Niets wordt verbloemd in Kinderen van de Kolonie: ‘Belgisch Congo was een racistische maatschappij’

'We kunnen niet ontkennen dat België in het krijt staat bij Congo.' © Hollandse Hoogte / Koninklijk In

Het Canvas-programma Kinderen van de kolonie gaat de taboes niet uit de weg. Racisme, repressie, uitbuiting, paternalisme.

De verwachtingen bij Canvas zijn hooggespannen: zal de deze week gelanceerde reeks Kinderen van de kolonie dezelfde weerklank krijgen als Kinderen van de collaboratie vorig jaar? Toen lieten de programmamakers getuigen aan het woord over opgroeien in families die fout waren tijdens de oorlog. Het concept wordt nu losgelaten op het Belgische koloniale verleden. Archiefbeelden, ondersteund door verhelderende informatie, worden afgewisseld met getuigenissen. Behalve oud-kolonialen nemen Congolezen van verschillende generaties het woord. Ouderen rakelen soms grappige maar vaak pijnlijke herinneringen op aan het koloniale juk waaronder ze gebukt gingen.

Alle getuigen, zwart zowel als wit, vertellen over de absolute segregatie die niet onderdeed voor de apartheid in Zuid-Afrika.

Idesbald Goddeeris (KU Leuven)

Een opvallende stem is die van de jonge generatie uit de Congolese diaspora: nieuwe Belgen die erg kritisch aankijken tegen de koloniale erfenis. De tijdslijn stopt niet bij de onafhankelijkheid op 30 juni 1960, want ook de woelige jaren na de onafhankelijkheid en de drie decennia van het Mobutu-tijdperk komen aan bod. Goed voor vijf afleveringen, gevolgd door een extra uitzending waarin Belgische en Congolese experts hun conclusies trekken uit de reeks waaraan ze zelf meewerkten.

Een van hen is Idesbald Goddeeris, hoogleraar koloniale geschiedenis aan de KU Leuven. ‘Ik werd al vroeg bij het project betrokken’, zegt hij. ‘Ik heb onder meer advies gegeven over de methodologie van orale geschiedenis. Steunen op getuigenissen houdt namelijk beperkingen in. Zo komt de Congo Vrijstaat slechts oppervlakkig aan bod. Logisch, want er is niemand meer die uit eigen ervaring over de periode van Leopold II kan praten. Vanaf de jaren veertig en vijftig zijn er wel rechtstreekse getuigen. Toch konden we verder terugkijken. Heel wat oudere Congolezen herinneren zich de verhalen van hun ouders, grootouders of familieleden uit de periode voor de Tweede Wereldoorlog.’

In 2010, bij de vijftigste verjaardag van de Congolese onafhankelijkheid, dook de openbare omroep al uitgebreid in de koloniale geschiedenis. Goddeeris ziet echter een wezenlijk verschil met de nieuwe reeks. ‘In 2010 domineerde het witte perspectief. Dat is nu anders: voor het eerst komen zwarten aan het woord, zowel experts als gewone Congolezen. Voor Vlaanderen is dat een primeur, want door de taalbarrière kwam de Congolese stem bij ons minder aan bod dan in Franstalig België. Het was de hoogste tijd. We leven in een superdiverse maatschappij met verschillende groepen die getekend zijn door een koloniaal verleden. Dan kun je niet langer vanuit een louter wit perspectief naar het Belgische kolonialisme in Centraal-Afrika kijken.’

‘Beschavingsmissie’

Goddeeris hoopt en verwacht dat de reeks zal bijdragen tot nieuwe inzichten bij het kijkerspubliek. Het narratief dat het Belgische kolonialisme in de allereerste plaats een beschavingsmissie was, heeft lang standgehouden. Het ging er niet altijd zachtzinnig toe, was de redenering, maar de Belgen hebben ginder toch maar mooi scholen gebouwd, wegen aangelegd tot in de verste uithoeken, en een basisgezondheidszorg ontwikkeld die als de beste van heel Afrika gold. ‘Dat beeld, geconstrueerd door de koloniale propaganda, ligt al een tijdje aan diggelen’, relativeert de Leuvense professor. ‘Calamiteiten zoals de afgehakte handen in de Congo Vrijstaat en de brutale moord op Patrice Lumumba zijn intussen bij het brede publiek bekend. De verdienste van deze reeks is dat ze veel verder gaat en het hele koloniale systeem ontmaskert. Belgisch Congo was een racistische maatschappij, volledig gericht op economische exploitatie ten koste van de inheemse bevolking. Alle getuigen, zwart zowel als wit, vertellen anekdotes over de absolute segregatie die niet onderdeed voor de apartheid in Zuid-Afrika. Voor kenners is dat allemaal geen nieuws, maar voor heel wat kijkers wordt het een openbaring, zeker omdat het erg overtuigend wordt verteld door mensen die het aan den lijve hebben ondervonden.’

