Mieke Van Hecke (CD&V): ‘Als het over moslims gaat, is alle redelijkheid weg’

© Franky Verdickt
Walter Pauli

In tijden van aanvallen op het katholieke onderwijs en kritiek op moslims blijft Mieke Van Hecke een rots in de branding, altijd klaar om de N-VA te trotseren. ‘Ik ben nog nooit zo diep verontwaardigd geweest als na die recente aanval van Bart De Wever.’

‘En zeggen dat ik over twee weken 71 jaar word.’ Een bulderlach. Mieke Van Hecke ziet de humor in van de vraag hoe het voelt om in Gent het symbool te zijn van de ‘politieke vernieuwing’ die CD&V-voorzitter Wouter Beke beoogt. Beke had in juli 2016 de 41-jarige Sarah Claerhout voorgesteld als lijsttrekker in Gent. Toen Claerhout drie maanden later onverwachts afhaakte, moest de Gentse CD&V in allerijl een nieuwe nummer één vinden. Zo kwamen ze uit bij Mieke Van Hecke.

Niet dat het lijsttrekkerschap een godsgeschenk is. Bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen in 2012 kwam de CD&V niet verder dan 9,1 procent en 4 gemeenteraadsleden. Dat laat nog altijd littekens na. Mieke Van Hecke: ‘In een partij zoals de onze, die van incontournable verschrompeld is tot bijna verwaarloosbaar, heb je altijd interne spanningen. Ik heb vijfentwintig kandidaten voor de eerste tien plaatsen op de lijst en zes die bij de laatste twee willen staan. De ene wegens de stemmen die hij haalt, de tweede wegens de vernieuwing waaraan hij gestalte geeft, een derde voor alles wat hij al voor de partij heeft gedaan. Ze hebben allemaal gelijk. Alleen kan ik ze niet allemaal hun zin geven. Het is lang geleden dat ik slapeloze nachten had, maar nu heb ik ze.’

De Antwerpse OCMW-voorzitter zegt dat we armen niet mogen “pamperen”. Alsof armen onzindelijke kinderen zijn.

Uitgerekend in dit verkiezingsjaar barst in Gent een debat los over de danig fout gelopen inschrijvingsprocedure voor de middelbare scholen. En als er één domein is waarover Mieke Van Hecke meer kennis en gezag heeft dan alle schepenen en gemeenteraadsleden bij elkaar, dan wel het onderwijs.

Mieke Van Hecke: ‘Het Gentse stadsbestuur (SP.A-Groen en Open VLD) is niet altijd redelijk geweest. Sommige schepenen waren vooral bezig met het doordrukken van hun eigen visie. Daardoor is ook de aanmeldingsprocedure voor de schoolkeuze zo in het honderd gelopen. Men had bepaalde systeemfouten vooraf kunnen bijsturen, en dat is niet gebeurd.’

Is de achterliggende werkelijkheid niet dat veel Vlaamse en dus ook Gentse ouders een school willen met liefst zo weinig mogelijk moslims?

Mieke Van Hecke: Het is complexer. Een zeker publiek zoekt naar een witte school, vandaar het succes van sommige scholen in de periferie van Gent. Die mensen brengen hun kinderen daar met de auto naartoe, terwijl veel allochtonen de weg erheen niet vinden. De scholen van het centrum trekken dan weer een erg gemengd publiek aan. Intussen kampen alle scholen met een enorm capaciteitsgebrek. En dat bovenop alle maatschappelijke problemen die de scholen sowieso boven het hoofd groeien. Zelfs in het aso is het niet gemakkelijk om les te geven aan nieuwkomers die geen woord Nederlands spreken.

Vorig jaar pleitte het gemeenschapsonderwijs ervoor om op school ook de thuistaal toe te laten. Dat leidde tot fel protest van wie vindt dat het Nederlands de enige onderwijstaal moet zijn.

Van Hecke: Niemand trekt de status van het Nederlands als schooltaal in twijfel, ook het gemeenschapsonderwijs niet. Tegelijk is er een gigantisch probleem met het zelfbeeld van kinderen die geen Nederlands spreken. Die krijgen een taalbad van twee weken en dan gaat men ervan uit dat ze wel meekunnen. Wat natuurlijk niet altijd zo is. Wat is er dan verkeerd aan als een kind zo’n landgenootje even in zijn eigen taal helpt, zodat het weer kan aanpikken?

U vond de kritiek op die nota over ‘anderstalig spreken’ onredelijk?

Van Hecke: Als het over moslims gaat, is alle redelijkheid weg.

