Het mopje waarin een Joodse verkoper weigert water te geven aan lid van de taliban, kwam erg ongelegen omdat de Verenigde Staten en Israël toen op relatief gespannen voet met elkaar leefden.
James Jones, de nationale veiligheidsadviseur van de Amerikaanse president Barack Obama, heeft zijn excuses aangeboden omdat hij een mop had verteld waarin een Joodse verkoper weigert water te geven aan een lid van de taliban.
Het grapje luidt als volgt: Een dorstige taliban-strijder komt bij een Joodse verkoper aan en vraagt hem om water. De verkoper zegt dat hij geen water heeft, maar wel dassen verkoopt. De taliban wordt kwaad en zegt dat hij geen das nodig heeft maar enkel dorst heeft. De Jood zegt hem dat zijn broer in de buurt een restaurant heeft waar hij wellicht water kan kopen. De taliban gaat op weg, komt een uur later boos terug en roept: “Je broer zegt dat ik een das moet dragen om het restaurant te betreden!”
Ongelegen
De mop werd tijdens een diner vorige week woensdag aan het instituut voor politiek in het Midden-Oosten in Washington op veel gelach onthaald. Her en der klonk er zelfs applaus.
Maar het grapje kwam erg ongelegen omdat de Verenigde Staten en Israël toen op relatief gespannen voet met elkaar leefden. Ook de Anti-Defamation League, een belangrijke Amerikaanse organisatie die strijdt tegen antisemitisme en racisme, vond Jones’ poging tot humor misplaatst.
“Ik vraag vergiffenis aan iedereen die zich gekwetst voelt”, reageerde de nationale veiligheidsadviseur die niet anders kon dan zijn excuses uit te spreken.
