BEESTENBOEL

© Cheese photography

Bioloog Dirk Draulans zoomt elke week in op een opvallend specimen in de Vlaamse natuur – de mens uitgezonderd. Deze week: de rosse vleermuis.

Wij kunnen het geluid van vleermuizen niet horen, maar toestellen die ze wel kunnen registreren tonen aan dat soorten zoals de rosse vleermuis in windmolenparken ver voor de kust terecht kunnen komen. Dat is verrassend, omdat wetenschappers ervan uitgingen dat vleermuizen niet alleen de open zee zouden vermijden, maar ook de windmolenparken.

Er wordt veel gediscussieerd over de mogelijke schadelijkheid van windturbines voor vleermuizen. Het is evident dat de lange wieken slachtoffers maken, maar het is niet zeker of dat ook tot dalende aantallen vleermuizen leidt. Veel diersoorten kunnen nogal wat verliezen aan zonder dat ze de populatie in het gedrang brengen. Het vakblad Scientific Reports maakte een analyse van het voorkomen van de rosse vleermuis in Duitse windmolenparken. Waarnemers schatten dat er elk jaar een kwart miljoen vleermuizen in Duitse windmolenparken sterven. Duitsland zet zwaar in op hernieuwbare energiebronnen, maar als dat een nefast effect heeft op beschermde diersoorten (alle Europese vleermuizen zijn bij wet beschermd) moet er aan maatregelen worden gedacht om de schade te beperken.

De rosse vleermuis behoort tot de grootste vleermuizen in Europa. Ze komt vrij algemeen voor, ook in ons land. Ze jaagt graag in waterrijke gebieden, waar ze vooral dansmuggen en andere insecten vangt, en ze slaapt in boomholtes in bossen en parken. De dieren kunnen kilometers ver van hun slaapplaats gaan jagen. Ze vliegen onderweg graag langs kleine landschapselementen, zoals hagen en heggen. Rosse vleermuizen gaan een halfuur na zonsondergang de lucht in. Mannetjes vliegen gemiddeld een uur per vliegbeurt en leggen daarbij 15 kilometer af, vrouwtjes blijven anderhalf uur in de lucht en vliegen 30 kilometer. Meestal blijven de dieren lager dan 100 meter boven de grond.

Tijdens de trek kunnen ze meer dan 250 kilometer per nacht afleggen – net zoals vogels kunnen vleermuizen in het zuiden gaan overwinteren, hoewel er aanwijzingen zijn dat veel rosse vleermuizen bij ons ook in de winter ter plekke blijven. Bijna driekwart van de dode vleermuizen die in windmolenparken gevonden worden, behoort tot trekkende soorten. Verrassend was dat het vooral om vrouwtjes gaat. Zij vliegen doorgaans verder dan mannetjes, waardoor ze misschien makkelijker in de parken terechtkomen. Vermoed wordt dat ze de hoge molens verwarren met hoge bomen, en nog waarschijnlijker met hoge dode bomen, zeldzaam in een landschap maar uitermate geschikt voor vleermuizen.

Omdat rosse vleermuizen meestal maar één jong per keer baren, kunnen ze zich niet snel voortplanten, waardoor de soort zich niet makkelijk zou herstellen van zware verliezen. Wetenschappers stellen nu maatregelen voor om ‘windmolenschade’ aan vleermuizen te vermijden. Je zou de molens kunnen stilleggen tijdens de maanden met veel vliegactiviteit bij nachten met een windsnelheid van minder dan 8 meter per seconde. Vleermuizen vliegen namelijk niet goed bij hoge windsnelheden, en voor de elektriciteitsproductie zou tijdelijke inactiviteit bij lage windsnelheden minder dan 1 procent productieverlies betekenen. Zo krijg je schone energie en behoud je beschermde diersoorten.

De rosse vleermuis wordt geregeld in windmolenparken waargenomen, ook op zee.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content