Moeders van een vermoord kind in de VS: ‘Jij hoort als eerste te gaan, niet je kind’

© Brecht Surmont
Joanie De Rijke
Joanie De Rijke Medewerkster Knack

Ondanks de 30.000 Amerikanen die jaarlijks sterven door wapengeweld en zelfmoord met een vuurwapen, lijkt Donald Trump niet van plan de wapenwet te verstrengen. En dat is olie op het vuur voor de veelal zwarte moeders die een kind verloren in een gewelddadig incident en verbeten strijd voeren tegen de ‘gun-totin’ society’.

Mattie Scott (64)

Moeder van George Scott (24) die in 1996 werd doodgeschoten op een feestje.

Hoofd van Mothers in Charge (afdeling San Francisco), een actiegroep tegen geweld.

‘Op 17 juli 1996 ging George naar een feestje van een diploma-uitreiking. Er kwamen een paar vrienden binnen van wie een behoorlijk dronken was. Al gauw ontstond een ruzie met een van de andere genodigden. Waarop mijn zoon de betrokkenen mee naar buiten nam om te bemiddelen. Dat hielp niet veel, de discussie liep op. Tot de dronken jongen plots een wapen tevoorschijn haalde en begon te schieten. Omdat mijn zoon in het midden stond, incasseerde hij alle zes de kogels. Afgeschoten met een semiautomatisch vuurwapen. Was het een gewoon pistool geweest, dan had hij misschien nog geleefd. Hij stierf ter plaatse, om 23.30 uur op die warme zomeravond.

De volgende dag was het de verjaardag van zijn zoontje, hij zou 5 jaar worden. Het kind wist nog niet wat er was gebeurd. Als ‘verjaardagscadeau’ moest ik vertellen dat zijn vader doodgeschoten was. (stilte) Iets wat ik geen enkele moeder, grootmoeder of wie dan ook toewens. Het was het moeilijkste dat ik ooit heb moeten doen. Ik vergeet nooit meer hoe mijn kleinkind schreeuwde. Het ging door merg en been.

De moordenaar van mijn zoon is nooit gepakt. Ik weet wie het is, iedereen weet dat

Het is die schreeuw die me er elke dag aan herinnert dat ik moet vechten om het vele zinloze geweld te helpen stoppen, om ervoor te zorgen dat mensen niet zomaar met een wapen kunnen zwaaien. Ik zoek moordenaars op in de San Quentin-gevangenis en praat met hen over het leed dat ze anderen aandoen. Ik wil ook weten waar hún leed vandaan komt. Waarom ze zo zijn geworden. Ik loop de deuren plat bij politici om ze aan te sporen actie te ondernemen tegen de wapencultuur. Ik was mee met Hillary Clinton toen ze campagne voerde voor een aangescherpte wapenwet, samen met een groep zwarte moeders uit de hele VS. Ik organiseer bijeenkomsten om ouders die een kind hebben verloren een hart onder de riem te steken en om de wereld ervan te overtuigen wat de vreselijke gevolgen voor de achterblijvers zijn. Mijn gezin is uiteengerukt. De eerste twee jaar na de moord op George waren de zwartste uit mijn leven. Ik werd depressief, ik at en dronk mijn verdriet weg, op het laatst woog ik meer dan 150 kilo. Op een avond zat ik zo diep dat ik er een einde aan wilde maken. Ik wilde naar mijn zoon. Onder invloed van een grote hoeveelheid slaappillen en sterke drank zakte ik weg. In mijn roes kreeg ik een visioen, of droom, hoe je het ook noemen wilt. Mijn zoon zat naast me en zei dat ik me niet zo mocht laten gaan. Dat ik zijn dood moest aangrijpen om op de barricaden te klimmen en het straatgeweld aan te klagen. Er was werk te doen. Ik werd de volgende dag wakker en heb me herpakt. Geen druppel meer gedronken, mijn pillen weggegooid, 75 kilo afgevallen. Toen ben ik met de Mothers in Charge in San Francisco begonnen.

De moordenaar van mijn zoon is nooit gepakt. Ik weet wie het is, iedereen weet dat. Niemand durfde hem destijds aan te geven. De angst zat – en zit – diep. Ik heb een brief aan de moordenaar van mijn zoon geschreven. Ooit hoop ik die te overhandigen. Vijf pagina’s waarin ik uitleg wat hij van me heeft afgenomen, en hem vraag of hij zijn moeder heeft verteld wat hij heeft gedaan. Ik wil dat zijn moeder weet wat hij een andere moeder heeft aangedaan. Ik wil dat hij weet dat mijn kleinzoon nog altijd nachtmerries heeft over de dood van zijn vader. Dat ik nog altijd niet naar geweld op tv kan kijken. Dat mijn gezin kapot is gemaakt.’


Shonna Earls (60)

Moeder van Donte Glenn (38), die in 2015 tijdens een vuurgevecht op straat in San Francisco om het leven kwam.

