Op hoeveel zakgeld heeft een asielzoeker recht?

© NIET GEBRUIKEN
Stavros Kelepouris
Stavros Kelepouris Journalist Knack.be

Naast wekelijks zakgeld kunnen asielzoekers via klusjes in opvangcentra ook een beperkt bedrag bijverdienen. ‘Dat zakgeld dient om een uitstapje te kunnen maken, kledij te kunnen kopen of op bezoek te gaan bij familie.’

‘Ze leven hier als God in Frankrijk, ze krijgen alles gratis en ze moeten er zelfs niet voor werken.’ Nadat de federale regering aankondigde de sluiting van zeven asielcentra uit te stellen, was het in de commentaren op de Facebookpagina van Vlaams Belang niet ver zoeken naar misnoegde reacties die zich druk maakten om de materiële en financiële steun aan asielzoekers. Die wrevel aanboren is een speerpunt in de strategie van Vlaams Belang. De partij van Tom Van Grieken liet zich recent nog opmerken met een campagne die de maandelijkse kost per asielzoeker schatte op ’tot 2255 euro’. En dat terwijl het gemiddelde pensioen volgens Vlaams Belang zo’n 1200 euro bedraagt.

Om allerlei redenen was die tegenstelling verre van representatief. Zo rekende Vlaams Belang met de kost voor de duurste categorie asielzoekers: het ging om een tiental opvangplaatsen op een totaal van meer dan 20.000, zo verduidelijkte Mieke Candaele, communicatiedirecteur van Fedasil, aan Knack.

Het is tekenend voor een debat waarbij hardnekkige mythes de beeldvorming rond asielzoekers blijven kleuren: voor een niet gering aantal mensen zijn het gelukzoekers, een allochtoon profitariaat dat hier bij aankomst meteen op haar wenken bediend wordt en zakken vol geld krijgt. Het klopt dat mensen in een asielprocedure aanspraak maken op zakgeld – maar over het exacte bedrag doen nogal wat misverstanden de ronde.

Voor volwassen asielzoekers ligt het zakgeld op 7,70 euro per week. Minderjarigen ouder dan 12 jaar krijgen evenveel, op voorwaarde dat ze naar school gaan; zo niet wordt het beperkt tot 4,70 euro. ‘Dat zakgeld dient om een uitstapje te kunnen maken, kledij te kunnen kopen of op bezoek te gaan bij familie,’ klinkt het bij het Aurélie Hombroux van het Rode Kruis. Ter vergelijking: wie van Brussel-Noord met de trein heen en terug wil naar Antwerpen-Centraal, betaalt daarvoor 15,40 euro – tweemaal het weekgeld voor een volwassene.

Daarnaast kunnen bewoners van een opvangcentrum een centje bijverdienen door deel te nemen aan de gemeenschapsdiensten in het centrum. Tegenover een halve dag werk staat een vergoeding van vijf à zes euro. Belangrijk is dat er bovengrens is voor het totaalbedrag dat een asielzoeker – die in een asielcentrum verblijft – kan krijgen via zakgeld en gemeenschapsdiensten samen: 185 euro per maand.

Bed, bad, brood

Om dat bedrag in context te plaatsen is het goed om te weten wat er niet mee betaald moet worden. ‘Een verzoeker om internationale bescherming krijgt in principe wat hij nodig heeft om te kunnen leven in België,’ zegt Hombroux. De hoeksteen van de hulp aan asielzoekers wordt kernachtig samengevat in de alliteratie bed, bad, brood: wie in ons land een asielaanvraag heeft lopen, krijgt slaapplaats, toegang tot sanitaire voorziening en driemaal daags een maaltijd (plus een vieruurtje voor kinderen). Ook de medische kosten worden gedekt door het asielcentrum.

Voor kinderen worden bovendien de schoolkosten volledig gedekt, net als het vervoer naar school. Bij volwassenen is de tussenkomst voor externe vorming beperkt tot vijftig euro per jaar. Voor een busabonnement geldt een verlaagd tarief dat even hoog ligt als wat iemand met een leefloon betaalt. Asielzoekers krijgen ook vervoerstickets om naar afspraken te gaan in het kader van hun asielprocedure, en maximaal drie tickets – heen en terug – voor een afspraak bij hun advocaat.

Deelname aan activiteiten die door het asielcentrum worden georganiseerd, is eveneens gratis. In de meeste centra is volgens het Rode Kruis een beperkte toegang tot sportfaciliteiten en een zwemabonnement.

Er wordt asielzoekers ook een startpakket tweedehandskledij aangeboden. Daarna kunnen ze nog steeds tweedehandskledij krijgen, maar dan wel tegen betaling. Hombroux: ‘De ervaring leert dat een gratisverhaal geen goede zaak is. Op deze manier leren de bewoners de waarde van geld opnieuw kennen en hebben ze een groter gevoel van zelfwaarde: ze hebben hun kleren zelf kunnen uitkiezen en betalen.’

Partner Content