Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘Zouden we onze kinderen niet beter wat meer bumperen in plaats van te pamperen?’

‘Het kleinste ongemak of een onbestemd gevoel lijkt rimpelloos te worden uitvergroot tot psychische ongeschiktheid’, schrijft Jean-Marie Dedecker over ‘de huidige tsunami aan burn-outs’.

We beleven een heuse burn-out-tsunami, zo lijkt het. Eind vorig jaar zaten zo’n 133.800 mensen al langer dan een jaar thuis met psychische klachten, waaronder burn-out. Dat is een verdubbeling op 10 jaar tijd. Volgens cijfers van Securex lopen zo’n 20% van de bedienden van in de dertig een verhoogd risico .

De huidige Burn-out-epidemie is niet nieuw. In 1869 schreef ene dokter George Beard al dat de uitdagingen van de industrialisatie, met bijhorende veranderingen in jobzekerheid en arbeidsritme, tot een nieuwe mannenziekte hadden geleid: neurasthenie of zenuwzwakte. Dit ging gepaard met vermoeidheid, depressies, obstipatie, alcoholmisbruik en hoofdpijn. De ziekte nam bijna epidemische proporties aan onder mannen van middelbare leeftijd, en velde zelfs de toekomstige Amerikaanse presidenten Roosevelt en Wilson, zo schrijft Tim Samuels in zijn boek ‘Waar is mijn speer?’.

Zenuwzwakte werd in verband gebracht met het “snelle” leven in de moderne steden als gevolg van geavanceerde technologieën zoals de stoommachine en de telegraaf, en zelfs aan een overvloed aan informatie door de kranten. Dokters in die tijd dachten dat het menselijk lichaam een beperkte hoeveelheid energie had, en dat door het nieuwe “hersenwerk” van de middenklasse het mannenlichaam gevaarlijk werd uitgeput.

Zouden we onze kinderen niet beter wat meer bumperen in plaats van te pamperen?

Vreemd genoeg was er geen stigma verbonden aan de ziekte, daarvan getuigen de ongehinderde carrières van de presidenten Wilson en Roosevelt. De aandoening werd zelfs gezien als een teken van vooruitgang: de samenleving ontwikkelde zich in zo’n hoog tempo dat de mens het fysiek niet meer kon bijbenen. Stel je voor dat we er vandaag zo naar zouden kijken. Dat we degenen met een burn-out, de eigentijdse versie van zenuwzwakte, zouden prijzen omdat ze de voorhoede van de maatschappelijke vooruitgang zouden vertegenwoordigen.

Omdat ze zo weinig energie hadden werden ze toen naar een geschikte omgeving gestuurd om te herstellen. Ze gingen naar een mannenranch om hun energie en mannelijkheid in de buitenlucht op te laden, en om onder een cowboyhoed geestelijk tot rust te komen. In onze huidige pampermaatschappij daarentegen krijgen we een doos pillen, een preek van een zielenknijper, en worden we nog onder de wol gestopt door een welzijnsknuffelaar met de zegen van de vakbond.

Op alles wat beweegt wordt het psychologische begrippenapparaat gelegd.

Zijn we werkelijk de overwerkte stresskippen van Europa of lopen we al naar de shrink uit vrees dat de goudvis te laat gevoederd wordt? Op alles wat beweegt wordt het psychologische begrippenapparaat gelegd.

Eventjes over de muur kijken bij de buren. Vier op tien Vlaamse leraars lopen bijvoorbeeld een ernstig risico op een burn-out, 13,5% heeft er al mee te kampen. Toch staan Vlaamse leerkrachten volgens de OESO minder uren voor de klas dan hun collega’s in 38 andere landen . In het lager secundair gaat het om gemiddeld 22 uur per week. Met 600 uur les per jaar staat de Vlaamse leraar onderaan de prestatielijst. Ze worden beter betaald dan het OESO-gemiddelde en de opleiding van een kind tussen 6 en 18 jaar kost hier gemiddeld 125.000 euro terwijl het OESO-gemiddelde op 103.000 euro ligt.

Ligt het misschien aan een gebrek aan vrije tijd om onze batterijen op te laden? Wat het aantal vrije dagen betreft hebben onze werknemers met zo’n 30 dagen per jaar nochtans een rustdagje meer dan de Duitsers en de Nederlanders, maar 6 minder dan de Franse rustkampioenen. Op wereldniveau krijgen de Amerikanen 12 vakantiedagen, de Japanners 10 en de Zuid-Koreanen 15, maar ze nemen er maar 8 op. Op de Grieken en de Italianen na werken we met 32 reële arbeidsjaren het minst voor ons pensioen. Zou het dus hier aan liggen?

Opvoeding

Elke persoon is grotendeels het product van zijn opvoeding. Volgens psychologe Elke Van Hoof van de Hoge Gezondheidsraad moeten burn-outs al voorkomen worden vanaf het eerste leerjaar. Volgens mijn bescheiden pedagogische mening is de enige stressfactor van een zesjarige dreumes het niet open krijgen van de snoeppot. Ondertussen zijn er al scholen waar geen punten meer gegeven worden op het rapport, maar sterretjes of kleurtjes. Nivelleren is de boodschap, zo lijkt het, en excelleren wekt frustraties op. In het katholiek onderwijs zou ook de gewoonte om de vinger op te steken steeds minder gebruikt worden. Leerlingen mogen hun vingertje niet meer opsteken in de les, omdat dat de ongelijkheid zou vergroten, en te stigmatiserend zou zijn voor de niet-weters.

