Ethische problemen bij genetische analyse van aidsvirus

© iStock
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Overeenkomende DNA-gegevens bij twee seropositieve partners bewijzen niet wie de ander heeft besmet.

Er worden op grote schaal genetische analysen van het aidsvirus gemaakt, in de hoop meer zicht te krijgen op de manier waarop het virus zich bij de mens verspreidt. Maar dat leidt ook tot ethische problemen: zo vragen rechters steeds vaker DNA-gegevens van virussen op om na te gaan of seropositieve personen al dan niet bewust anderen hebben besmet.

Virologe Anne-Mieke Vandamme van de KU Leuven, die vaak optreedt als expert in rechtszaken, waarschuwt er in Science voor dat je een match tussen de virussen van twee personen niet kunt gebruiken om een van de twee als dader te labelen. Al was het maar omdat ze allebei door een derde kunnen zijn besmet. Voor een vrijspraak kunnen DNA-vergelijkingen wel gebruikt worden: als er géén overeenstemming in het DNA is.

Vandammes collega Guy Baele maakte deel uit van een groep wetenschappers die de verspreiding van het dodelijke ebolavirus in West-Afrika vanaf eind 2013 in kaart bracht door middel van genetische analysen. Hun voornaamste conclusie, gepubliceerd in Nature, was dat het virus op meerdere plaatsen begon te woekeren en dat de verspreiding afhing van de mate waarin de grenzen tussen landen efficiënt gesloten konden worden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content