‘Wolvin Naya behoort níet tot een uitheemse soort’

Bioloog en Knack-journalist Dirk Draulans voelt zich verplicht een aantal verduidelijkingen te geven bij het bericht over de vernietigde bescherming van de wolf. ‘De wolf en andere iconische elementen van onze natuur verdienen een betere bescherming dan wat het kabinet-Schauvliege produceert. Dat móét in de aandacht worden gebracht.’

Er is veel onduidelijkheid gerezen over de beschermde status van de wolf in Vlaanderen na een persbericht van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) van gisteren. Dat was een reactie op ons bericht dat de wolf op 10 januari jongstleden ineens vogelvrij is geworden door een beslissing van de Raad van State. Daarom even een aantal feiten op een rijtje.

De vernietiging van het besluit was een gevolg van een juridische interventie van de vereniging Vogelbescherming Vlaanderen die vond dat het kabinet van minister van Omgeving, Natuur en Landbouw Joke Schauvliege (CD&V) met haar versoepeling van de verdelgingsregels voor vijf vogelsoorten (spreeuw, gaai, brandgans, ekster en kraai) de Europese richtlijnen had overtreden. De Raad van State vond dat Vogelbescherming daarin gelijk had.

Het kabinet van Schauvliege was trouwens op voorhand verwittigd dat er problemen konden zijn met de wettelijke versoepeling: de Mina-raad, die de minister adviseert over alles wat met natuur en milieu te maken heeft, had daar duidelijk op gewezen.

Maar het kabinet koos ervoor om die informatie te negeren. Er wordt nu gesuggereerd dat het in feite niet stond te springen om de verdelgingsregeling te wijzigen, maar dat de druk van de jagerslobby te groot was. Dat zou op zichzelf al dramatisch nieuws zijn. En bij wie ligt dan de verantwoordelijkheid voor het afschieten van het besluit door de Raad van State?

Tot veler verbazing vernietigde de Raad ineens – en zonder dat daarom gevraagd was – het volledige besluit en niet uitsluitend het deel dat betrekking had op de verdelging van de vogels. Zo werd meteen ook de beschermde status van de wolf, die in hetzelfde besluit was vastgelegd, vernietigd.

Het ANB reageerde echter, na een stevig potje juridisch paniekvoetbal, met de boodschap dat de wolf nog altijd beschermd is, omdat de soort opgenomen is in bijlagen van een Europese richtlijn en een internationale conventie, zodat er geen vuiltje aan de lucht is. Dat het agentschap dit deed illustreert op pijnlijke wijze dat het zijn eigen regelgeving niet goed in de vingers heeft.

Hoeft het dan te verbazen dat er besluiten vernietigd worden, want het is niet de eerste keer dat het kabinet van Schauvliege en haar administratie bakzeil moeten halen omdat ze de Europese richtlijnen negeren?

Wolvin Naya behoort níet tot een uitheemse soort.

Eminent milieujurist Hendrik Schoukens (UGent), die de regelgeving duidelijk wel goed beheerst, merkte namelijk snel op dat er met de vernietiging van het besluit meteen ook een manoeuvre werd vernietigd om de wolf (en de lynx) als inheemse soort via de internationale bijlagen te kunnen beschermen. Na wat tegenpruttelen gaf het ANB dat toe, maar het besloot dat de wolf dan nog altijd beschermd is als uitheemse soort.

Die stelling blijft voor geen enkele rechtbank overeind als spitsvondige advocaten er mee aan de slag zouden gaan. De officiële definitie van een inheemse soort is: ‘Een soort die van nature in het wild voorkomt of is voorgekomen in het Vlaamse Gewest, of er reeds lang is ingeburgerd’. Tot een eeuw geleden maakte de wolf inherent deel uit van de Vlaamse fauna.

Wat staat er inzake deze kwestie te lezen in de ‘nota van de Vlaamse regering bij het wijzigingsbesluit van 17 juni 2016’? Dat als gevolg van de specifieke verwoording in de twee hoger vermelde internationale bijlagen ‘in de praktijk een beperkt aantal te beschermen soorten is uitgesloten met name inheemse soorten die niet meer in Vlaanderen voorkomen. Van sommige dergelijke soorten is de terugkeer in de toekomst niet uitgesloten, met als meest in het oog springende voorbeelden de wolf en de lynx. Om volledige conformiteit met de Habitatrichtlijn en de Conventie van Bern te bekomen, volstaat het om de term “uitheems” te verwijderen’.

