‘Mosul is de smerigste oorlog die ik heb gezien’

Een soldaat van een Assyrische militie in Bartella, op 20 kilometer van Mosul. © Teun Voeten

In West-Mosul heroveren Iraakse troepen straat per straat op de IS. Fotograaf Teun Voeten was ter plaatse. ‘Dit is erger dan Sarajevo.’

Het gaat tergend langzaam, maar het gaat vooruit in Mosul. Sinds het offensief tegen de Islamitische Staat in oktober 2016 begon, hebben het Iraakse leger en de politie met steun van de internationale coalitie veel terrein heroverd op de jihadisten. Nadat de oostkant van de stad was bevrijd, trokken de Iraakse troepen in januari de Tigris over, die de stad in tweeën snijdt. De drukbevolkte, historische binnenstad aan de westzijde bestaat uit een wirwar van smalle straatjes waar pantservoertuigen niet door kunnen en de veiligheidstroepen te voet moeten. De jihadisten vechten terug met geïmproviseerde bommen, bewapende drones, bomauto’s en sluipschutters. Volgens de vluchtelingenorganisatie UNHCR zijn meer dan 500.000 mensen de stad ontvlucht, al zijn er ook ruim 91.000 teruggekeerd naar wat rest van de bevrijde wijken.

De Nederlandse oorlogsfotograaf Teun Voeten (55) bezocht de stad twee weken geleden. ‘Van alle frontlinies die ik heb gezien, is dit de agressiefste. Ik ben in Sarajevo, Aleppo en in andere grote steden in oorlog geweest, maar dit is de smerigste en zwaarste strijd. Het wemelt van de mortieren en snipers. Er zijn hordes vluchtelingen die willen ontsnappen maar dat niet mogen van de IS: op weglopen staat de doodstraf. Geen van beide partijen maakt krijgsgevangenen: iedereen wordt ter plekke geëxecuteerd.’

Nieuwe Iraakse trots

Voeten volgde de Iraakse militairen drie dagen in West- en Oost-Mosul. ‘Het leger lijkt me veel gemotiveerder dan in 2014. Toen liepen militairen nog hard weg voor de IS. Er is een nieuw soort patriottisme ontstaan, een nieuwe Iraakse trots. Het is een klassiek scenario: een gezamenlijke vijand verbindt partijen die daarvóór tegen elkaar vochten. De Iraakse strijd tegen het islamfascisme is ook een beetje een strijd tegen de buitenlandse bezetter, omdat het barst van jihadisten uit alle delen van de wereld.’

De kans bestaat dat de oude sectaire verschillen in Irak opleven als de IS is verslagen. Het land was vroeger multicultureel: soennieten, sjiieten, christenen, jezidi’s, Koerden, Arabieren en Joden leefden er naast elkaar. Voeten: ‘Het doet me denken aan de strijd in het oude, multiculturele Sarajevo van voor de Bosnische oorlog (1992-1995, nvdr.), waarna een monocultureel Servisch fascisme volgde. Ik hoop dat Irak zijn diversiteit en wederzijdse samenwerking zal behouden als de IS weg is.’

Vorige maand leek het er even op dat de strijd bijna voorbij was toen de Iraakse troepen tot een paar honderd meter van de Al-Nuri-moskee waren genaderd, waar Abu Bakr al-Baghdadi zichzelf in 2014 uitriep tot leider van de Islamitische Staat. Maar de historische stadsstructuur blijkt veel lastiger in de strijd dan was voorzien. ‘De kleine straatjes zijn een groot probleem’, zegt Voeten. ‘Het zou best nog een half jaar of langer kunnen duren voor de hele binnenstad is bevrijd. Het is een micro-oorlog op straatniveau. De coalitietroepen kunnen daarbij niet veel doen, het zal puur op de Iraakse strijdkrachten aankomen. De IS zal vechten tot de laatste snik, ik vrees een groot drama voor de overgebleven burgers.’

Over de toekomst na het kalifaat is de fotograaf somber. ‘De komende decennia mag je overal ter wereld nieuwe terreuracties van IS-strijders verwachten. In die zin zou het beter zijn als de jihadisten een plaats hebben waar ze hun kalifaat kunnen behouden zonder dat ze de rest van de wereld lastigvallen. Maar dat klinkt vast naïef.’

Door Joanie de Rijke, foto’s Teun Voeten

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content