In de open dialoogschool promoot het katholiek onderwijs het recht om een hoofddoek te dragen. Dat wordt door critici afgedaan als ‘soumission’, onderwerping aan de islam.

Van Hecke: Een N-VA’ster als Darya Safai viseert zelfs de hoofddoek in het straatbeeld. Maar dan moeten natuurlijk ook de Joodse krulletjes verboden worden, want die zijn ook een zichtbaar religieus symbool. Heb je Bart De Wever daarover al iets horen zeggen? Maar als ik op Terzake pleit voor het recht om op school een hoofddoek te dragen, vergelijkt hij op Twitter de hoofddoek met een spaghettivergiet.

Mieke Van Hecke (CD&V): 'Als het over moslims gaat, is alle redelijkheid weg'
© Franky Verdickt

De Wever schreef: ‘Ik sluit me aan bij de leer van het vliegend spaghettimonster en stuur mijn kinderen naar school met een vergiet op hun hoofd. Gelijke behandeling voor elke overtuiging. #soumission’ Dat verwijt kwam bij u hard aan.

Van Hecke: Ik ben nog nooit zo diep verontwaardigd geweest als na die aanval van De Wever. De hoofddoek is zó dierbaar voor veel moslims, toch een grote groep mensen die we willen opnemen in onze samenleving? Dat de burgemeester van Antwerpen op die manier een karikatuur van hen wil maken, door hen te vergelijken met lieden met een spaghettivergiet op hun hoofd, vind ik vreselijk.

Islamkritiek hoort bij het maatschappelijke debat, maar deze sneer raakt moslima’s persoonlijk, zegt u?

Van Hecke: Darya Safai is gevlucht uit Iran omdat ze verplicht werd een hoofddoek te dragen. Daarom wil ze hier een hoofddoekverbod invoeren, om zo de vrouwendiscriminatie tegen te gaan. En wat gaan we doen met vrouwen die hun hoofddoek weigeren af te leggen? Gaan we al die moslima’s een boete geven? Hen in de gevangenis stoppen? In dit land heeft élk kind het grondwettelijk recht op onderwijs, dus ook meisjes die een hoofddoek dragen. Het gemeenschapsonderwijs probeert alle religieuze symbolen te weren. Er was ook een katholieke school die een verbod op het dragen van religieuze symbolen had opgenomen in haar schoolreglement – je moet het maar doen! (bulderlach) We hebben de directie laten weten dat ze die bepaling beter kon schrappen. Dus wat schrijven katholieke scholen als ze de hoofddoek willen verbieden? Ze kondigen een verbod af op hoofddeksels: jongens mogen nu ook geen petten meer dragen. Het gevolg daarvan is dat geen enkele sikhjongen nog een school had in Sint-Truiden. Die tulband was tot dan helemaal geen probleem, maar ze konden natuurlijk niet die hoofddoek verbieden en tegelijk de tulband toelaten. Gevolg: in Sint-Truiden zijn alle sikhjongens veroordeeld tot thuisonderwijs. Waar zijn we in godsnaam mee bezig?

CD&V’ers als Hendrik Bogaert en Pieter De Crem lijken wel te vinden voor een algeheel verbod op de hoofddoek in de openbare ruimte.

Van Hecke: De verscheidenheid siert onze partij. Als ik diversiteit in de samenleving wil, zal ik ze ook intern in de CD&V moeten dulden. (lacht) Dat neemt niet weg dat ik het eens ben met minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V): als er goede redenen zijn om de hoofddoek te verbieden, moet dat kunnen. In de turnles kan de hoofddoek gevaarlijk zijn en dus geldt daar een hoofddoekverbod. Een school kan de hoofddoek bijvoorbeeld ook verbieden als meisjes zónder hoofddoek gepest worden.

Zoals in 2009 werd beslist in de athenea van Antwerpen en Hoboken.

Van Hecke: Directrice Karin Heremans had op dat moment groot gelijk om de hoofddoek te verbieden. Overal in Antwerpen werden hoofddoeken verboden, behalve in haar scholen. Dus kwamen alle meisjes met hoofddoek daarheen. Mevrouw Heremans had dus een goede reden voor haar hoofddoekverbod. De fout lag bij alle andere Antwerpse scholen die de hoofddoek zonder reden hadden verboden.

Er was een katholieke school die een verbod op het dragen van religieuze symbolen had opgenomen in haar schoolreglement – je moet het maar doen!

Zal dat niet leiden tot de oprichting van moslimscholen of een moslimnet?

Van Hecke: Als ik naar de Joodse scholen in dit land kijk, vind ik dat zij het bewijs leveren dat dergelijke scholen vooral de segregatie in de hand werken. Ze zeggen wel dat ze openstaan voor iedereen, maar de praktijk leert dat het anders is. Maar daarom ontzeg ik joden of moslims nog niet hun grondwettelijk recht op eigen onderwijs.

Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA) heeft twee kabinetsmedewerkers voor onderwijsdossiers: Walter Roggeman was directeur van het Sint-Jozef Klein Seminarie in Sint-Niklaas en Katrien Cerpentier was secretaris van de COC, de christelijke onderwijsvakbond. De N-VA-kritiek op de Guimardstraat leeft dus ook in katholieke onderwijskringen?

Van Hecke: Roggeman is een van de directeurs die zich altijd hebben verzet tegen de nieuwe organisatie van het secundair onderwijs. Intern is die nochtans met een overgrote meerderheid goedgekeurd. Het valt mij op welke directeurs de VRT gaat interviewen telkens wanneer er discussie is over het secundair onderwijs. Ik ken ze, en dan weet ik van wie de namen komen.

Zegt u nu dat er vanuit het kabinet van de minister-president voor wordt gezorgd dat een minderheid van schooldirecties een vaste stem krijgt in het publieke debat over onderwijs?

Van Hecke: Ja. Het beeld wordt bevestigd dat een brede eerste graad en een mix van leerlingen tot kwaliteitsverlies en nivellering leidt.

Als Bart De Wever het katholiek onderwijs aanvalt…

Van Hecke:(onderbreekt) Maar dat doet hij niet. Wel integendeel: hij en niemand anders draagt zorg voor de katholieke aso-scholen. Hij is zogezegd de beste garantie dat de katholieke colleges hun hoge niveau kunnen behouden – versta: ik doe wat de Guimardstraat verzuimt.

Het verzet van de N-VA tegen het middenveld gaat hand in hand met een bredere cultuurkritiek op ’te lakse en te linkse’ elites: zelfs de Guimardstraat hoort daar tegenwoordig bij.

Van Hecke: Bij de N-VA gebruiken ze dat soort hefboom inderdaad om het middenveld onderuit te halen. Maar alleen een goed georganiseerd middenveld, met niveau en deskundigheid, kan een tegenwicht bieden tegen de uitvoerende macht. En vooral, en dat is een van mijn dada’s: alleen een sterk middenveld is in staat om een stem te geven aan de stemlozen. Als vandaag de koepel van het katholiek onderwijs wordt afgeschaft, dan weet ik nu al welke scholen morgen rechtstreeks in contact zullen staan met het kabinet, en welke verweesd achterblijven.

Mieke Van Hecke (CD&V): 'Als het over moslims gaat, is alle redelijkheid weg'
© Franky Verdickt

Wie kritiek heeft op het katholieke middenveld, treft u op zijn pad. Uw vaste lezing over de plaats van religie in de samenleving heeft als titel: ‘Getuig met fierheid maar zonder arrogantie.’

Van Hecke: Dat is een citaat van Godfried Danneels. Er is in Vlaanderen nog altijd een invloedrijke groep die wil afrekenen met het machtsgegeven dat ooit ‘de katholieke zuil’ was. Toen ik in 2004 in de Guimardstraat begon, was het katholiek onderwijs goed voor 64 procent van de kinderen in het basisonderwijs en 75 procent in het middelbaar. ‘Jullie verdienen dat niet’, kreeg ik te horen. Ik ben er zeker van dat er in bepaalde kringen champagne gedronken is toen het nieuws over het kindermisbruik in de kerk en de katholieke scholen naar buiten kwam. (beslist) Terwijl die zaak van het kindermisbruik, hoe erg en gruwelijk ook, ons niet één leerling heeft gekost. Niet één.

Ik versta het fundamentalisme niet waarmee sommigen elk zogenaamd katholiek symbool aanvallen. Wegwijzers naar het ‘kerkhof’ moesten plots vervangen worden door ‘begraafplaats’, omdat het woord ‘kerk’ niet meer zou passen in de publieke ruimte. Komaan zeg! Dat leidt ertoe dat men het positieve belang van religie in een samenleving niet meer erkent, en de relevantie van religie voor veel mensen. Dat vind ik pas erg. Religie geeft mij antwoorden op bepaalde levensvragen. Als ik zeg dat ik mijn talenten niet verdiend maar gekregen heb, en dat ik op het einde rekenschap zal moeten afleggen wat ik daarmee heb gedaan, dan heeft dat mijn leven gekleurd.

Gent wordt weleens de links-vrijzinnige hoofdstad van Vlaanderen genoemd. Is het moeilijker voor een CD&V’er om in Gent aan politiek te doen dan elders?

