Beestenboel: geen enkel dier heeft een langere penis dan de zeepok

© Getty Images/iStockphoto

Geen enkel dier heeft, in verhouding tot zijn lichaamslengte, een langere penis dan de zeepok.

Iedereen kent ze wel: de witte blokjes op mosselen of golfbrekers die zeepokken zijn. Het zijn schaaldieren van uiteenlopende grootte die door twee vrij zwemmende larvefasen moeten voor ze volwassen worden. Vanaf dan leven ze met de kop naar beneden in een kalken skelet van zes plaatjes dat ze bouwen op een vast substraat, meestal niet te diep in zee.

Charles Darwin, de man die ons een sluitend mechanisme voor de evolutie van het leven schonk, heeft acht jaar van zijn leven besteed aan het onderzoek van zeepokken – volgens kwatongen om te vermijden dat hij moest doorwerken aan zijn boek over de evolutietheorie. De variatie die hij bij de diertjes vond, zowel tussen soorten als tussen individuen van dezelfde soort, moet hem geholpen hebben om de ijzersterke principes van natuurlijke en seksuele selectie vast te leggen.

De fysiek van zeepokken is om velerlei redenen speciaal. De diertjes hebben geen echt hart en geen kieuwen. Ze ademen via hun poten, die ze aan de bovenkant uit het skelet steken om voedingsdeeltjes te verzamelen. Ze zijn hermafrodiet, tegelijk man en vrouw, maar bevruchten zelden zichzelf. Om hun buren te kunnen bereiken – ze zitten vast op een substraat – hebben ze een penis ontwikkeld die meer dan acht keer langer kan zijn dan hun lichaam. Dat is, vertaald naar mensennormen, alsof wij een penis van 14 meter zouden meezeulen.

Als ze voortplantingsrijp zijn, steken de diertjes hun penis uit hun skelet en gaan ze blind op zoek naar de buren. Omdat die ook allemaal hermafrodiet zijn, is het altijd prijs als ze een soortgenoot gevonden hebben. Zeepokken maken elk jaar een nieuwe penis aan. Als het water ruw is, wordt die kleiner en dikker dan in rustiger water. Bij de zeepok leidt de penis nog meer dan bij de mensenman een eigen leven.

Zeepokken kunnen problemen veroorzaken als ze in grote aantallen terechtkomen op de romp van schepen. De larfjes zetten zich vast op het eerste geschikte substraat dat ze vinden, en dat kan een vaartuig zijn. Dat heeft gevolgen voor de verspreiding van de diertjes. Marien bioloog Francis Kerckhof en zijn collega’s van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen beschrijven in het vakblad Bioinvasions Records hun ontdekking van een nieuwe zeepokkensoort op de Belgische kust. Het diertje stamt oorspronkelijk van de westkust van de Verenigde Staten, maar is de wereld aan het veroveren.

Die ontdekking heeft een ironische kant. De nieuwe gast werd in de zomer van 2015 voor het eerst aangetroffen op de romp van het onderzoeksschip Belgica – bij een inspectie anderhalf jaar eerder was hij er nog niet. Onderzoek in 2016 wees uit dat de soort al op veel boeien en golfbrekers van onze kust aanwezig was, en er zich ook voortplantte. De onderzoekers vermoeden dat ze via de haven van Zeebrugge ons land heeft gekoloniseerd, want in de veel kleinere haven van Oostende is ze nog niet gevonden. Het dier is hoogstwaarschijnlijk meegelift met internationaal verkeer.

Speciaal is ook dat Kerckhof en zijn collega’s voor hun determinatie Darwins originele werk over zeepokken uit 1854 gebruikt hebben. Ze vrezen dat de vrij grote en nogal krachtige zeepok een aantal van onze inheemse soorten zal wegconcurreren. Elders in de wereld kreeg de lokale fauna door de invasie van deze soort al stevige klappen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content