‘Zou wat minder “Theo Toert” en “Theo Tuurt” en “Theo Tweet” geresulteerd hebben in meer “Theo Bestuurt”?’

‘Theo Francken benadrukt zelf vaak hoe hard hij werkte als staatssecretaris voor Asiel en Migratie. Dat klopt, maar dat was misschien vooral tweeten, toeren en tackelen en niet zozeer besturen’, schrijft Knack-journalist Simon Demeulemeester.

Het Kamerlid formerly known as staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) heeft zich tijdens zijn federale doortocht hyperactief getoond. Hij tweette sneller en meer dan de rest van de regering samen, maakte filmpjes voor zijn Facebook-pagina, hield daar even een video-dagboek bij, schreef stukjes op zijn blog Theo Tuurt, lanceerde met hetzelfde krakerige gevoel voor alliteratie de lezingenreeks Theo Toert en hij publiceerde een boek – dat schreef hij natuurlijk niet helemaal zelf, maar er hing wel een stevige promotour aan vast.

Een flinke agenda, maar niet die van een staatssecretaris. Bovenstaande is de agenda van een partijpoliticus in campagnemodus.

Zou wat minder ‘Theo Toert’ en ‘Theo Tuurt’ en ‘Theo Tweet’ geresulteerd hebben in meer ‘Theo Bestuurt’?

Het is natuurlijk wat toppolitici onderscheidt van mindere goden: dat ze meer, harder en sneller kunnen werken dan anderen. En het is natuurlijk maar de vraag of een staatssecretaris voor Asiel en Migratie even hard moet werken als, pakweg, de minister van Binnenlandse Zaken waaraan diens departement is toegevoegd. Een politieke waarnemer die het departement Asiel en Migratie volgde toen dat nog onder de bevoegdheid van toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael (Open VLD) viel, omschrijft het zo: ‘Toen was dat één klein bureautje op dat kabinet.’ Dat is ook logisch. Alles wat asiel en migratie betreft, is immers in grote mate in internationale regels gegoten en zit in handen van gedepolitiseerde administraties zoals de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ). Sinds 2011, met het aantreden van Maggie De Block (Open VLD), is er een apart staatssecretariaat voor Asiel en Migratie en heeft de bevoegde staatssecretaris een kabinet medewerkers ter beschikking.

Tijd en energie genoeg dus om, bijvoorbeeld, een nieuw migratiewetboek te schrijven. Kamerlid Francken noemde dat in 2012 nog ‘essentieel’. Bij zijn aantreden in 2014 klonk het zelfs zo: ‘Het belangrijkste werk dat ik de komende vijf jaar wil realiseren, is het herschrijven van het Belgische migratiewetboek.’ Dat wetboek, zei Francken, moest zijn magnum opus worden. Het werd dan ook opgenomen in het regeerakkoord. Maar nog in september van vorig jaar klonk het bij de coalitiepartners dat zij ‘er nog geen letter van hadden gezien’. En ook bij de vervroegde exit van N-VA uit de regering was er geen nieuw migratiewetboek te zien.

Je zou kunnen zeggen dat Francken wél een blunderboek schreef.

Zo was er de erg late rode kaart voor het VN-migratiepact, waaraan zowel de diensten van Francken als van Jambon nochtans twee jaar lang hadden meegeschreven.

Of herinner u de ‘grote puinhoop’, zoals Open VLD-voorzitster Gwendolyn Rutten zei over de vrijlating van 32 uitgeprocedeerde buitenlanders met een crimineel verleden.

Of de vele juridische steekspelletjes met ‘wereldvreemde rechters’, vaak uitgelokt omdat de Dienst Vreemdelingenzaken haar beslissingen te slordig motiveerde – en dus niet omdat die diensten per se ongelijk hadden.

Of denk aan wat Knack uitbracht in de Sudan-rel: op de dag dat België weer Sudanezen begon te repatriëren, nadat premier Charles Michel een moratorium had ingevoerd, heeft de DVZ geprobeerd een man uit te wijzen zónder na te gaan of hij in Sudan het risico liep op foltering. Dus niet slordig of onvoldoende, gewoon niét.

Of neem de in september 2018 beklonken deal met Groot-Brittannië om gezamenlijk te strijden tegen trans­migratie en mensensmokkel. Die deal, zo berichtte De Standaard afgelopen week, is na afsluiten niet verder afgehandeld en blijft nu dus wellicht – door de val van de regering en de nakende brexit – dode letter.

Of het uitblijven van transparante en duidelijke regels inzake de toekenning van humanitaire visa. Dat is een discretionaire bevoegdheid: de staatssecretaris mag daarin naar eigen inzicht beslissen. ‘Maar discretionair is niet arbitrair’, zoals Franckens kwelduivel in de Kamer Hendrik Vuye zei. Dat Francken die bevoegdheid wel zo leek in te kleuren, heeft zijn beleid en kabinet blootgesteld aan misbruik, zo leert de visa-affaire rond Mechels N-VA’er Melikan Kucam.

Deze vraag mag dus gesteld. Zou wat minder Theo Toert en Theo Tuurt en Theo Tweet geresulteerd hebben in minder Theo Blundert. En meer Theo Bestuurt?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content