‘Taliban-leider woonde bij Amerikaanse legerbases na 2001’

Archieffoto van de Afghaanse Kaboel © AFP

De bevindingen van journaliste Bette Dam spreken de versie van Washington tegen.

Taliban-leider Moellah Mohammed Omar woonde na 2001 nabij Amerikaanse legerbases in het zuiden van Afghanistan. Dat blijkt uit een onderzoek van de Nederlandse journaliste Bette Dam. Haar bevindingen zijn in het Engels gepubliceerd door de Amerikaanse denktank Zomia Center.

De bevindingen van de journaliste spreken Washington tegen. De VS waren van oordeel dat de talibanleider naar Pakistan was gevlucht en daar is overleden, na de val van het talibanregime en de interventie die de VS leidden in Afghanistan na de aanslagen van 11 september. Haar onderzoek is gebaseerd op interviews met bronnen in de Afghaanse regering, inlichtingenofficieren en de lijfwacht van de Moellah, Abdoel Jabbar Omari, die nu in handen is van de Afghaanse inlichtingendiensten.

De taliban waren aan de macht in Afghanistan van 1996 tot 2001. Volgens Dam hield Omar zich eerst schuil in de stad Qalat in de provincie Zabul tot 2004. Daarna verbleef hij in het district Shinkay tot zijn dood in april 2013. Beide plaatsen bevonden zich dicht bij Amerikaanse legerbases. Op de basis in Qalat verbleven duizenden Amerikaanse soldaten. Omar bleef in Afghanistan ‘vanwege zijn diepgeworteld wantrouwen’ tegenover Pakistan, aldus Dam. ‘Wat er ook gebeurt, ik ga daar niet heen’, zou hij aan zijn lijfwacht hebben gezegd na de aanslagen van 11 september 2001.

De taliban hielden de dood van Omar geheim, om de strijders niet te demoraliseren. In 2015 moesten ze wel zijn dood bevestigen, na onthullingen van de Afghaanse inlichtingendiensten dat de leider in een ziekenhuis in de Pakistaanse stad Karachi was overleden.

Vorige maand publiceerde Dam haar boek ‘Op zoek naar de vijand’. Haar bevindingen zijn zondag in het Engels gepubliceerd door Zomia Center in de paper ‘The Secret Life of Mullah Omar.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content