Van Hecke: In Gent worden de kampen ‘links’ en ‘rechts’ niet sociaaleconomisch ingekleurd, maar levensbeschouwelijk. Dat is uniek in Vlaanderen. In Gent is de vrijzinnigheid het cement van de linkse rood-blauwe coalitie. Toen ik begon als advocate, was het de ongeschreven regel dat de rector van de universiteit en de stafhouder van de balie beurtelings iemand van links en rechts moesten zijn. Ook in de rechtbanken werden de benoemingen volgens die politieke verdeelsleutel bepaald: nu een van links, dan een van rechts. Men wisselde niet tussen rood, blauw en oranje, maar tussen links en rechts.

Dan waren jullie christendemocraten altijd verzekerd van de helft van de mandaten. Dat is niet slecht.

Van Hecke: Komaan. De anderen kregen altijd te veel! (bulderlach)

Zult u er straks in slagen om met de CD&V in te breken in de paarse coalitie in Gent?

Van Hecke: Het wordt niet eenvoudig. Ik betwijfel of het rood-groene kartel Open VLD zal inruilen voor de CD&V. Als dat wel gebeurt, willen we uiteraard het gesprek aangaan. Het stoort me wel aan de huidige meerderheid dat sommige schepenen vooral bezig zijn met hun eigen visie door te drukken. De bereidheid die men nu toont om het Circulatieplan bij te sturen, was er aanvankelijk niet. Wie bij schepen Filip Watteeuw (Groen) een aanpassing van het circulatieplan ging bepleiten, werd wandelen gestuurd met de opmerking dat er niets te veranderen viel.

Ik weet zeker dat er in bepaalde kringen champagne gedronken is toen het nieuws over het kindermisbruik in de katholieke kerk naar buiten kwam.

U bent lijsttrekker voor de CD&V. Bent u ook kandidaat-burgemeester?

Van Hecke: Met dat soort claims wacht je beter tot je weet hoeveel zetels je hebt gehaald.

Hoe zijn uw relaties met de nieuwe Gentse lijsttrekker van de N-VA?

Van Hecke: Met Anneleen Van Bossuyt? Ik ken haar. Zij komt van Sint-Bavo. (lacht) Ze was later een studiegenote van mijn dochter, en haar vader is een goede collega-jurist van mijn echtgenoot. Ze is van opleiding een tjeef, maar ze heeft een andere keuze gemaakt in haar leven.

De N-VA vindt het beleid van de Gentse meerderheid niet streng genoeg. Ze zou bijvoorbeeld te laks optreden tegen krakers.

Van Hecke: Ik vind dat ze juist veel meer aan armoedebestrijding had moeten doen. Dat wordt ook een van mijn speerpunten bij de gemeenteraadsverkiezingen. Ik heb me de laatste jaren ingezet voor de Beweging van Mensen met een Laag Inkomen en Kinderen. Ik heb daar heel veel geleerd. Ik werd er zelfs geconfronteerd met mijn eigen vooroordelen.

Zoals?

Van Hecke: Dat arme mensen vaak minder intelligent zijn – want anders zouden ze wel uit die armoede raken. Qua armoedebeleid moet je dus tegen het buikgevoel van veel mensen durven in te gaan. En níét doen zoals de Antwerpse OCMW-voorzitter Fons Duchateau (N-VA), die dat buikgevoel alleen maar versterkt door te zeggen dat we armen niet mogen ‘pamperen’. Alsof armen onzindelijke kinderen zijn. Er is nochtans een studie die uitlegt dat bijna vijftig procent van de mensen die recht hebben op een leefloon, daarvan geen gebruik maakt wegens allerlei drempels. Van de groep die toch een leefloon trekt, zou ongeveer twee procent misbruik maken. Ik ben tegen elke vorm van misbruik, maar moet ik mijn middelen inzetten om die twee procent op te jagen, of om die vijftig procent te helpen aan waar ze recht op hebben?

Dat Bart De Wever een karikatuur maakt van moslims door hen te vergelijken met lieden met een spaghettivergiet op hun hoofd, vind ik vreselijk.

Zo te horen lijkt de kans klein dat CD&V, Open VLD en N-VA straks in Gent een alternatieve rechtse meerderheid zullen vormen.

Van Hecke: We zullen inderdaad serieus moeten schaven aan de verschillende programma’s om tot een gemeenschappelijk platform te komen.

U verliet het Vlaams Parlement in 2004: in tussentijd is de politiek een stuk harder geworden.

Van Hecke: Véél harder. Ze schrikken tegenwoordig zelfs niet terug voor zware persoonlijke aanvallen. In mijn tijd als parlementslid was dat ondenkbaar.