Moeders van een vermoord kind in de VS: 'Jij hoort als eerste te gaan, niet je kind'
© Brecht Surmont

‘Als tiener en twintiger was Donte geen heilige. Hij heeft een en ander uitgestoken, laten we een kat een kat noemen. Onze kinderen zijn aansprakelijk voor het geweld op straat, als ouder moeten we daar niet hypocriet over zijn. Maar Donte was volwassen geworden en leidde al 10 jaar een normaal leven. Het ging goed met hem, hij had een baan, zette zich in voor de buurt.

Op 27 januari ’s morgens werd ik gebeld door de ploeg die het appartementsblok van Donte moest schilderen. Ze stonden aan zijn deur maar niemand deed open. Een dag ging voorbij. ’s Avonds zat ik bij een nichtje thuis, samen keken we naar het nieuws. Ik zag beelden van een ziekenwagen die met hoge snelheid door een straat reed. Ik wist toen nog niet dat mijn zoon erin lag. Op dat moment ging de telefoon. Donte lag in het ziekenhuis, er was op hem geschoten, klonk het. Toen ik arriveerde, was het al te laat. Hij was gestorven.

Niemand durft zijn mond open te doen. De angst regeert

Het is een bizar verhaal. Donte was kennelijk met een jonge vrouw in een winkel geweest waar zij in discussie was geraakt met een man die ze kende. Het eindigde in ruzie. Toen de vrouw met mijn zoon naar buiten ging en ze in haar auto stapten, werden ze afgesneden door een busje. De twee inzittenden openden het vuur en schoten als razenden op de auto van de vrouw.

Tot nu toe ben ik er niet achter wat er precies is gebeurd. Er doen veel verhalen de ronde. Volgens een van de versies ging het om een vergissing en hebben de twee mannen in het busje op de verkeerde geschoten. Maar ik heb geen idee of dat klopt. Niemand durft zijn mond open te doen. De angst regeert.

Ik heb het moeten aanvaarden: ik ben moeder van een vermoord kind. In de wijk waar Donte woonde, werd dagelijks geschoten. Maar je gelooft niet dat het jouw kinderen zal overkomen. En ineens is het realiteit. Hij is dood. Weg. Over en uit. Einde van het verhaal.

Jij hoort als eerste te gaan, niet je kind. Het leven is zo oneerlijk. Maar je moet verder, en je leert dat de wereld na een paar weken allang met iets anders bezig is. Dat is het moeilijkste. De eenzaamheid van het rouwen.’


Sheila Burton (53)

Moeder van Rashad Williams (21) die in 2005 door een drugsdealer op straat werd doodgeschoten.

Moeders van een vermoord kind in de VS: 'Jij hoort als eerste te gaan, niet je kind'
© Brecht Surmont

‘Mijn zoon was een atleet, op zijn 15e stond hij op de 8e plaats in de VS voor de 800 meter hardlopen. Hij zat op een katholieke privéschool waar een actie werd gehouden voor de slachtoffers van het bloedbad op de Columbine High School (In 1999 in Colorado, er vielen 15 doden, inclusief de daders). Rashad deed mee aan de jaarlijkse loopwedstrijd in San Francisco en zamelde 40.000 dollar in voor Lance Kirkland, een van de slachtoffers die geen medische bijstand kon betalen. Mijn zoon vloog naar Colorado en werd overal onthaald als een held, hij stond in de kranten, was te gast in alle grote tv-shows. Intussen ging hij door met zijn loopwedstrijden, hij wilde gaan voor de Olympische Spelen. Al die tijd liet zijn school niets weten, we namen aan dat alles in orde was. Tot hij zou afstuderen. Hij was 17. Plots hoorde hij dat hij niet kon afstuderen omdat hij twee examens had gemist. Toen hij vroeg of hij die alsnog mocht afleggen, werd dat geweigerd.

De teleurstelling was zo groot dat Rashad 100 procent omdraaide. Hij liet de atletiek voor wat het was, ging aan de drugs en raakte stilaan in de criminaliteit.

Het gerecht heeft geen haast. Het gaat tenslotte maar om de dood van twee zwarten

In april 2005 stuurde ik hem naar een stille plek op het platteland om tot rust te komen. Ik had geen idee dat de mensen daar zo conservatief waren. De man die hem heeft vermoord, stond bekend als een zware racist. Het was een drugsdealer. Mijn zoon wilde marihuana bij hem kopen toen ze ruzie kregen. De dader heeft Rashad op straat in de rug geschoten, de vriend die bij hem was, werd ook vermoord. In de rechtbank vertelde de dader dat ‘het dikke pret was om te zien hoe het achterwerk van een zwarte bewoog vlak voordat hij werd doodgeschoten’.

Hij is nog altijd niet veroordeeld voor de moord op mijn zoon en zijn vriend. Hij heeft hun lichamen van de straat naar zijn huis gesleept en probeerde het aan de politie te verkopen als zelfverdediging omdat Rashad en zijn vriend hem wilden beroven. Wat niet klopt. Inmiddels zit de man vast omdat hij een andere jongen heeft vermoord. Hij sloeg zijn hoofd in met een golfstok.

Het enige dat ik kan doen, is wachten. Het gerecht heeft geen haast. Het gaat tenslotte maar om de dood van twee zwarten.

Maar ik geef het niet op. Al moet ik het alle dagen van de daken schreeuwen. Gerechtigheid zal geschieden.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content