Geens mag streep trekken door paradepaardje

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) op 7 december 2018. © Frederic Sierakowski / Isopix

Het Brussels International Business Court (BIBC), het prestigeproject van minister van Justitie Koen Geens (CD&V), komt er niet meer deze legislatuur. N-VA trekt haar steun voor de Engelstalige rechtbank in. De andere oppositiepartijen weigeren Geens een handje te helpen.

Het BIBC moest ons land aantrekkelijker maken voor internationale bedrijven. Werkgeversorganisatie VBO stond al te trappelen en bejubelde de nieuwe Engelstalige ondernemingsrechtbank meermaals.

De bedoeling was dat internationale bedrijven in België hun rechtsgeschillen in de gloednieuwe overheidsrechtbank konden beslechten. ‘Een grote stap richting moderniteit’, in de woorden van minister Geens.

Bovendien was de oprichting van de rechtbank een prestigeproject zowel minister Geens als premier Charles Michel (MR). Michel koppelde de gevolgen van de brexit expliciet aan de noodzaak van de nieuwe ondernemingsrechtbank. ‘De ontwikkeling van de Europese Unie mag niet worden afgeremd door de brexit’, zei Michel eind 2017. ‘Ons land maakt van deze gelegenheid gebruik om een nieuw juridisch instrument aan te bieden. Dit instrument vormt een aanvulling op de al bestaande mogelijkheden inzake arbitrage voor internationale geschillen.’

Kritiek justitiewaakhond

Maar gaandeweg kwam de wet in zwaar weer terecht. Eerst en vooral kreeg het BIBC etiketten opgeplakt als ‘kaviaarrechtbank’ en werd het geassocieerd met ‘klassenjustitie’, omdat voornamelijk grote bedrijven in aanmerking zouden komen. Die kritiek kwam van links, maar ook van rechts. N-VA, toen nog in de regering, nam de Engelstalige rechtbank zwaar op de korrel.

Die bekommernissen weerhielden de Vlaams-nationalisten er echter niet van om het voorontwerp van wet van Geens tot tweemaal goed te keuren in de ministerraad.

Maar het tandengeknars bleef niet beperkt tot de politiek. Ook de Hoge Raad van Justitie, zeg maar de justitiewaakhond, had grote bezwaren. Zo zou de onafhankelijkheid van de rechters in het gedrang komen omdat de minister te veel macht zou krijgen in hun selectie.

De regering zal de uiteindelijke sommen voor het inschrijvingsgeld via een Koninklijk Besluit vastleggen. Daar hebben we als parlement dus geen controle over.

N-VA-Kamerlid Kristien Van Vaerenbergh

Daarnaast stelde de Hoge Raad zich luidop de vraag waar Geens die rechters zou halen zonder dat die zoektocht zou leiden tot capaciteitsproblemen bij andere rechtbanken.

Ten slotte nam de waakhond de financiering van het apparaat onder vuur. Geens stelde immers voorop dat het BIBC ‘zelf bedruipend’ zou zijn. Met andere woorden: het zou de staat geen cent kosten, omdat de bedrijven zelf de rechtbank zouden bekostigen via hun inschrijvingsgeld. Maar de Hoge Raad vreesde dat ‘de onrechtstreekse kosten niet in aanmerking werden genomen of dat ze toch ten laste komen van de begroting van justitie’.

André Henkes, de advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie, nam die kritiek bijna volledig over in zijn rede bij de start van het gerechtelijk jaar in september vorig jaar.

Bananenrepubliek

En het is omwille van die onduidelijke financiering dat N-VA nu finaal haar steun voor het BIBC intrekt. De koele minnaar ten tijde van de Zweedse coalitie, is na de val van de regering-Michel getransformeerd tot een kingmaker in het parlement. De partij beslist haast op eigen houtje welke wetsvoorstellen nog passeren en welke niet. Het BIBC krijgt nul op het rekest.

N-VA-Kamerlid Kristien Van Vaerenbergh is nochtans niet tegen het principe van een Brusselse rechtbank met een internationaal karakter. ‘Zo kunnen we immers bedrijven aantrekken’, zegt ze. ‘Maar op dit moment zijn we geen fan. Zo kreunt de Nederlandstalige ondernemingsrechtbank in Brussel onder het geringe aantal magistraten. De oprichting van een nieuwe rechtbank zou de duurtijd van rechtszaken bij andere rechtbanken alleen maar doen oplopen.’

Hugo Lamon, advocaat en woordvoerder van de Orde van Vlaamse Balies, haalde dat punt vorige maand nog aan in een opiniebijdrage in zakenkrant De Tijd. ‘Zaken on hold zetten gewoon omwille van onvoldoende magistraten is eerder iets voor bananenrepublieken. Het heeft ook iets surrealistisch, in het licht van de plannen van sommigen om nog vlak voor de verkiezingen een nieuwe Engelstalige rechtbank in Brussel op te richten voor een snelle afhandeling van grote commerciële geschillen.’

Het BIBC is een overheidsrechtbank voor de superrijken.

SP.A-Kamerlid Annick Lambrecht

Van Vaerenbergh vindt daarnaast dat het parlement niet voldoende kan controleren hoe het BIBC gefinancierd zal worden. ‘De minister zegt wel dat het BIBC zelf bedruipend wordt, maar de uiteindelijke sommen voor het inschrijvingsgeld zal de regering via een Koninklijk Besluit vastleggen. Daar hebben we als parlement dus geen controle over’, zegt ze.

Geens mag met andere woorden een streep trekken door het BIBC. Want ook de andere oppositiepartijen staan niet te springen om de minderheidsregering een handje te helpen. Zo noemt SP.A-Kamerlid Annick Lambrecht het BIBC een ‘overheidsrechtbank voor de superrijken’. Ook Groen en Ecolo gaan niet mee in het verhaal.

Zo komt de BIBC op de lange baan terecht. De volgende regering kan uiteraard nog steeds beslissen om de Engelstalige rechtbank uit de grond te stampen. Maar de kans dat de beoogde startdatum van 1 januari 2020 wordt gehaald, is quasi nihil.

Minister Koen Geens (CD&V) en premier Charles Michel (MR)
Minister Koen Geens (CD&V) en premier Charles Michel (MR)© Frederic Sierakowski / Isopix

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content