Bij de discussies over het ‘voetballogeschandaal’ in de Ghelamco-arena ging het er in de Gentse gemeenteraad soms ook persoonlijk aan toe.

Van Hecke: Vanuit de oppositie maakten sommigen er een zaak van omdat Gentse schepenen en de burgemeester met hun bezoek in de loges van dat stadion zijn gesignaleerd. Ik vond het eigenlijk een non-debat. Dat stadion kwam er toch door een publiek-private samenwerking (PPI)? Dus heeft de publieke overheid private kandidaten ontvangen om te spreken over hun ontwerp. In mijn tijd in de Guimardstraat werden veel scholen met zo’n PPI-constructie gebouwd. Bedrijven nodigden mij dan uit om hun ‘school van de toekomst’ te kunnen voorstellen. Daarbij boden ze me een lunch aan, en waarom niet? In mijn vroegere gemeente Lochristi was het de gewoonte dat aannemers bij het opleveren van openbare werken trakteerden op een diner. Mijn leidraad is: redelijkheid en gezond verstand. Dat geldt dus ook voor mijn beoordeling van de Ghelamco-zaak. Je kunt je afvragen of die gunning correct is verlopen. Maar zelfs de specialisten raken er niet uit en ik vind het ruiterlijk laat om tien jaar na de feiten de kat de bel aan te binden. De N-VA had veel vroeger naar de rechtbank kunnen stappen om die procedures aan te vechten als ze er zo zeker van was dat het allemaal fout is verlopen.

Politici die gratis naar het voetbal gaan kijken: dat steekt velen de ogen uit.

Van Hecke: Wat is er fout om je bezoekers mee te nemen naar de loges van AA Gent? Als ik straks schepen of burgemeester zou worden in Gent en buitenlandse collega’s te gast heb, waarom zou ik ze dan niet ontvangen in de stedelijke loge in de Ghelamco-arena, bij voorkeur als er ’s avonds een voetbalmatch is? Ik moet dat gezelschap toch bezighouden? Ben ik verplicht een concert te volgen in plaats van een sportwedstrijd? Mag ik hen wel meenemen op restaurant in het centrum van Gent, maar niet in die prachtige skybox in het voetbalstadion? Het is uiteraard níét de bedoeling dat de schepenen er hun privéfeesten houden op kosten van de stad.

Mieke Van Hecke

25 maart 1947: geboren in Gent

1969: doctor in de rechten (UGent)

1969-1985: advocaat

1982-2004: gemeenteraadslid en later schepen van Lochristi

1995-2004: Vlaams Parlementslid

2004-2014: directeur-generaal van het Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs

– voorzitter van de Beweging van Mensen met Laag Inkomen en Kinderen (BMLIK)

– voorzitter Monumentale Kerken Gent Stad

– voorzitter Vlaams Vredesinstituut

– Lijsttrekker van CD&V in Gent voor de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018

Zo te horen wordt het met Mieke Van Hecke straks een erg propere campagne in Gent.

Van Hecke: Ik verwacht dat we het in Gent vrij inhoudelijk zullen spelen, ja. Met Siegfried Bracke erbij zou het allemaal persoonlijker geworden zijn. Maar niet met Anneleen, denk ik.

Komt er in tijden van #MeToo stilaan een einde aan het machismo in de politiek?

Van Hecke: Ik heb nooit last gehad van enige vorm van seksuele intimidatie, en ik heb er ook nooit iets van gezien of gehoord. Ooit is er op een zomerkamp van de Christelijke Mutualiteiten een proost verliefd geworden op een hoofdleidster. Hij is uitgetreden als priester en met haar getrouwd. Tot daar de ‘schandalen’ waarvan ik getuige was. (lacht)

U bent lid van ‘Vrouw en Maatschappij’, de vrouwenorganisatie van de CD&V. Die groep weegt al jaren op de politieke besluitvorming van hun partij.

Van Hecke: Vrouwen hebben moeten leren om de kansen te zoeken en ze dan te grijpen. U weet niet hoe vaak ik vrouwen heb aangepord om in te gaan op bepaalde sollicitaties. Met ‘Vrouw en Maatschappij’ waren we inderdaad niet vies van enige omgang met de macht. We kenden ook het belang van het getal: met méér vrouwelijke parlementsleden en bestuursleden konden we méér wegen op de regelgeving, zeker omdat de CVP het meestal voor het zeggen had in de regering. Misbruik van macht is vies, macht an sich is dat niet. Dat heb ik in mijn leven wel geleerd: zonder macht kun je niets veranderen.

Dit artikel verschijnt op woensdag 14/3 in Knack.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content