Sabine Vermeulen (N-VA)

‘De genetische diversiteit binnen onze hondenrassen is te klein, met alle gevolgen van dien’

Sabine Vermeulen (N-VA) Vlaams Parlementslid voor N-VA

Vlaams Parlementslid Sabine Vermeulen (N-VA) maakt zich zorgen over inteelt in de hondenwereld: ‘De gezondheid en het welzijn van honden moeten voorrang krijgen op hun uiterlijke kenmerken, de financiële belangen van hondenfokkers en de wens van de consumenten.’

Dierenrechtenorganisaties leveren goed werk rond de problematiek van illegale honden en de commerciële fok van honden zonder stamboom. Wat echter opvalt, is dat rashonden mét een stamboom nagenoeg volledig buiten hun vizier vallen. Nochtans bestaat er binnen de rashondenwereld een onderbelichte problematiek. De genetische diversiteit binnen onze hondenrassen is te klein en te veel rashonden hebben te kampen met ernstige gezondheidsproblemen.

De genetische diversiteit binnen onze hondenrassen is te klein, met alle gevolgen van dien.

Elitepool

Deze problemen vinden hun oorsprong in de inteelt binnen de hondenwereld. Maar ook in het veelvuldig inzetten van dezelfde dieren voor de fok, die dan vaak ook nog met elkaar verwant zijn. De conventionele wijze van fokken waarbij enkel honden uit de elitepool worden gekozen, is een verkeerde aanpak die blijft bestaan in het fokkerijsysteem.

De kampioenhonden met de meeste wedstrijdbekers, worden door hondenkeurders verkozen als zijnde de knapste, fraaiste en meest welgevormde honden. Deze dieren kennen bijgevolg een losbandig seksueel leven. Ik geef het u echter op een blaadje: zo’n wedstrijddier is niet altijd kampioen als het op gezondheid aankomt.

Verschraling

Bolle ogen, platte snuiten en korte poten zijn ‘in’. Consumenten, fokkers en keurders hebben die bepaalde gebreken verheven tot schoonheidsidealen. De consument vraagt er steeds meer naar en draagt – vaak onbewust – bij tot de genetische verschraling van de hondenpopulatie. Fokkers kweken op hun vraag stevig verder met ouderparen waarvan de gebreken het meest tot uiting komen. Hierdoor zijn ze er zeker van dat het nageslacht ook ‘in’ zal zijn.

Helaas hebben zeer weinig consumenten door dat te bolle ogen, te platte snuit en te korte poten verantwoordelijk zijn voor ontstoken oogjes, ademhalingsproblemen en gewrichtsaandoeningen. De ‘doorgefokte’ honden kennen jammer genoeg het spreekwoordelijke ellendige hondenleven ten gevolge van gezondheidsproblemen. Met alle gevolgen van dien, zoals heel wat portemonnees die de dierenartskosten ferm voelen.

In de bres voor de hond

De wetgever weet dat er een gebrek is aan genetische diversiteit bij heel wat rassen. Sinds een aantal jaren werd dan ook een beperkte reglementering van kracht. De taak om een grotere genetische diversiteit te creëren, werd hiermee in handen van erkende fokkerijverenigingen gelegd. Deze verenigingen zijn aan de slag gegaan, de ene al wat meer dan de andere. Dit deden ze met sensibiliseringsacties en extra begeleiding van hun leden-fokkers. Het is positief dat hier werk van wordt gemaakt. Verbetering is immers een traag proces. Daarenboven gaat het om levende wezens die moeten groeien en zich voortplanten vooraleer je het resultaat kan evalueren.

Dit mag echter niet enkel de taak van de fokkerijverenigingen zijn. Per slot van rekening zijn niet alle kwekers aangesloten bij een rasvereniging, of nemen ze actief deel aan de sensibiliserende infovergaderingen.

De overheid kan het proces versnellen door zelf ook meer in de bres te springen. Hiermee kunnen ze duidelijk maken dat een verantwoorde fokker enkel mag fokken met honden met gekende afstamming. Waarvan de fokker overigens dient te weten, door onderzoek en niet door veronderstellingen, hoe het gesteld is met de gezondheid van de ouders en voorouders. De overheid licht zo de consument in over de problematiek. Zodat mensen beseffen dat een hond met kleinere oogjes, langere voorsnuit en hogere poten ook mag meedingen naar de titel ‘mijn hond, schoonste hond’.

Fokkers mogen niet de fout blijven maken om te elimineren op basis van een bepaalde kleine afwijking.

Slap oortje

Hoe groter de genetische diversiteit van een hondenpopulatie, hoe beter ze zich kan aanpassen aan epidemieën, vervuiling, klimaat en ziektes. Fokkers mogen niet de fout blijven maken om te elimineren op basis van een bepaalde kleine afwijking of afwijkend kenmerk. Een hond die iets te groot is volgens de rasstandaard (het reglement dat de keurmeester gebruikt om te beoordelen in hoeverre de hond het ideaal benadert, nvdr.) wordt nu niet meer ingezet voor de kweek. Een hond met een slap oortje wordt niet meer geselecteerd voor de fok. Deze daden hebben negatieve gevolgen voor de diversiteit van de populatie.

Variatie in de hondenwereld is echt nodig. De gezondheid en het welzijn van honden moeten voorrang krijgen op hun uiterlijke kenmerken, de financiële belangen van hondenfokkers en de wens van de consumenten. Een gezonde raspopulatie biedt immers de puppykopers meer garantie op een gezonde hond met een goed karakter.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content