat François Hollande president was – om de kar te trekken. Ze hoopte altijd dat de Fransen mee kwamen trekken, maar dat deden ze nooit. Daardoor stond ze als het ware als enige leider van de Europese Unie op de plecht van het schip. Daardoor, en ook door de geschiedenis van Duitsland, was ze kwetsbaar.

Als één man het spel van Merkel altijd nog kan doorkruisen, is het wel Jean-Claude Juncker.

Ze is, denk ik, blij dat Macron het leiderschap geclaimd heeft, maar ze staat voor een grote uitdaging. Door de opkomst van het radicaal-rechtse AfD en doordat de liberale FDP niet wilde deelnemen aan een al te pro-Europese Duitse regering, zal Merkel duidelijk moeten maken dat ze Duitse belangen dient. Daarvoor moet ze een nieuwe vorm vinden: ze kan dat niet meer doen als leider, maar als co-leider.

Wat Merkel kan helpen, is dat Jens Weidmann de nieuwe voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB) zou worden. Voor de Duitse publieke opinie en binnenlandse politiek zal dat belangrijk zijn. Het zal even duren voor alles opnieuw in de plooi valt voor haar. Ze zal tijd moeten kopen, maar daarin is niemand zo goed als zij.

Hebben de Duitsers hun kans op de aanstelling van Weidmann niet verspeeld, na de ophef rond Martin Selmayr? Die heeft zijn nieuwe baan als secretaris-generaal van de Europese Commissie volgens critici te danken aan Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker.

SEGERS: Als één man het spel van Merkel altijd nog kan doorkruisen, is het wel Juncker. Dat heeft hij al vaker gedaan. Door deze situatie – die in principe niets met de ECB te maken heeft – wordt het voor Merkel moeilijker om Weidmann aan de top van de Centrale Bank te krijgen. Terwijl de bondskanselier daarvoor al járen aan het manoeuvreren is.

Iedereen die iets afweet van het precaire draagvlak voor het europroject in Duitsland, weet hoe belangrijk het is om zichtbaar Duitse invloed te hebben bij de ECB. Ook omdat er acht jaar een Italiaan aan het roer heeft gestaan, na een Fransman. De truc van Juncker compliceert dat. Merkel kon hem al missen als kiespijn – het is bekend dat ze al herhaaldelijk heeft aangedrongen op zijn vertrek.

Weidmanns kansen zijn inderdaad geslonken. Zijn mogelijke aanstelling is ook omstreden in Zuid-Europa. Daar zullen ze zien hem als een ‘nageboorte’ van Wolfgang Schäuble, wiens besparingsijver de Zuid-Europeanen nog altijd koude rillingen bezorgt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content