Dirk Draulans

‘Bizar dat zo’n reusachtig beest als een oehoe ongemerkt Vlaanderen kan veroveren’

Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Tot zijn grote verbazing ontdekte bioloog en Knack-journalist Dirk Draulans een stukje échte wilde Vlaamse natuur. Inbegrepen een nest oehoes.

Het gebeurt uiterst zelden, maar soms kun je in ons dichtbevolkte Vlaanderen met zijn bijna complete gebrek aan écht ongerepte natuur het gevoel krijgen dat je in een wildernis terechtgekomen bent. Het overkwam me enkele dagen geleden, toen een goede kennis me meenam naar een plek, waarvan hij dacht dat er oehoes broedden – gigantische dieren. Dat is op zichzelf al een onwezenlijke gedachte, maar oehoes hebben in Vlaanderen gebroed in een verlaten fabrieksloods en op een kerktoren, dus een broedgeval van de grootste uil ter wereld impliceert niet per se wilde natuur.

Maar het bos waarin we terechtkwamen, was dat wel. Een privébos, waarvan de eigenaar geen historiek van grote natuurliefhebberij heeft, maar hij vindt het fantastisch het te laten verwilderen (en hij tolereert er geen jacht, een gróót pluspunt). We moesten door een zompig weiland langs een moerasje om het bos te bereiken. Voor we er kwamen zagen we een voorzichtige ree met donkere vacht tegen de bosrand – dat was al een beetje mysterieus.

Bizar dat zo’n reusachtig beest als een oehoe ongemerkt Vlaanderen kan veroveren.

Het bos was een weelde van omgevallen bomen, slijkerige plekken en ondoordringbare stukken met bramen en andere woekeraars. Het had ook plaatsen waar lieflijk geurende kamperfoelie uit de bomen bengelde. En het was afgezoomd door mogelijk de oudste knotwilgen die ik ooit te zien kreeg, bomen die zo in ‘The Lord of the Rings’ hadden gekund, knoestig en knokerig met dikke en dikwijls gespleten stammen en dikke afgebroken takken. Een prachtig biotoop.

Mijn gastheer had twee jaar geleden tot zijn enorme verbazing tijdens beheerswerken in de buurt een oehoe horen roepen. Hij had in het bos een dood oehoejong gevonden, onder een van de wilgen. Er lagen ook restanten van egels – op zijn minst een van de ouderoehoes was expert in het vangen van egels. Andere prooiresten betroffen kraaien. Maar de weinige mensen die hij over de observatie informeerde, waren sceptisch – het bos ligt in een streek waar niemand oehoes verwacht.

Als er dan een exemplaar opduikt, wordt er bijna automatisch van uitgegaan dat het een uit gevangenschap ontsnapte vogel is. In mijn regio verzeilde een oehoe in de tuin van de burgemeester van Sint-Gillis-Waas (een CD&V-er die misschien kennis en wijsheid nodig had). Het dier werd gevangen en naar het vogelasiel van Kieldrecht gebracht, waar werd vastgesteld dat het geen enkel teken van een verblijf in gevangenschap vertoonde en kerngezond was. Het werd weer losgelaten.

Helaas voor de ‘ongelovigen’ rond de aanvankelijke waarnemingen van mijn gids: er broedt wel degelijk een koppel oehoes in het bos. We zagen er twee jongen, heel laag bij de grond. Eén groot dier, bijna volgroeid, fantastisch om te zien met zijn nog wat pluizige kop met opvallende oranje ogen, en een tweede jong dat maar half zo groot leek als de grote broer of zus. Op zijn minst een van de oudervogels hield ons vanuit de kruinen in de gaten. Ik kon mijn geluk niet op – eeuwige dankbaarheid voor mijn gids die deze unieke beleving mogelijk maakte.

Er is bewoning op minder dan een halve kilometer van de plek. Er moeten dus mensen zijn die de oehoes horen roepen, maar niet door hebben dat het om een reusachtig grote uil gaat – misschien maar goed, niet iedereen zou er zich comfortabel bij voelen. Het is bizar dat zo’n reusachtig beest ongemerkt Vlaanderen kan veroveren. Elders zijn er broedgevallen ontdekt omdat vogelringers naar een nest kropen om er jonge haviken te ringen, en tot hun verbijstering vaststelden dat er oehoes in lagen. En dat in een gebied dat ze geregeld bezochten.

Het meest absurde geval van hoe gemakkelijk je oehoes over het hoofd kunt zien, gebeurde in 2016 in het Nederlandse dierenpark Burgers’ Zoo. Een wild koppel broedde er wekenlang op een kunstmatige rotsrichel zonder dat iemand iets in de gaten had. En dat op een plek waar dagelijks honderden dierenliefhebbers passeerden. Groot zijn hoeft zich niet per definitie te vertalen in opvallen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content