Wie niet stil kan zitten in de klas, gaat niet meer in de hoek maar krijgt een lepel Rilatine met de diagnose van het woelwatersyndroom ADHD. Uit cijfers van de CM blijkt dat kinderen die tussen september en december geboren zijn, 50 procent meer kans om methylfenidaat, beter bekend onder de naam Rilatine of Equasym, voorgeschreven te krijgen dan klasgenootjes die tussen januari en maart geboren werden.

Helikopterouders

Als artsen over een medicijn beschikken maken ze er een diagnose voor. In de jaren zestig waren psychische stoornissen bij kinderen zo goed als onbekend. Vandaag is één Amerikaans kind op de acht psychisch ziek, zei Jerome Kagan een vijftal jaren geleden al in Knack. Volgens de ontwikkelingspsycholoog aan de Harvard University ligt dit vooral aan de wazige diagnosepraktijken.

‘Omgaan met verlies en verdriet behoort tot de leerschool van het volwassen worden.’

Helikopterouders zweven angstig boven hun kroost. Bij het sporten is competitie des duivels. Bankzitten tijdens het voetbalspel tast het zelfbeeld aan. Elkeen krijgt dezelfde medaille om frustratie bij verlies te vermijden. Iedereen moet gelijk vertrekken en ook nog tegelijk aankomen. Ze worden gepamperd in plaats van gebumperd. Nochtans zei mijn grootmoeder zaliger dat omgaan met verlies en verdriet tot de leerschool van het volwassen worden behoort. Droefheid en angst behoren evenzeer tot het leven als woede of seksuele frustratie. Omgaan met tegenslag en dood wordt echter gesublimeerd.

Bij elke publieke teraardebestelling regent het stille tochten, en de sluizen van het gemoed worden wijd opengezet. Particulieren en in der haast opgerichte organisaties tuimelen over mekaar heen om hun herdenkingsactiviteiten te promoten met beertjes en ballonnen. ‘De carnavalisering van de dood’, schreef Boudewijn Buch ooit. In plaats van de weerbaarheidsdrempel op te trekken wordt ze verlaagd, maar van pamperen krijg je kleuters. Sociale weerbaarheid en sociale vaardigheid ontstaan uit het samenleven van elke dag.

Experten en coaches

Om de Burn-out-epidemie het hoofd te bieden wemelt het van experten en coaches, die je ook kunnen helpen bij andere problemen. Je kunt het zelfs worden met een boterbriefje of een bijsluiter van een cursus duiveluitdrijving. In een ongereglementeerde groeimarkt is er aan charlatans geen gebrek. Als er geen traumatische stoornis is, vinden we er wel eentje uit. Als je er eentje vergeten of verdrongen hebt, spitten we het wel weer op. Het verkoopt.

Onderzoek in het lab heeft aangetoond dat je met hypnose en andere methoden pseudoherinneringen kunt opwekken. Dat kunnen herinneringen zijn die plausibel overkomen. Als dat in het lab lukt met gezonde proefpersonen, dan lukt het helemaal met mensen die een probleem hebben” zegt Harald Merckelbach, hoogleraar in de rechtspsychologie, vorige week in De Volkskrant. Hij wordt bijgetreden door zijn collega Peter van Koppen: “Serieus onderzoek laat zien dat dit soort opgehaalde herinneringen onwaarschijnlijk is. Zo werkt het geheugen niet”.

Maar aan de tafel van een praatprogramma wordt er oeverloos over doorgepraat. Emotioneel exhibitionisme of een verwerkingsproces? De koord lijkt op tv soms flinterdun geworden. Geen enkele talentshow komt nog zonder tranen. Huilen tot janken gedevalueerd.

Op de ziekenkas met een stressbriefje

Zo’n acht procent van de Vlamingen zou nu zelfs al last hebben van een Bore-out ten gevolge van verveling op het werk en gebrek aan uitdagingen of aan interesse. Mijn grootmoeder zaliger zou gezegd hebben dat je dan maar van job moest veranderen. Nu ga je op de ziekenkas met een stressbriefje. Plots leek iedereen die woedeaanvallen kreeg bipolair, zegt Jerome Kagan, een beetje zoals in de 15e eeuw, toen de mensen nog geloofden dat iemand behekst kon zijn. Wie in die eeuw niet wilde werken werd in het pomphuis geplaatst en mocht drie dagen lang pompen of verzuipen. Wie de test overleefde was genezen van zijn luiheid.

Dergelijke barbaarse toestanden hebben gelukkiglijk de klassenstrijd niet overleefd. Maar ik kan me niet van de indruk ontdoen dat de heropflakkering van deze beschavingsziekte uit 1869, ook mee het gevolg is van het feit dat het vangnet van ons sociaal systeem door sommigen als hangmat wordt gebruikt. Het kleinste ongemak of een onbestemd gevoel lijkt rimpelloos te worden uitvergroot tot psychische ongeschiktheid. Leven met een beetje ongeluk is nochtans net de kunst van het leven, zei mijn grootmoeder zaliger.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content