Door de vernietiging van het besluit staat dat ‘uitheems’ echter opnieuw in de wetgeving. Je kunt toch moeilijk van de wolf à la carte nu eens een uitheemse en dan weer een inheemse soort maken. De wolf is een inheemse soort die een eeuw geleden is uitgeroeid na eeuwenlange meedogenloze verdelging – punt uit. Een uitheemse soort is iets als de goudjakhals uit het Nabije Oosten die Europa aan het veroveren is en op weg is naar onze contreien. Die heeft hier nooit eerder gezeten. Een wezenlijk verschil.

Er wordt me her en der ook verweten dat ik zwaar in de fout ben gegaan door deze pijnlijke vaststelling aan de grote klok te hangen, want nu zijn ook malafide geesten die het niet goed menen met de wolf – en die zijn er, getuige vele reacties – op de hoogte van het feit dat ze in principe ongestoord hun gang kunnen gaan.

Om te beginnen is dat laatste niet noodzakelijk waar, want volgens Hendrik Schoukens zou een rechter gebruik kunnen maken van het concept van de ‘natuurzorgplicht’ uit artikel 14 van het Natuurdecreet om eventuele inbreuken op het welzijn van de wolf te bestraffen, in het besef dat het doden van een wolf schadelijk is voor de natuur. Dat zou wel een totaal nieuwe juridische aanpak zijn. (Het belet niet dat er dringend werk moet worden gemaakt van een nieuwe en sluitende formele bescherming van de wolf.)

Daarenboven is het in deze tijd van snelle media zo goed als uitgesloten dat zo’n catastrofe binnenskamers blijft, hoe graag sommigen het ook hadden gewild. Zeker omdat de Hubertus Vereniging Vlaanderen (de jagerslobby) ’tussenkomende partij’ was bij de juridische procedure van de Vogelbescherming bij de Raad van State. Ze heeft het arrest dus ook meteen gekregen. En de harde realiteit is dat de kennis van jagers over juridische procedures ongetwijfeld eindeloos veel groter is dan hun kennis over de meest elementaire wetmatigheden van de natuur.

De wolf en andere iconische elementen van onze natuur verdienen een betere bescherming dan wat het kabinet-Schauvliege produceert. Dat móét in de aandacht worden gebracht.

In het algemeen meen ik ook dat de wolf en andere iconische elementen van onze natuur een betere bescherming verdienen dan wat het slecht functionerende kabinet van Schauvliege produceert. Dat móét in de aandacht worden gebracht.

Het is dus beter dat de problematiek snel en efficiënt wordt aangepakt, en dat Schauvliege, het ANB en het grote wolfminnende deel van de maatschappij niet achteraf koud worden gepakt door een demarche van jagers die ontdekt hadden dat ze quasi vrij spel hadden in het viseren van wolven. Alleen is het jammer dat we niet hebben kunnen achterhalen hoe snel deze calamiteit met betrekking tot de bescherming van de wolf kan worden gecorrigeerd. Zelfs minister-president Geert Bourgeois van de Vlaamse regering kon er geen termijn op plakken. Dat creëert toch ongerustheid.

Maar om te eindigen met goed nieuws: als gevolg van het arrest van de Raad van State is het, volgens Vogelbescherming Vlaanderen, momenteel verboden om boeiende soorten als spreeuw, gaai, brandgans, ekster en kraai te verdelgen. Hopelijk duurt dát wel nog lang.

In tegenstelling tot het ‘repareren’ van de verdwenen bescherming van de wolf moet er goed worden nagedacht over hoe de Europese regelgeving inzake vogelbescherming in onze wetgeving over verdelging kan worden geïncorporeerd.

Als ik een advies mag geven: laat het zo! Verdelging van vogels is, tenzij in héél uitzonderlijke omstandigheden, niet meer van deze tijd. Het heeft meestal ook geen zin.

Partner Content