Duurzame voeding: ‘Consumenten zijn óók verantwoordelijk voor een eerlijke prijs’

© BelgaImage

Gezonde en duurzaam geproduceerde voeding mag geen voorrecht worden van de happy few, zegt docent duurzame landbouw Frank Nevens (UGent). ‘Consumenten kunnen rechtstreeks bij de boer kopen of hun supermarkt aanspreken op duurzaamheid.’

Waarom spreken de boeren onderling geen hogere prijzen af? (Margot Van den Bossche, Gent)

Frank Nevens: Boeren zouden inderdaad gebaat zijn bij meer samenwerking. Hier en daar ontstaan wel opnieuw coöperaties. Fairebel is een goed voorbeeld: verschillende melkveehouders werken samen en maken afspraken met elkaar en afnemers, onder meer over productiewijze en prijzen. Maar voor zulke initiatieven is veel vertrouwen nodig, wat niet altijd vanzelfsprekend is in de landbouwwereld. Daarnaast ligt een grote verantwoordelijkheid bij de consumenten zelf: zij kunnen samenwerken en bijvoorbeeld hun supermarkt ertoe aanzetten om meer lokale producten aan te bieden.

Ik denk niet dat je de subsidies voor veehouders meteen moet afschaffen, maar je zou ze wel kunnen koppelen aan resultaten op vlakken als duurzaamheid, klimaatimpact …

In hoeverre zijn ggo’s aanvaardbaar bij duurzame landbouw? Is pesticidegebruik niet schadelijker voor de gezondheid? (Kristoff Overmeire, Eke )

Nevens: Ggo’s worden door veel mensen niet aanvaard omdat er bewust wordt geprutst aan het genoom van planten en dieren, zonder alle mogelijke (neven)effecten te kennen. Als agronoom weet ik dat de natuur dat zelf óók doet. Onder andere dankzij natuurlijke mutaties hebben we nu gewassen die veel opbrengen. Het is dus een genuanceerd verhaal. Stel dat de biotechnologie een aardappelplant kan creëren die resistent is tegen de aardappelplaag, dan zouden er in die teelt veel minder schimmeldodende gewasbeschermingsmiddelen nodig zijn. Dat zou een grote stap vooruit zijn voor de ecologische duurzaamheid en wellicht ook voor onze gezondheid.

Zijn ggo’s en duurzame, ecologische en kleinschalige landbouw combineerbaar? (Eva Verbeke, Gent)

Nevens: Veel tegenstanders zien ggo’s als een zet van machtige spelers uit de grootschalige, industriële landbouw. Daardoor roepen die gewassen en vooral de bijbehorende praktijken veel weerstand op. Een duurzaam totaalsysteem van landbouw en voeding kan wellicht beter een combinatie zijn: enerzijds van grootschalige, technologiegebaseerde en intensieve praktijken en anderzijds van meer lokaal verankerde, kleinschalige productiewijzen. Die laatste zijn vandaag nog een niche; een zekere opschaling zou welkom zijn.

Ik geloof wel in iets als ‘logische landbouw’: zoveel mogelijk volgens biologische en ecologische principes werken, maar bijvoorbeeld in geval van acute problemen de beschikbare technologische of kunstmatige middelen gebruiken.

Duurzame voeding: 'Consumenten zijn óók verantwoordelijk voor een eerlijke prijs'

Moet lekker en gezond eten het voorrecht worden van de happy few? Is het niet beter om rechtstreeks kopen bij de producent aan te moedigen? (Henri Wynants, Zonhoven)

Nevens: Wanneer we over duurzaamheid praten, mogen we het sociale aspect nooit uit het oog verliezen. Dat zie je ook bij energie: als die duurder zou worden, zouden mensen er misschien verstandiger mee omspringen. Aan de andere kant kunnen nu al heel wat mensen hun energiefactuur niet betalen. Dat zijn moeilijke evenwichtsoefeningen, waar mogelijk sociale correcties bij horen. Rechtstreeks bij de boer kopen hoeft inderdaad niet duurder te zijn, omdat een aantal tussenschakels wegvalt. Als consument moet je dan misschien wel aanvaarden dat aspecten als verpakking en verwerking ook wegvallen of een kleiner belang krijgen, of dat er ‘buiten het seizoen’ geen aanbod is van bepaalde producten. In ruil krijg je wel meer transparantie over herkomst en productiewijze.

VRAAG VAN DE WEEK:

Wordt het geen tijd om de vele landbouwsubsidies in vraag te stellen? Het is toch niet normaal dat 25 à 35 procent van de omzet gebaseerd is op subsidies? (Bernard Carton, Merelbeke)

Nevens: Het klopt dat momenteel sommige boeren – vooral veehouders, blijkbaar – alleen financieel kunnen overleven omdat ze subsidies krijgen. Die situatie is historisch zo gegroeid: na de Tweede Wereldoorlog was er nood aan voldoende kwalitatieve voeding en daarvoor moesten de boeren ondersteund worden. Intussen zijn die subsidies deel gaan uitmaken van het systeem, terwijl de oorspronkelijke doelstelling achterhaald is. Ik denk niet dat je ze meteen moet afschaffen, maar je zou ze wel kunnen koppelen aan resultaten op vlakken als duurzaamheid, klimaatimpact… Als landbouwers bijvoorbeeld kunnen bijdragen aan meer biodiversiteit, zouden ze op extra middelen kunnen rekenen.

Partner Content