Eén belangrijke stap hebben we al gezet: het koloniale minderwaardigheidscomplex hebben we definitief afgeworpen.

Womba Konga

Opvallend: er wordt weinig aandacht besteed aan de rol van de kerk. Een bewuste keuze, want missionarissen kregen in 2012 al een podium in de weinig kritische Canvas-reeks Nonkel pater. Ook zonder hun inbreng komt het Belgische paternalisme dit keer wel scherp in beeld. Zwarten werden als grote kinderen afgeschilderd en behandeld, onbekwaam om abstract te denken of enige verantwoordelijkheid te dragen. ‘Racisme en paternalisme zaten ook in het Franse en Britse kolonialisme ingebakken’, zegt Goddeeris. ‘Maar het Belgische systeem had zo zijn eigen karakter. Frankrijk en Engeland lieten bijvoorbeeld al van in de negentiende eeuw studenten uit hun kolonies toe, onder wie toekomstige vrijheidsstrijders zoals Gandhi, Ho Chi Min en Soekarno. De Belgen, daarentegen, wilden pas d’élite, pas d’ennuis. Ook na 1960 werden Congolezen maar in beperkte mate toegelaten. De grote meerderheid van de Congolese diaspora is pas vanaf de jaren negentig naar ons land gekomen.’

De Brusselse rapper en KVS-acteur Pitcho Womba Konga verwacht veel van de reeks, waarin hij zich als een kritische getuige opwerpt. ‘Mijn ouders hadden het met hun kinderen zelden over Belgisch Congo’, zegt de artiest, die op zijn zesde van Kinshasa naar Brussel verhuisde. ‘Maar als mijn tantes op bezoek kwamen, haalden ze herinneringen op. Zo werd mijn nieuwsgierigheid geprikkeld, en ik ben me in de geschiedenis gaan verdiepen. Natuurlijk behoor ik tot een andere generatie, maar ik voel me hier rechtstreeks bij betrokken. Mijn vader is gevlucht voor de dictatuur van Mobutu, een product van het Belgisch kolonialisme.’

Volgens Womba Konga vallen er nog enkele taboes te slopen. ‘Het blijft delicaat om het koloniale verleden aan te kaarten’, zegt hij. ‘Vaak wordt er agressief gereageerd. Er is weinig bereidheid bij de Belgo-Belges om het verleden door een andere bril te bekijken. Op dat vlak lopen we ver achter op Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Daarom is deze reeks zo noodzakelijk: ze kan de ruimte scheppen voor een debat zonder taboes over de kolonie en de weerslag op België en op Congo. Want het besef mag stilaan doordringen dat België ook vandaag nog veel van zijn welvaart aan Congo te danken heeft. Voor mij is die bewustwording maar een eerste stap. Vroeg of laat moeten we ook de wantoestanden aanpakken die bij de koloniale erfenis horen. Ik denk aan de discriminatie waarvan Afro-Belgen nog altijd het slachtoffer zijn. En wat met Congo? Herstelbetalingen of een betere bilaterale samenwerking, daar spreek ik me niet over uit. Maar we kunnen niet ontkennen dat België in het krijt staat bij Congo.’

Er is weinig bereidheid bij de Belgo-Belges om het verleden door een andere bril te bekijken.

Womba Konga

Canvas reisde naar Kinshasa om krasse tachtigers en negentigers te interviewen. Behalve bitterheid registreerden de makers ook nostalgie. In de tijd van les oncles belges heerste er tenminste orde en waren de levensomstandigheden minder precair dan in het hedendaagse Congo. Aan zulke vergoelijking doen de jongeren uit de diaspora niet mee. Waarom komt zijn generatie, die de kolonie enkel kent van horen zeggen, zo scherp uit de hoek? ‘Zelfbewustzijn’, zegt Womba Konga. ‘We hebben nog een lange weg te gaan naar aanvaarding als volwaardige burgers. Maar één belangrijke stap hebben we al gezet: het koloniale minderwaardigheidscomplex hebben we definitief afgeworpen.’ Alle lof voor Canvas, maar voor hem mag dit programma geen eindpunt zijn. ‘Het is natuurlijk fijn dat zwarten eindelijk een volwaardige stem krijgen. Maar eigenlijk zou zo’n programma door een gemengd team gemaakt moeten worden. Helaas zijn onze media nog altijd veel te weinig divers. Idealiter geven ze de camera en de regie in handen van mensen zoals ik. Ik ben zowel Belg en Europeaan als Congolees en Afrikaan. De geknipte man om getuigen te interviewen, wit én zwart.’

Dit artikel verschijnt woensdag 21 november inKnack.

Partner Content