Hoeveel koolhydraten mogen we nu eigenlijk eten?

Een recente studie toont aan dat zowel te weinig als te veel koolhydraten eten op lange termijn schadelijk is.

Het zit ons ook niet mee. Net nu we er de voorbije jaren moeizaam in geslaagd zijn om wat koolhydraatarmer door het leven te gaan, verschijnt een nieuwe studie in The Lancet Public Health, waaruit blijkt dat mensen die zowat de helft van hun totale calorieën uit koolhydraten krijgen juist minder risico lopen om vroegtijdig te sterven dan zij die een zeer koolhydraatarm dieet volgen.

Al jaren krijgen we de raad om niet te overdrijven met de inname van (‘slechte’) koolhydraten, zoals koek, snoep en frisdranken, maar ook wit brood, witte rijst en pasta omdat een teveel tot overgewicht kan leiden. Sommige diehards vermijden zelfs alle brood, pasta, aardappelen en rijst en vervangen het door proteïne- en vetrijke producten als vlees, vis en avocado. Op sociale media woedt dan ook al enige tijd een koolhydraten-vs-vet-discussie.

Daarnaast geniet het koolhydraatarme dieet heel wat aanhangers om op korte termijn gewicht te verliezen of beginnende diabetes onder controle te krijgen. Je lichaam gaat enerzijds bij een gebrek aan koolhydraten op zoek naar een alternatief en gaat over tot het verbranden van vet, anderzijds is er door de lage inname van koolhydraten minder nood aan insuline wat de diabetes dan weer ten goede komt.

De studie in The Lancet toont inderdaad aan dat te veel koolhydraten nefast zijn. Wie meer dan 70 procent van zijn energie uit koolhydraten haalt, heeft een groter risico op een vroegtijdige dood. De resultaten voor het koolhydraatarme dieet zijn evenwel verrassender: wie namelijk minder dan 40 procent calorieën uit koolhydraten sterft mogelijk nog eerder.

Om het met leeftijden te duiden: mensen die een gematigde hoeveelheid koolhydraten eten op de leeftijd van 50 hebben een levensverwachting van zo’n 83 jaar, vergeleken met 82 jaar voor de zware koolhydraateters en 79 voor de mensen met een koolhydraatarm dieet.

Voor het onderzoek analyseerden de onderzoekers de gegevens van bijna 15.500 Amerikaanse volwassenen van middelbare leeftijd. Aan het begin van de studie vulden ze allemaal een uitgebreide vragenlijst in over hun eetgewoontes en zes jaar later nog eens opnieuw. Ook hun socio-economische achtergrond, onderwijs- en inkomensniveau, rookgedrag, sportgewoontes en medische geschiedenis werden in acht genomen. Vervolgens werden de deelnemers gedurende 25 jaar opgevolgd.

Maar hoe komt het nu dat koolhydraatarm eten niet zo gunstig blijkt te zijn? De wetenschappers geven als verklaring dat mensen die minder koolhydraten eten meer naar vlees en zuivelproducten grijpen, die op hun beurt het risico op een hartziekte doen stijgen. Zij die zich aan de bovenkant van de koolhydratenschaal bevinden, consumeren dan weer mogelijk grote hoeveelheden geraffineerde koolhydraten (de ‘slechte’ en bewerkte variant, dus). Die hebben heel weinig voedingswaarde en kunnen het gewicht en de algemene gezondheid negatief beïnvloeden.

Wat leren we nu uit deze studie? Eerst en vooral, dat er 25 jaar nodig was om vast te stellen wat we met het gezond verstand eigenlijk al lang weten, namelijk, eet alles met mate. Daarnaast moet de vraag niet zijn hoeveel koolhydraten we nu eigenlijk mogen eten, maar wel welke koolhydraten we best eten. De koolhydratengroep omvat namelijk een ontzettende veelheid aan suiker-, vezel en zetmeelrijke voedingswaren, dus ook peulvruchten, bonen, groenten en fruit.

Er zijn verschillende vormen van koolhydraten (sachariden):

Enkelvoudige koolhydraten of monosachariden zijn glucose (druivensuiker) en fructose (vruchtensuiker).

Tweevoudige koolhydraten of disachariden zijn lactose (melksuiker), sacharose (riet- of bietsuiker) en maltose (moutsuiker).

De meervoudige koolhydraten omvatten de zetmeelhoudende producten zoals volkoren brood, aardappelen, zilvervliesrijst, volkoren graanproducten en peulvruchten. Deze bevatten ook veel vezels, vitaminen en mineralen.

Het officiële advies van de Wereldgezondheidsorganisatie geldt nog steeds dat een gematigde inname van koolhydraten (40 tot 70 procent van de dagelijkse energie-opname of 225 to 325 gram in een dieet van 2.000 kilocalorieën per dag) niet schadelijk is voor de gezondheid.

De precieze hoeveelheid koolhydraten die je nodig hebt is heel persoonlijk en afhankelijk van je levensstijl. Heb je een intensieve sportsessie, vooral HIT-trainingen en gewichtheffen, achter de rug, dan leun je wellicht meer aan bij de 70 procent, een hele dag op kantoor vereist een lagere inname. Ook leeftijd, gender en spiermassa spelen een rol.

Maar de belangrijkste boodschap die we moeten onthouden is dat sommige bronnen van koolhydraten altijd beter zijn dan andere. Meervoudige koolhydraten als volkoren granen, (zoete) aardappelen, groenten, noten en peulvruchten zijn te verkiezen boven chips, wit brood, cakes, koekjes en alles wat suiker bevat, ook honing, ahorn- en agavesiroop. Die vaak bewerkte koolhydraten vermijd je best zo veel mogelijk.

Het zijn dus niet de koolhydraten die het probleem zijn, maar wel de geraffineerde en suikerrijke voeding van tegenwoordig.

Conclusie: Het is wel degelijk mogelijk om gezond te blijven door minder koolhydraten te eten – of je dat nu doet om gewicht te verliezen of omwille van andere gezondheidsredenen – maar dan moet je ze wel goed vervangen. Wie ze vervangt door plantaardige proteïnen en vetten zoals bonen, noten en zaden heeft een minder grote kans op een vroegtijdige dood dan mensen die ze vervangen door dierlijke proteïnen en vetten. Als je een normale hoeveelheid koolhydraten eet, kies dan voor de meervoudige, niet-bewerkte variant.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content